■ ■■■
=.~…. Cl’J =…… ..
{..I). = I’
11 11-
142 | jrg. 22 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 nn t Bo t mavan
Hult n n
Wim Huij man
ad
(
0
~31H8i::PJ’
=illOMZ
31. 331/\13~
/Ir.; tic f-1 0 )
■ ■■■
Groeten uit Zwolle
Di zer tra, t
Po t temp I Zwolle en Zei t, 1 juni 1905
‘LF. Ik kom morgen m t de tr in die ong v er 6 uur
teZ. i .Dag}.
W1.6.05’
rndat dit numm r in h t I ken ta t van 1905 kan
n an i htkaart ui t da t jaar ni t on tbreken. Zoal
\ ij t gcm rdig c n m -je turen, 7.o zond o
donderdag 1 juni (Hemclva rt dag) 190- J(a ob)
Ko ter vanuit \V (e tenholte) een beri htje aan
Mduffr U\ ) F(ernma) er lorp in Zei t. f
F mm n Ja b I n . 1 verlie~ war n, i~ niet
bekend maar .. zal ongw ijfeld st. an voor i ve
Femma.
Ja ob Ko ter \ a, in 1 1 geboren in e tenholte.
Hij \ a de 7 on an het ho fd der hooi
aldaar. In I vertrok hij n, ar a111pcn 0111 te dienen
bï het in tru ti cbatal’on. Daarna was hij al
b kh uder \ erkzaa111 en zal hij Fe111111, verdorp
hebben Ier n kennen. Zij wa · in 1884 in Z.ilk
oeb ren. \ elli ht dat e111ma in ,, 05 in Zei I al
dien tbode \ erkzaam \ a . a ob en Fem ma gaven
Ik. ar op 21 111 i 1 09 het · a-woord i II Tiel. Ze kregen
één zoon. anaf 1 20 \ nden 7ij in Zw Ik
( end rper traa t 4a ), t t aan hun ood,
re pectievelijk in 19- (Ja b) en in 195 (Femma).
Ja b Ko ter h d zi h tijden zijn I en pge\ erkt
tot a ountant en had een eigen kan to r.
De an i ht t nt d Di z r traat t r h gtc
an de Brmn er traat (recht ·) n de Broerenstraal
(li nks ). R ht valt het kapital pand Diezer traat
5 p dat in 166 g bou\ d werd in r nai an eti’I
. E U\V nlang wa hier bier! r u1 erij I e \ ill
L uw g ve tigd. Kort na 1900 liet de I enm, ligc
eig naa r d. l lcndrik n de nderpui optrekken
in n -r nai ” an tij 1. Het p, nd b h rt n g
·tced. tot de mooi te in de ie;,er traat.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 22 – nr. 4 | 143
11 Redactioneel
\ ie honderd jaar terug gaat in de tijd, treedt voorbij
de maat van de men elijke horizon. Valt een
periode van ta htig ·aar nog binn n het leven van
een pa of oma die we kunnen vrag n hoe het was,
daarboven moeten wc het doen met wat d
ge hiedeni ons heeft nag laten.
Het jaar 1905 staat in dit nummer van het
Zwol. Hi tori h Tijdschrift centraal. Jan van de
\ etering neemt n voorbij de men clïke einder
honderd jaar mee terug in de tïd en geeft ons een
blik op een amenleving in overgang. Techni che
vernieU\vingcn als elektriciteit, waterleiding, auto,
fiets en trein ne telden zich in het raderwerk van
de Zw I e amenleving. Emancipatiebewegingen
an arbeid er , hri tenen en rouwen ei ten hun
plaat op. Anderzijd bleef ook veel bij het oude.
e boer n en b rinnen uit de omgeving bezochten
nog teeds met hun waren massaal de stad,
pre ie zoal dat al hond rden jaren lang gebe urde.
En het wat bedaarde tempo van Zwolle al provincie
tad bleef ook grotendeels onveranderd.
Toch mag het mi chien tekenend genoemd worden
dat in 1905 d moderne huisnummering in
Zwol! werd ingevoerd. Blijkbaar wa er behoefte
aan een preciezere aanduiding dan voorheen.
atuurlijk, de ·tad wa in de loop der jaren flink
g groeid. Maar blijkbaar wa honderd jaar geleden
ook in wollc d tijd dat je een brief kon
adres er 11 met ‘ j uwer Jan van Kampen, op
’t iland ‘ o hecht voorbij.
Omslag: Het jaar 1905 begon 111e1 storm, sneeuw en ijs.
Deze sfeer1101/e opname is gemankt in de buurt 11n11 het
Groot \Veze11/a11d. (Collecti /-ICO)
■ ■■■
Inhoud
Groeten uit Zwolle Annèt Bootsma-van Hulten en Wim Hu ijsman
Zwolle in 1905
Zwollenaren op het breukvlak van twee eeuwen
Jan van de Wetering
Een stormachtig begin, Zwolle tussen i11dustrie e11 kleinbedrijf
De geur van de nieuwe tijd, Het straatbeeld
De nieuwe tijd in huis, Gas, liclit e11 leidingwater
‘Sluipertje maken’, Kinderen uit de tijd va11 Ot e11 ie11
‘Muziek voor zenuwlijders’, 011tspa11ni11g e11 vermaak
‘Tot heil onzer ribbenkast’, Sportbeoefe11 i11g i11 Zwolle
‘Aan ’t hoerageroep kwam geen einde’, Mobiliteit i111905
‘Driewerf hoera voor de Zwolsche Vrijwilliger ‘,
De opkomst van de fiets
‘De tijden zijn wél veranderd’, De socialistische beweging
in Zwolle
‘Het bruine volkje’, Het bezoek va11 65 Abessij11e11
Er vloeit bloed, Kermis e11 Ko11i11gin11edag
Epiloog
Mededelingen
Auteur
142
144
147
154
161
170
174
177
11-
144 | jrg. 22 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Janvande \ et ring
De Diezerstraat is /tier in
z ’11 oude glorie tt· zien. Ec11
r1rchitec1011isd1 gt•:ien
e1•e11wirh tiggelted 1’1111
winkel., en 111ngazij11e11, 1111
::011s011daga11g 1•erlid11
door ce11 lange rij gasl1111-
ta11ms. Een s1ra111 ook 111c1
1•eel ,,erkeer: w1111de/11ars,
bol’rr11k11rre11 L’II een paar
keer per dr1g de prw rde11-
tram. (Collectie /-1 0)
■ ■■■
Zwolle in 1905
Zwollenaren op het breukvlak van twee eeuwen
0 peen g ed verb rgen plek op mijn zold r
moel n g erg n n typema hine taan
en al i · het dan n elektri he, het lijkt
een in ·trument uit een lang v rvl gen tijd. \’ anneer
gebruikte ik hem voor het laat t? Eind jar n
tachtig mi hi n of op z’n laat tin het begin van
de jaren n gen tig. Ergens in die tijd moet de omputer
in mijn hui zïn ver henen, al nel pgev
lgd do r betere n nel lere er ie en va naf dat
111 ment b g n de digitali. ering an mijn be taan
in elk geval van hel p hrijv n g richte deel
daarv n. anneer precie maakt ik de lap van
pen en schrijfma hin naar computer en wanneer
vervaagde mijn rgerni over het jaar na jaar toe nemend
aantal m d reizigers dat in de trein van
Z\ lle naar Den laag hun n titie met driftige
tikken op het toet enbord van hun laptop kJ pten?
et g h ugcn i e n krakkemikkig me hani –
me al het gaat om het re n trueren van geleidelijk
verlop ndc pr cc en. En\ at\ a mijn plaat
in die digitale rev lutie: wa ik een koploper, e n
middenmoter, f een a ht rblijver? Bij maathappelijke
veranderingen kan ni mand z’n rol
ntlop n, al i het m, ar die van querulan t di bij al
die v randeringen een . Levig aan de rem gaat
hangen.
eranderingen, ~ czenlijke veranderingen
hebben hi tori i altijd gefa ineerd en bij wijze
van tijdverdrijf vliegen ze elkaar graag in de har n
ov r de hi tori che grenzen die die randeringen
marker n. p z’n min t hebben ze er een duidelij ke
opvatting r. J h ft er tr uwen geen hi t –
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 22 – nr. 4 | 145
11 n r te zijn m v rtr uwd t zijn m n
hi t ri he afbakening: mijn g ncrati
gebeurteni en of ontwikkelingen uit de vorige
eeuw vaak, an met ‘d, t wa v r d o rl g’ f ‘dat
wa ná de oorlog’. Jan ten 1-1 v trekt in zijn
on olprezen Gescliiede11is 11a11 Zwolle een h el ander
grens. De Tweede \Vereldo rlog is in zijn bo k
ingebed in het negende hoofd tuk (La11gslijne11 van
gl!ieidelijklieid), dat de periode an 19_ lot 1970
be hrijft. Hij neemt daar een duidelijk t ndpunt
ver in: ‘T h kan de Twe de\ reldo rlog niet
al en e uur in de vaderl nd e ge chiedeni worden
aangemerkt. p tal van terreinen greep m n
weldra terug naar de vertrom de vo r orlog e
lru tur n.’
Zijn in mijn gen opmerkelijke t, ndpunl,
ma kt nieuw gierig naar de plaat die Ten H vc
aan h t in dit th manummer ent raai taande jaar
1 kent. J n zijn Geschiedenis van Zwolle valt 1905 in
d p ri d 1 50-1 20, die , rdt b hr ven in
h fd LUk a ht: Een s11111e11/evi11g in beweging. D
door Ten Ho e bedoelde beweging i die van een
maat happij die 7i h moderni eert, een beweging
van ou naar ni uw. Vo r het m lagpunl in die
ewcging ~ u I hi r ri u Jan R mein in zijn
ek Op liet breukvlak 1•1111 twee eeuwen p d ri de
r nd 190 . 1-1 ij duidt daarm een heel wat k rtere
p ri de dan Ten 11 v aan, pakweg tu en 1 90 en
1910. In -P h fd tukk n b hrijfl R mein evenzoveel
keerpunt nop vrijwel ieder t rrein van de
urope e am nleving. Z b handelt hij ond r
meer de opkomst van het ocialisme, de m d rni –
ering van de indu trie de trek van het platteland
naar de tad, baanbrek nd ni uw uitvindingen
en ontdekkingen p nagcn cg all weten happ –
lijke terreinen.
In dit themanummer maak ik een tïd prang van
precie honderd jaar, en beland in het Zwolle van
1905 bevind ik mij pre ic in de p ri d an h t
breukvlak van Romein. Ik heb dat jaar grotcndccl
b zien vanuit het per pc tief van de krantenlezer,
om precie Le lÏn de lezer van de Zwols(ch)e Courall{.
Dat geeft allcrmin t een volledig beeld van
wat 7Î h dat jaar in Zwolle a , peelde. Krantenartikelen
geven tot op de dag van vandaag een crkokerdc
blik op de amenleving, mdat ze vooral
■ ■■■
gericht zijn op d a tualit it van opmerkelijke
gebeurteni en. anda ht o r h t ‘g ,_,on ‘,
on pvallende leven i er niet f p z’n min t ve 1
minder. H ewel ik mijn informatie hier en daar
heb aangevuld met beri hten uit de f-la111/eli11ge11
van d Zw I e raad en het Versfog v1111 de toestand
l’/111 de gemeente Zwolle ov r 1905, i h I totaalb Id
du zeer nvolledig, alleen al d or het ontbreken
van informatie uit brieven, dagboeken en ander
egodo umenten. Zoals Jan ten Ho e in zïn interi
win dit tijd hrift ter gelegenheid van het verhïn
n van zijn b k heeft gezegd, i een groot
deel van de negentiende en l\ intig te ecu, n g
braakligg nd terrein v r , eten happelijke
nderz eker . ijn vlu htige onderz ek naar
Al 11111mf de 11rh11ie11de
eeuw gaf Tij/ de ‘Pr01·i11-
cie1/e 011crijsse/scl11: en
Zwo/sche Co1m111t ‘uit.
De 11itgeverij’ en de zellerij
waren ge11estigd op de
Melkmarkt. Hier;;irn we
het personeel 1’1111 de zetterij
111111 het werk. (Collectie
H 0)
Een groepje poserende
arbeiders in het late middagliclit
op de \lelkmarkt.
(Collectie Il 0)
11-
146 | jrg. 22 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 111 de ruse11str11t1t is hier
de oude e11 de 11ie11we
wereld i11 één beeld ge”‘111 –
ge11. Op de 1’oorgro11ci ee,1
boerin met een ho11de11k11r
en wrderop in de straat
ee11Jli11k aamaljietsers.
( ollectic H 0)
De etalage w111 een winkel
in comestibles en kolo11i11-
lc wt1re11. Ad1•me11tie 11it
de Zwolse stadsgids 1•a11
190-1. ( olla1io111te11r)
■ ■■■
ZWOLLE, – Sassenstraat.
Zw Il in 190- heeft m1J geleerd h , aar die
, orden zij n.
cel an de d or R m in genoemde breuklijnen
k n ik vrij gemakkelijk herkennen. De Zwol –
len, ren maakt n rond 1900 kenni met nieuwe
uitvindingen n niem c denkbeelden. De pkom
t an het o iali me en de arbeider beweging
z rgden voor een breuk met de tamelijk re hten-
1 ze tijd daarvo r. r.. laar l:Cn breuk uggercert niet
alleen dat je niem e wegen in laa t, maar k dat je
het oude a ht rlaat. \ at mij frappeerde, i d, t de
Zwollena ren in 1905 in l”\ ee ver hili nd , er Id
n tegclïk leefden. De oude an de negen tiende
eeuw en de nieu, c van de a · begonnen twintigte
eeuw. Die ude 11 nieuwe manier van leven
hield n lkaar du danig in e,•emvicht dat het b eld
van twe charnierende panelen bij mij pkwarn.
111 i het paneel an de oud , ercld naar ren
gedraaid, m het paneel van de ni uwe wereld.
En 111 k harnieren de twee panelen naar
elkaar t c en vallen de twee , ereldcn amen. en
mooi voorbeeld daarvan i een ing zonden brief
van een lezer van de Zwolse 011rnnt. Hij ma, ktc
zi h zorgen ver een bijna ong luk in de Koetraat:
‘Heden m rgen de K traat pa erende,
zag ik daar een v or een wag n van de gemeen ter
iniging ge pannen paard totaal nbeheerd
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 22 – nr. 4 | 147
11 taan. p hetzelfde o genblik h am een veel
geraa makende automobiel aan norr n. Het
paard werd onru tig en ik ven achrte niet ander
dan dat het er met , agen en, 1 vando r zou gaan.
Hoc di hl r d tuf-tuf naderde, ho gr oter
natuurlijk het g vaar ~ erd dat dit g b uren z u.
T en de aut mobi I het dier rakeling pa eerde,
dacht ik bij mezelf: dáár zul j ’t h bben. Maar
w nder b n w nder, het dier bleef, hoewel zeer
g agiteerd, taan waar het tond. ‘ Zo bot te hét
ervoermiddcl uit de oude I ereld, h t paard, ijna
met hét erv ermiddel uit de ni uwe wereld: de
auto! In die tijd n g automobiel genoemd.
Hoew I de onden erpen in dit artikel gr tendeel
zijn g tuurd d r ~ t de krant dag na dag aan
1 z n waardig publiceerde, heb ik er vanaf gezi n
de gebcurteni en in hronologi che volgorde te
behandelen. Het zou d aandacht afleid n van de
thematiek van verand ring. fv, n til tand, want
zoal ik al gebor n l\ ollenaar weet: in Z\ !Ie
gebeuren ommig dingen pa jar n later dan in
de re t van h t land. Dat i om leuk, om minder
leuk, ma r vanuit ociaal-hi tori ch per p ctief
niet minder belangwekkend.
n torma htig b gin
Zwolle tu e11 industrie en kleinbedrijf
Ruim 32 duizend z, ollenar n hoorden tijden d
jaan i lin van 190 905 e n t rm over z, olie
razen. IJzig k ud moet het gew e t zijn,, ant al op
2 januari lezen , e in d krant: ‘ ’t eer i geheel
veranderd. De v r t i met kracht ingevallen en
overal komen de haat en v r den dag.’ Binn n
een paar dagen wa de IJ el bï het Kat rveer
gehe I met drijfij verd kt, z dat dep nt d v rbinding
met clderland niet meer k n erzorgen.
Zw !Ie\ a vo r ven afgesloten an de buitenwereld.
veral in z, oll werd geschaat t. p d ij –
baan in h t Groot \, ezenland kon dat zelf
• ‘ ·· · ·ng met W il’ lam-
. dern in die tijd. Het
wa arbij p ommige
dage t (‘ · middag ) en het
t deli (‘ avonds) voor muzi k zorgden.
■ ■■■
p 7 januari stormde het n g t ed : ‘De
ord, e ter torm hee t het , aler hoog pgetuwd
in nz gra hten. De la •ere de I n d r t;1d
taan onder. k het R det ren plein i v reen
deel o er tr omd.’ Die o er troming van een deel
an d tad wa voor de Zwollenaren business as
11s11al. Bij een beetje torn, en het daard or nd
tijg nde peil van het Zwart water, t nden jaar in
·aar uit gr te leien van Zwoll blank. e – hrijv r
van de in 1904 ver hen n ·tad gid Zwolle i11 woord
en beeld drukte dat helder uit: ‘ anneer de wind
echter uit den
di tzelfd wat r den Zwollenaar gram, tijgt binnen
enkele uren oms onru tbarend hoog, z t de
waJlen gedeeltelijk onder water en ver tro ml de
laagt g leg n !raten. In den winter van 1 ‘J
inzonderheid bereikt het een ongek nd h ogte
en v rpli htte de bew ner van mmige traten
hun meubel naar boven te br ngen, terwijl de
kelder g he I v I liepen, en in d n dijk om de
Diezerpolder een d orbraak ont tond. Z\ lle
wat rvrij te maken, is een van d la tig te k, e tic
die nog immer o een goede opl ing wachten.’
Hel jaar begon met s/orm,
sneeuw en ijs. Deze ~(eer-
1101/e op11a111e is gemaakt
i11 de b1111rt 1•w1 het Groot
Wezen /a111/. (Collectie
HCO)
11-
148 | jrg. 22 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 De ijsbaan in het Groot
l\feunland was zeker niet
de l!lligc plek in Zwolle
waM gesc/1111ust werd. De
vorstperiode duurde bijna
de hele 11u11111rl januari,
zodat op alle gmchte11 en
stukjes ondergelopen land
11olop werd gesdrnar st.
Deze foto zal 11cmnf het
Kerkbrugie zijn gemaakt.
(Collectie HCO)
Rechts: l’oorpngi11a 11011
tie ‘Zwolse 011ra11t’ van
ja nuari 190 . Tijdens de
Ru sisc/1-/ap1111se oorlog
stond de strijd 0111 Port
Arthur celllraal. (Zwolse
Co urant, collectie //CO)
Het · · e we r tijd n de jaanvi ling
had de r 1i chien k beïn I ed in haar
verwa h1ingcn or het niem e jaar. Het kon alle
kanten op wa de ten ur, uitgedrukt door enk Ie
di htregcl van de Vlaam e dichter uido ezelle:
‘Het oud jaar i g ki l,
genag Id en begraven;
en ’t ni u, e, kort nadien,
k, am hiel ijk aan te draven.
Z ’t ud wa , zoo zal
waar chïnlijk ’t nieuwe zijn,
v rvuld van k ud en heet,
van lieflijkheid en pijn.’
Wat mber ke k e reda tie terug op h t afgel –
pen jaar: ‘ e gew ldige krijg in het Oo ten heeft
de wereld pge hrikt.’ ed eld werd p de Ru –
i h-Japan e orlog. nder het m tt ‘ zië vo r
de ziaten’ had de Japan e marine begin 1904 de
Ru i he marinehaven Port Arthur aangevallen.
eze trijd zou de eer te helft van 1905 de voorpagina’
van de Zwolse 01m1111 blijv n beheer en. 1 n
h t jaaroverzicht, rd n geen woorden aan Zwolle
vuilgemaakt. Al f r niet , a vo rgevaLlen wat
ook maar eni . zin de 111 eite waard wa . Mi –
■ ■■■
chien v-1, s dat tekenend vo r de ru t1ge pr vm cie
tad die Zwolle in 1905 was.
Maar hoe ru tig , a een rad waarvan de b vol king
ind het midden van d negentiende eemv
bijna I a verdubbeld? Me r dan 32 duiz nd im –
ner t ldc d tad in 1905 n Ik jaar kwamen er
zo’n drie à vierhonderd men en bij. Dal wa niet
zo zeer te danken aan niem kom r al wel aan
n ge taag gro i nd gcboorteover chot. a h t
tcrfteper entage e n halve eeuw daarvoor nog 2-1
pro ent in 19 5 wa dat per entage al gedaald tot
16,1 pr ent. Het i een tek n dat d I cfom tan dighed
n ingrijp nd waren verb terd.
Maar li f t tienduiz nd van di 32 duizend
Zwollenaren woonden en werkten in de binnentad,
binnen de k1·ing van de tad gra hten. en
onv r t lbaar aantal, in verg !ijking met d
rdige ituatie, , aar je op een d or n
zondag n kan n kunt a~ hielen zonder iemand
te raken. Zw Il in 1905 m et een uit r t levendig
beeld hebben g geven. ‘ en tad met z el menen
op een relati klein oppervlak kan ge n laaptad
zijn gewee t.
&,,…,,. …….
CI A.LE OVERI
L ‘CllE ‘
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 22 – nr. 4 | 149
11 … i . .
HOLLAND CHE
PLATTEGR
VAN z
0
‘ .h. ,
1• ,,
.p.le.i.n “‘i l~I
ZWOLLE” WAT ER \l’ EGE
fll • ‘l’Hll
.’
\.hu hU.16— ••
• , “1′
1•. JI• l ,:.watt ….. ,.,, Il IC.,
✓• .. ,rt 1•11• (.1) u~ lhllll-o P tn d.l!’I
l,ulotkl.L UIL. ru..-htm till,lJl’I,,
lf(“hAI (f.w,,, DMIUI }lflol
lh1 / …….. .. ,. aalllliM>t —.· .. .b n., • ~~ ?.–‘9•U-U _U-…_ Uit …-ij
~tc,Nl.11 Vé.-.C:1ll 11~•””‘-• • n>vlil’ to1t..,.-,I~ h-1 1ff OrMlk
■ ■■■
De Zwol. c sradsgicls,
‘Zwolle i11 woord en beeld ‘,
is een lust l’Oor het oog.
Tekst e11 bt•cld ::ij11 ,•er•
. irrcl met }11gc111lstilc/e-
111e11tr11. Onder- e11 bol’e11-
aa11 de bl11d:ijdc11 acli•crteerde11
Zwolse bedrijl’c11
door micldrl 1’1111 ‘011rli11ers
‘. J-foojiispo11sor 11’11S
ke1111dijk cle ijzenw1re11 e11
lmulbouwwerkllli •e11lu111-
del l’flll 0. de Leeuw, wiens
11r1ikdr:n boven elke pagi-
1111 wcrdr1111a11grpreze11 .
(Collect ie aweur)
Deze kaart is ,~{komstig uit
het i11 1 0-1 11ersclll!ne11
boekje ‘Zwolle in woord en
beeld’. \111111if de bastions
in de bi1111e11 ·tad had je op
diverse plaat en nog ee11
rnim 11irzic/11 01·er het
Zwol/ ‘ 0111ri11ge11de la11cl.
(Collectie c111te11r)
11-
150 | jrg. 22 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Th. BLAAS Broerenstraat 342
” …. ZWOLLE “” –
Herstelplaat
Hoe klei11sd1t1lig de i11d11s-
1rie in Zwolle ook was. de
grotere werkp/11/llse11
gebruikten allemaal
SIOO/lllllllChim·s of 1111’1 gas
ofpetrole11111 a1111geclre11e11
111otore11. Zie bij1•oorbeeld
deze t1dl’erte111ic uit dt•
Zwolse sr11dsgi I ·. ( nl/ectie
1111te11r)
Hoewel Zwolle gce11 i11d11stnest11d
viel te 11oe111e11,
1•011de11 d11i::e11de11 arbeiders
/11111 werk in het kleinbedrijf
Hier zie11 we ltet
pcrso11eel 110 11 olieslagerij
de Aloi!, 011derdeel 11011
Reinders Oliefabrieke11.
( ol/eaie HCOJ
~
GAS- en
PETROLEUMMOTOREN
complete Drijfwerken
~
van Stoom- en andere Werktuigen.
p een plattegr nd uit die tijd i go d t zi n
dat er buiten d gra h1en in ergelijking met d
huidige i1uati nog niet e I b b u1 d I a . T ch
, o nde Il eedcrde van de Zwollenar n in de buitenwijken.
an oud her woonden er eel men en
■ ■■■
in Dieze, met name in de• i uw tad’, aan n achter
de hu idige Thoma a K mpis traal. oral in
s. endorp wa h t aantal im oner· e plo ief
ge tegen d r I edocn an de werkgelegenheid
die de po n egen ver~ hafte. E n tad wïk in
opkom t wa de e ralle , eend cl van Zw lle dat
op vrije dagen druk bewandeld w rd door z, olienaren
die h t Engel e Werk [ he Katerveer al
rei do I hadden gekozen.
1aar op de andere dagen werkten de Zw llenaren,
en hard k! Een werkman m e t h t in
1905 tellen m t ze n dagen vakantie per jaar en
dat bij ze werkdag n per week met , erkt ijden
van zo’n twaalf tot d rtien uur per dag. D achturige
werkdag wa een n g ver ven ijderd · iali –
ti ch ideaal. In een periode waarin grote delen van
ederland druk bezig waren de achter tand in
indu triali atic (ten pzichtc van de omringende
land n) in te halen, bleef Zwolle het negentiendeeeuw
e kleinbedrijf trouw. Binnen de et r nij verheid
wa de ijzergieterij van Wi ·peh y de
gro t te fabriek en daar werkten niet meer dan
z ’n tl eeh nderd men en. D gro t t \ rkgever
in z, olie , a de ntral \, rkplaat van de
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 22 – nr. 4 | 151
11 p orwegcn. Die had in 1905 zo’n negenhonderd
men en aan h t werk. Wie als arbeider een goeie
baan I ildc, ging bij h t p r werken.
Al wa er lan weinig f geen gr t halige
indu tri in Zw lle te ntdekken, b drijvigheid
was er meer dan v Id ende. De hrijver van de
tad gid uit 1904 maakte m t enige tr t een
rondgang lang de bedrij en: ‘Op het gebied van
de nijverheid mag Zwolle met eer \ orden
genoemd. ten vindt er o.a. twee ijzergieterijen,
twe ma hinefabrieken, l\ cc heepstimmerw ren,
lom lagerijen, likeur t k rijen, bier- en
azijnm. kerijcn, toomh utzagerijen, een r
te rinri hting, oli la erijen, zeepziederijen, n
zoutk el, e n rij, i 1- n haatsenfabriek, enz.
enz. In den laat ten tijd begint het zi hook naam
te maken in de meub lindu trie, in welk vak
meerdere firma’ reed hun werk op tento n tellingen
bckr nd zagen.’
1 die bedrijven k n je al b z eker van Zw Il , 1
van verr horen en ruiken. Er wa naar hedendaag
c maat ta en erg cel te zien. De tad gid
■ ■■■
nam de lezer mee op ri ing n d or
Zwolle. V,l volgen d ij vanaf het
m ment dat hij d Th k itli p: ”-‘ ij
1 andelen de gra ht af n d traat, re ht
/11 190 ,,oud ee11 grote 11it/
1reidi11g plaats 1•m1 het
st11tio11se111plac1•1111•111. De
s100111trei11 zorgde l’Oor
at11111oer v1111 l1011111111ateri<
111/ e11 11oor trekkracht. /11
de loop l'flll 190~ werd een
locomotief 111111, Assendorp
gebracht 0111 i11geze1
te worden voor bo11wwerkzaamhede11,
een
gebeurtenis die 1•ee/
publiek trok. (Collectie
H 0)
Personeel van de Centrale
ll'erkplcwts bij het station.
( ollrcrie HCO)
11-
152 | jrg. 22 - nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 0111 dr paar jaar 11erschee11
i11 Zwol/r het Acirrsbock
1•m1 de st 1d. Eeu uitgele;;
w plek voor wi11kelirrs
0111 i11 te ad1•er1ere11. Deze
bladzijde ko1111 uit het
Adresboek w111 1906.
(Collectie /-1 )
0. DE LEEUW, Iliazerstraal
PETR-OLiUMKAOHEI.
8 LA.G'll PR.I.JZlllN .... ,.,..__ ·-· ... .
De ij::cnv11 rr11 e11 In 11dbo11wwerk111igeno11deme-
111i11g va11 0. de Lreuw iu
de Diezerstm11111erkoc/11
ondermeer 11/erlei ·oorte11
kachels. (Zwolse '011m111,
col/wie f-1 0)
" r . ·~--·~ .. l
1 G. Joh. RIDDER - !
1 ! Nieuwstrali,t O 64 i
411 Eènlg contractant voOr geheel O_verljse! 1
1 Uli HL'T OUW ALITEIT EK GDED(OOPTE GUNSTIG BEn:NDE 1
I GEDEPONEERD MÉRK l
\Nationaal Licht! 1 ;
1. UITGtBREIDE O~TEER •r G \ '
\ GASGLOEIIJCHT,QLAZEN,BALLONS
\ enz.
\ - ·- - l 1 ' .
l~~~i~~~~~~i~~ _i
tegenover de i chpo rt nbrug, in welk traat
het in 1889 ge ·tichte Bad hui i te vi nden der
ie uwc Zwols he Badinri hting; komen zóó op
d n Frie chen Wal, met aan de linkerzijde d olieslag
rij "D Volharding" van den heer Jacob , an
Assen Hzn.; vóór on uit de brug over de A htergracht
, in welker nabijheid de ijzergieterij van de
firma ispelwey & Co is gelegen, en di le.idt naar
de bergplaat en an petroleum en de mestloodsen
p den H lt nbroekerdijk. W gaan de brug niet
over, d ch ervolgen onzen weg lang d radst
ekenkamer, en h t bureau van den emeentearch
it ect, tot d Ruiter tallen, die in 1788 zijn
gebouwd en waarin 160 paarden plaat konden
inden, do h die bij gebrek van cavalerie, voor
al lerlei doel inden zïn geb zigd, en nu onder den
naam van Pa ant nhui , gedeeltelijk voor ziekenhuis
en verd r tot berging van allerlei zaken dienen.
De Ga fabriek olgt dan, opgeri hr p een
■ ■■■
gewezen ba tion in 1 47 en sind dien meermalen
vergroot. \ e teken nu het A sie pi in over, voorbij
de in 1900 opgerichte Hui houd- n lndu triechool
voor mei je (in de hou ten Emmas hooi ).'
In de grotere Zw I eb drijven waren d afg -
lopen jar n moderne machine ver hen 11. Dat
waren niet alleen toommachinc . Bij maar li ef t
38 bedrijven werd gas al drijfkrn ht gebruikt. Ho
kl ein chal ig de bedrijven in b oll ook I aren, het
i du niet zo dat ze blind waren oor nieuw t hnieken.
Maar niet iedereen werkte in zo'n wcrkplaat ·.
Een blik in het Adre ·boek van Zw lle (1906) 1 ert
dat veel Zwollenaren nog tccd p tradi tion Ic
wijze in hun broodwinning voorzagen. r waren
bijvoorbeeld 32 barbier en kapper , 11 bor telmakers
80 broodbakkers, 6 hand laren in hoeden n
petten, 8 handelaren in gru tten, 14 gros icr in
kolonia le waren, 19 kuip r , 14 handelaren in turf
en hout, 16 bierhand laren en maar lief 1 6 tapper
en lijter n 27 meden, verd eld in die or
hoeven, huizen, kachel en rijtuigen. Hetzelfde
adresboek laat ook voor die tijd nieuwe ber epen
zien. In Z1 olie werkten al icr fotografen en
twaalf handelaren in rijwielen. Dat i · relatief veel,
want zo lang be tond de ommcrciël uitbating
van de fotografie en de fier nog niet. Modern
waren ook de 23 agenten in assu ran ti ën. In d
negentiende eeuw ging het gro t te d cl van de
b volking namel ijk nog volled ig nvcrzekerd
door het leven.
Het percentage buiten hui werkende vroU\ en en
kinderen I a laag. Er I crkten vrou1 en in de
klei ns halige naaia telier , maar fabrieksm i je ,
zoal de katoenindu trie in T, cn te die kende,
waren r in Zw lle niet. \ cl vonden veel vrouwen
werk al dien !meisje. it de bijna dagelijk e
advertenties in de Zwolse 011m111 bl ijkt dat er eel
vraag wa naar zo 'n hulp in de hui houding. Wat
rijkere familie hadden er om t1 cc of drie in
dienst. ie dien tmei je kwamen niet alle n uit
Zwolle, maar o k uit d wijde omgeving en af en
toe zelfs uit Duitsland. amen met :il! n taande
vrouwen waren ze buiten de werktijden aan hun
eigen lot overgelaten. Die positie deelden ze met
alleen taande vrouwen n meisjes die tijdel ijk
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 22 - nr. 4 | 153
11 geen onderdak hadden. Het Tehuis voor \'rouwen
z rgde vo r de opvang an de alleen taande vr uw
n, en z rgd tegclijkenïcl v r w, t nt panning
van de dien tmei je . Het Tehui
h uten teeg, re ht lege no r de Waal e kerk. 1 n
het jaarver lag van het be tuur van het Tehui
vo r r uwen ver 1905 komen w iet over de
gang van zaken te wet n: ' Ic r dan ander werd
van het Tehui gebruik gemaakt, vooral in d n tijd
der e am n , en k, , men er niet mind r dan 300
logee , die er een meer dagen en na hl n verbleven,
1 1 een cwij dal he T hui in een
bepaald b hoefte v rziel. ( ... ) Z al b kend i
dient het "T hui " niet alleen al 1
alleen taande, fat 11lijk vT L
maar komen er b di 11 eiken Z nd, g- 11 Donderdagavond
on er 40 dienstboden die hi r
geen familie h bb n amen, die door
· ijk aang naam n nullig w rden bcz -
■ ■■■
d n. Een per jaar hebben deze mei je fee t, en
werd ditmaal 't jaarfee t p ennenheu el (bï
1--latt m) · rel. 't Wa er zeer gezellig en de
mei je ge n an de heerlijke hlu ht.'
Rond wa · de r uwen ie zeer a tu -
U\ althan een deel en) v elden
t teld bij mannen en wilden onder
andere he - en tem re ht e w rdt
1 el ge pr k n o er de er te fi g lf.
Tekenend voor die tijd e i de
Zw I c raad maa la1 ig rz ek
van een zwange de ere n na
haa llin en blijven rd in
de el di u ie op, maar het re ul -
taa vo ee, dat m ht niet, 1 ant
de lki n in de maanden voord
bevalling gi 111 uitdijende juf en na
de bevallin rwaarl zing leiden an
haar pli hl en m eder.
llavraagd 11111 1181. D mBÏBje
Ji• 11.1 "
0
•--
aar de hoe11el'lheid
ad1'erte11ties Il' oordelen
11'11S er i11 190- t•en
$c/iree11we11d tekorr aan
lwi ho11delijke h11/pe11.
Familie met /wee of drie
die11s1111eisies en 111eide11
waren in deze tijd geen
uitzondering. (Zwolse
011ra111, collectie!/ 0)
Een bij1111 nege111ie11deee11ws
beeld, deze geduldig
poserende groep Zwolse
weesmeisje.-. De weesl111ize11
probt•erden de meisjes
mw werk te /ie/pen als
dieustmei~ie of als 11aais1er.
Op de Zwofre Arme11-
scltoo/ ko11de11 :ede da 1r-
11oor beno iigde 1•a11rdighede11
leren. ( ollcct ie
HCO)
11-
154 | jrg. 22 - nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 De moeizame 01•ers1eek
l'/111 de IJssel met een po111-
vea betekende vaak lu11ge
wac/1rtijde11 voor de reizigers.
Geen wonder dat op
deze plek twee 11itspa,111i11-
ge11 te vi11de11 waren 0111
het wachten te bekorte,,.
Ook w11_1 het K11ten•ecr
,•oor 1•ccl Zwolle1111re11 ren
grli~fif uitstapje op zondagw
met mooi weer. A,111
de rechterk1111t is te zien
dat met dt•fiers ook de eerste
fietsrnrekkw in het
straatbt•rld l'ersclw11r11.
(Colfoctie //CO)
Een gezelschap d/lml!s i11
de t/reet11i11 /lij het Kater-
1wr. (Col/ecth• HCO)
geur an de nieuwe tijd
Het strnatbeelrl
Al die klein b drij or een gr ot de 1
in de binnen tad ge e tigd. amen met de vele
\ in keitje ·, h tel , re taurant , afé , kr gen n
niet te vergeten de dag lijk e b rcnmarkt n,
moet dat een ongem en I ndig traatbe Id hebben
opgeleverd. Zwolle telde olgen de ·tad gid
maar lief: t 19 hotel en 21 restaurant en koffiehui-
1en, t\ ee mclkinri htingen, twee gaarkeuken en
drie onthouder lokalen. De afé en kroeg n I erden
in de tad gid helaa ni t gen emd, maar het
aantal van 6 tapper. en lijt r uit het adre b ek
gce~ waar hijnlijk een , ardige indi atie. Daarbij
moeten we niet vergeten dat naa t de Buiten ocië-
■ ■■■
teit en een ont panning tuin aan het root
\ ezenland in de onmiddellijke nabijheid van de
tad n geen twaalf and r zog naamde uit panning
plaat en te vinden I aren: de gelegenheid
Zomerzorg en a é Half.. cg in de eerallee, de
theetuin van Thij en ach ter den Berg, afé at rveer
en café IJ elzicht, d zaak van\ duw Zwakenberg
in het ieu, erk, d Bi rt n (t en al!)
in de helleralle , d Han kamp, c, te Ruimzicht
en In de Wip trik aan d \ ip trikkerallee, uitp
den int -Agni I nberg en d Peli -
kaan aan d eppeler tra at1 cg.
Dit traatb Id zal ni t vc I hebben afgewck n
an dat van andere d rland c teden. laar
naa t al di kleine bed rij en en de vele h re agelegenhed
n werd h t traatb Id van Zw Il in 1905
in hog mate bepaald door de o rtdurende aan,
ezigheid van boeren. og in 1920 hreef een
bez eker van Zwolle: ' Het rijk der b eren is niet
er te z eken, het grenst aan de muren, ge tapt uit
de tad z ó in de I eilanden. n wel ziet ge de weiland
n b ginn n, maar g zi l ze niet meer uitch
iden. He rlijk z 'n groene erte, vlak al een
taf, 1, zi h uit tr kkend t taan de kim, n uwelijks
nderbroken do reen enzame hoeve met boomen
en hooibergen, door een buitengoed met
warande, door een eindeloo1c traat, cg met
bo men bebo rd.'
1 n 1905 1 a het agrari he karakter van Z\ lle
en omgeving zo mogelijk nog veel gr ter. Zwolle
wa een kleine tedelijke enclave in een omg ving
die erder v oral be tond uit gr ene weiden mc.:t
veel, heel e I k i n. i t voor ni ts had z, olie,
vanuit ederland perspectief, een belangrijke
veemarkt. En al die boeren bczo hten regelmatig
de tad. Ze verkochten er in het entrum gro nte,
b ter en melk. Dat I a al eeuw n zo, maar t h
vera nderde er rond 1900 iet . p foto' uil die tijd
i I zi n dat met nam d boeren r u1 en nog I el
in klederdra ht ver traat gingen, maar bij d
bo renmannen lag dat and r . M r n 111 er
namen zij de kleding v r van d men en uit de
tad. Bewu t of onbe1 u t wilden ze niet direct
me r al b r herk nbaar zijn. Hel wa een landelijke
t r nd. Een on ervat r van het tedelijk
·u um in 111 t rdam zag die gedaantcwi eling
m t led gen aan:' rheuge men zi h than nog
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 22 - nr. 4 | 155
11 in het kleurrijk kleed, getuigende van v 1k eigen
maak en vinding, waarmee de landb uwer n g
zo gun tig , f l ken tegen d g da htcnloze
nad en rij an de burger .'
Maar h de Zwol e bo r n en oerinnen ok
gekleed gingen, in 1905 ging h t ze voor de wind en
dat had \ eer en gun tig effe t op de middentand.
at \ as althan d vi ie van het tad bestuur
in h I jaa rver lag: ' 1-1 t jaar 1905 zal ngetwij
cld m I guld n lelt r in de annal n an het
b eren edrijf gegrift taan al een alle zin v rdelig
j, ar, waard or de ko pkra ht dan ok
b langrijk ge t g n i . ( ... ) Voor onz n midden -
tand i de betere p sitic van den bo r een zaak
an aanbelan •. Di onze !raten d rkrni 1,
zo w I de hoofdw gen al de zij tra ten, ziet overal
in verruiming of verfraaiing der wink I f magazijn
n dat het de b trokkenen go d gaat en dat h t
niet aan ndern ming gee Ion tbr ekt.'
Het levendige beeld van z, olie werd nog een
v r terkt door de voortdurende aanwezigheid an
paarden in d tad. Ze werden gebruikt v r z \ l
■ ■■■
pa agier - al vra htv rvoer. ra htauto' \ aren
er n g niet. Het tad geluid mo tv reen belangrijk
deel zijn b paald do r het geratel van de met
m taal be lagen , ielcn van de karren, koetsen en
wagen . Ho f: meden en talhouderijen, overal in
de tad aam ezig, zorgden vo r d erzorging van
al die paarden. or de Zw llenaren van toen, a
Elke dag ll'eer trokken
tie11111/le11 boeren e11 boeri1111e11
uit de wijde 0111ge-
1•i11g 11a11r Zwolle 0111 d 1ar
'111n waren 111111 de 1111111 te
brengen. ll'e zien l,ieree11
groepje eien•erkoopsters
in de kledmlracht 1•t111 de
.treek. (Collectie H 0)
8,j de llnr111onieaa11 de
Grote Afarkt stemden elke
dag boeren met melk en
boter. De boerinnen zij11
door /11111 kleding goed re
onderscheiden 1•011 de
andere Zwolse vrouwen.
fier kledings11erschil 111ssen
boeren en 11111111,e/ijke
stedeli11ge11 ll'IIS 1•ee/ minder
groot. ( ollectie HCO)
11-
156 | jrg. 22 - nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Een kijkje 1't11111it de O11dt'
\ 'ismarkt op de bocre11-
111ark1111111 het ,11s1l111isplei11.
Een 1•oor dit! tijd bijzonder
goed ge111n11kte
foto, omdat het i11 dl'
begi1Uarc111'1111 defo togmfie
niet e,•m·oudig was 0111
bewegende /lee/den vast te
leggen. ( 'ollectit· //CO)
De Diezerstr 1111 ter hoogt•'
1w1 de meden. Zwolle telde
in 190· i11 de bi1111c11-
s111d talloze smeden en
st11/ho11daijen. 1 iet 11/lee11
boeren gt!bruikten paard
e11 wagen, ook de met!ste
lia11delare11 uit de stad
1•en-'Oerde11 er l,1111 nachten
mee. Pas i11 de jaren
dertig 11ersrhee11 ,IL> eerste
1•rachtautt1 i11 Zwolle.
(Collectie HCO)
r niet nicU\ onder de z n, z war n van kind •
been af opg gr id met paarden in hun nabijh id.
To h , a · er een kentering merkbaar: d tad •
■ ■■■
m n uit 1905 begon peen dingen te ruiken die
hij in de e uw n daarvo r n oit gcr ken had. Zo
klaagden in maart bew ncr van de Blijmarkt
t gen een raad be luit m het afvoeren van d
me t uit de me tbalken uit te t llcn t t elf uur
‘ morgen . p de Blij markt wa namelijk een talhouderij
geve tigd. Elk m rgen werd er zo’n viez
v htige lu hl ver preid, dat · de ramen di ht
m e l houden. klagende burg r v nden het
raad ·be luit ‘e n teruggang p d weg der be ·cha –
ing’. ‘ Die talhouder do n al ze all een in de
tad wonen’, chreven de buurtbcw ncrs. De
klacht t gen stanko crla l kan r paradoxaal
geno g op wijzen dat het in 1905 jui ·t minder
begon te tinken in de tad. De me l werd vak ren
beter opgeruimd, al het k n p een plaat · waar
niemand er la l van had. Wat eeuwenlang ge\ o n
wa gewe 1, werd uitzondering en du een reden
tot klagen. Er was een ni uwe tijd aangebr ken!
er tijd ge prokcn, o k de elcving d arvan
wa aan verandering onderhevig. m te zien hoc
1 at het was, keken de Zwollenaren al honderden
jaren niet op hun horloge, maar p de wijzerplaat
and ki kop de Peperbu . Al die ki kwat v r
of achter liep, dan had ni mand daa r moei te mee.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 22 – nr. 4 | 157
11 laar met de k m t van de paardentram op de
rote Markt veranderde dat. 1 n de Zwolse Co11m11t
, cc een ingczond ‘ 11 bri hrijver op een pr –
bleem dat ver r1aakt we reen b t ing van
de oude en de nieU\ e eld. Hij hreef: ‘ r
wordt over geklaagd dat de , ijzer op de wijzerplaten
van de klok op den rooten Toren (de
Peper , lijk er pringen, waardo r er alle
kan b te laat k men, al men an de tram
p de larkt gebruik wil mak n. De wij –
zerplaat op de n ” n ” 5 à
2 minut c
ndu t ,
zoodat k
mcerma t n
de Lutte t , . u de dire tie
niet al ,·ertrekuur kunnen nemen de wijzerplaat
an den n rdkant? r 7.. u d ta uun 1::rkmaker
de wijzer niet lot hun pli hl kunn n brengen?
Dat laat te zou zeker het be -te zijn.’
Een deel van de reiziger zal in d melk al n
p de Melkmarkt p die paardentram hebben
gewacht. Dat suggereerde tenmin te de tad gid :
■ ■■■
CRAWFORD RUWIELE .
lari. hibaht
S. WIE
‘ erlat n , ij thans d r
n naar de M lkmarkt,
at met dubbele b , aarvan de oor te
helft · · ·. or j re zïn vervang
n. ui en, dan kunt ge
dit u Zw he M lkinri hting,
1an de tram. ij kunt
hi r t 1ten zilt n en u in het choone
gezi ht te an het gewoel op uw gemak
crlu tigen.’
\ ‘oor het 1-ervoa 1•1111 klei-
11ere 1•mc/1te11 ll’CIS ee11
ba~/iets ongetwijfdd etm
••cel sndlcr 1·en1oer111irldel
dan de 1re1ditio11ele paard
en w11ge11. A1frer11•ntie uit
190;. (Zll’olse Co11m111,
col/ectidl 0)
/ 11 1905 is de Melkmarkt
110g 1•oorzie11 van ee11 d11/1-
bele bomenrij. Enkele
jaren later werden ze
omgehakt. De 1111111111ers
op de bome11 11erwijze11
111111rdeplekke1111oorde
11111rktkm111c11. (Collectie
HCO)
11-
158 | jrg. 22 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Rechts: De gasfab riek was
w111 uitzonderlijk bela11g
11oor de Zwolle1111ren. DL’
fabriek zorgde \IOOr lirhte11
kookga en dat beteke11de
een rel’olwie i11 elk
Zwols lwisgezi11. Alleen
1•oordt’ ar111ste11 was de
prijs l’OOr de /e1·eri11g 1•1111
her gas nog te hoog. ( Collectie
H 0)
/11 deze ad1•a/t’11tie is nog
eeu 011da wcts kooktoes rel
afgebeeld. /11 de tekst
ernaast wordt echter ook
de aanda cht ge vraagd
voor de moderne gas1oestelle11,
die in snel trmpo
het petroleumstel zo11de11
l’en•1111ge11. (Zwols.- Co11-
ra11t, collectie HCO)
De tad gid ein · zij op het R de
T ren plein, waar h · af I tr fen aan de
linkerkant d gr te bi “en m utcrij
Het chaap: t waar de
nieuw alonb te w ht t omboot-
nderneming, varende p Am terdam, aanleggen
en het sierlijk hout n kantoortje dier
nderneming in d nabijheid.’
Het romanti h beeld dat de tad gid priep,
had ook en k r1ijde. en brief hrijv r in d
Zwol e Co11ra111 b klaagd zi h bijv rbeeld ver
verla t van h nden p d elkmarkt. ‘De h ndenplaag
vo r de lelkmarktb w ner i weer in
volle gang. orverdovend klinkt het geblaf en
gehuil. om i h t een hond die aan een tijdelijk
onbeheerde kar gebonden zijn noodkr ten laakt,
of zich erdedigt tegen plagend j ng n die van
stedi11ge1111i1 dat jaar is
Il! lezen dat de 1•ele st11dspa111pen
in ijltempo werden
gt’sloopt. 11 ier zien we
er nog een in de K11111p1•rstracJ1.
(Col/ec tiell 0)
■ ■■■
\ i herlink m rkte in de raad v rgadcring van 2
eptember 1 4 op dat h t \ ater uil pompen en
putten in Diez z r te wen en o erliet. In het r.
lag van d raad lcz n \ e: ‘ preker haalt al· voorbeeld
aan e n put buiten de Diezerpoort, die
blauw 1 , t r b vat, welk wat r naa r hem werd
med g d eld gelukkig wel ni l gedronken \ rdt,
mdat het wel wat al te rg i , maar t ch v r
hui elijk gebruik gehaald wordt. it andere putten
drinkt men hele hter wel, ook al ontla t 1i h
daarin, zooal werkelijk m t n pul het geval i ,
m nage- en ander vuil wat r lang kl eine gootje
en al ziet di t \ ater ook g cl en groen .’
Pa in 1 9 liet d g me ntera, d een onderzoek
in t llen naar d te hni he en linan iël
mogelijkheden van cl aanleg van een waterleidingnetwerk
v or de drink1 at r o rLiening. 1a
talrijke onderzoeken k nden ,e beginnen. Op
29 december 189_ v nd de fc telijke op ning van
de gemeentelijke waterleiding plaat . In datzelfde
jaar wa ook d boUI van de watertoren op de
Tur markt v lto id.
Daarna ging het . nel. R n I de eeuw, i seling
waren er ngeveer 1900 aan !uitingen en in 1905
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 22 – nr. 4 | 161
11 was data, ntal opg I pen t t 560 , dat\ il z ggen
dat bijna neg ntig pr ent van de hui houden
toen verg ed leiding\ ater be hikte. oordat de
waterleiding er kwam, v nd er in d b I e raad
een principiële i u ie plaat er de raag of
dat g meen Le\ aler grati ver tr kt moe t worden.
at was een kwe5tie van belang, want grati water
bet kende dat ook de allerarm t n er r k nden
be~ hikken. egen lander b to gden dat grati
water de hui je melkers in de k, art zou pelen.
olg n een raad. li I wa d redenatie an de erhuurder
: ‘ \’ aarom 1ou 1:n \ ij ko ten maken
(vo r het aanleggen van waterleidi ngen), gij kunt
to h gratis water krijgen?’ iteind lijk b loot de
raad alleen tegen betaling water te ver trekken ,
m.rnr tegelijkertijd in de achterbuurten een paar
,1ftappun ten te plaat en waar de arm n grati
water k nde1 tappen. 1 e verbetering van d
waterv rzi ning in lw lle k\ am net p rijd,
want on. land werd jui t weer g tr ffen do r de
‘ t.iati he zi ktc’: de ch lera. Nauwelïks twintig
jaar daarvoor waren er nog maar weinigen die e n
verband I gden tus end I hte kwalit eit van het
water n d ‘/e ziekte.
■ ■■■
‘ luipertje mak n’
Ki11dere1111i1 de tijd van Ot en ien
In de mee t van di hui houden , al dan niet aange
loten op water n gas, \ oonden kind ren en
die mo ten volgen de ni U\ es hooi wet allemaal
verpl icht naar chool, de lagere ho 1 , cl te vertaan.
ant alleen een kleine b ven !, ag ging verd
r naar het hoger en v ntueel univer ilair
onden ij . De re tv lgde een r cp opleiding of
ging , an het werk. ie h lpli ht werd nog
maar ind kort treng gehandhaafd. gluikcnd
werd tot het eind van de negentiende eeuw toegetaan
dat kind ren in bepaalde tijden v. n het jaar
thui werd n g h uden. 1 al ge curde met nam
p het platteland ron om Zw lle, zoal in Die7 .
In de tijd van n g niet gemechani e rd landbouw
waren in het g t- n h i eiz en vele hand n
n dig. Maar in 1905 zien \ e dat de niell\ e tïd L’n
intrede had gedaan. Veel werk p de boerderï of
niet, de kind ren moe ten gewo n naar hooi.
auwkeurig hielden de 111 ·ter en ju fen het
h I erzuim bij. V r heel 1905 kwam
( o/lectie HCO)
Bad- en Zwem-I nrichting
“Zwartewater” – Zwol Ie.
■ ■■■
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 22 – nr. 4 | 169
11 ■ ■■■
Z.J\. . l1t!teke11I niet roor
niets Zwol e Atletischt•
lub. De 11u11111e11,ifile/i11g
liet zich i11 verschillende
spectarnlaire poses l’l!ree11wige11.
Af e11 toe too11-
fe11 ze h1111 k1111ste11 i11 de
B11ite11 ·ocii!teit. De gymnastieklessen
vond1•11
plaat. in rle Gymnn ·tiekschool
111111 de J11!Jere11wa/.
(Collectie NCO)
.V1111s1 Z.A . . was in 190-
ook de Zwolse Gy1111111stiek
\’erenigi11g a tief Hier
po t’re11 de 111111111e11 e11
1•ro11wen 1•oor de B11ite11-
5oäëteit. (Collectie H 0)
11-
170 | jrg. 22 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 De 11ac/11S100111boo1 1•oer
dage/ijk. ,,a11 Zwolle 1·i11
Ka111pe1111aar Amsterdam.
\’cd pau1git!rs
111oeste11ge11ocge1111e111l’II
met ee11 plaatsje op het
dek. (Collectie HCO)
ge heid n o r mannen en vrouwen. In Zwolle
waren toen t\ ce gymna tiek renigingen: d
Zwol ( h) ymna tiek V re(e) niging en ilh 1-
mina. p 7 februari wa reen penbare Ic v or
de dame leden van deze verenigingen, waarbij
nder andere ok gym na tiekv r niging Thor uit
rnh m wa uitgenodigd. Dat gezondheid d
drijfveer wa v or p rtbe efening, werd prachtig
uitgcdrukl in d naam van de Arnhemmer vereni –
ging: T t heil onzer ribbenka t (Thor). dame
deden oefeningen met tokken, aan d ringen, de
brug, de h rizo ntale ladder en aan de zweefmolen.
en p 1, wandelbal-ja htbal, be I ot de amenk
m t, beri httcdelwo/seC011ra111.
it de altijd al aam zige belang t lling voor
z, emmen, ntwikkelde zi h in die jaren h I w dtrijdzwemmen.
Z\ Il had t\ ee bad- n z1ve111-
inri htingen: én in de \ etering (nu lmeloo
Kanaal) en én in het Zwarte, at r aan de Katerdijk.
lannen en vr uw n zwommen trikt
ge. heiden p er hillcnde dagen en uren. .r
ver henen in 1905 nogal wat ingez nden brieven
in de kr..1nt, waarin op ver 1111 a, rdigde t n
geklaagd werd o er d kaartje die te duur z uden
zijn. Je betaalde tien ent per bad en 75 ent voor
lien baden.
let trot kondigd 21 enwereniging het Z\ ark1
ater op s augu tu en zwemwed trijd aan. p
het programma t nd ond r andere een wed trijd
■ ■■■
rugzwemmen over veertig meter en dat , a ,
hre en ze, in Zw Il n g n oi t vcrt ond. k de
onderdel n gekleed en ngeklecd duiken tonden
p het pr gr mma.
n natuurlijk werd er in z, olie k gev etbald,
maar in 1905 wa die port minder populair
dan zwemm n n gymna tiek. V ctbal , a nog
g en v Ik p rt en dat wa in de re t van ederland
niet ander . Ma. r lief t 95 pro ent van de
ge I teerd p I r vo r het I dcrland elftal uit
die tijd kwam uil d beter milieu , vi r pr ent
uit d betere midden tand, en één pro ent uit het
volk milieu. In 1905, p 30 april, peelde 1ederland
in Anti erpen z’n eer te interland tegen de
Belg n. ederland w n met 4-1 . In Zwoll \ • ren
enkele n g kleine voetbal crenigingen, 1 m1rvan
Z.A. . (de Z\ of ( h)e tlcti he lub) de
b k nd te , a . De v etbalafdeling van di lub
zou in 1905 fu ren met de Zw 1 ( h)e etbal
ere(e)niging.
‘an’thoerageroep
Mobiliteit i11 1905
am geen einde’
Al w in onze tijd met het openbaar ver oer naar
Am terdam \ illen r iz n, dan hebben w de keu
tu n trein en bu , al ligt die laat te m g lijkheid
niet erg v or d hand. De Z\ llenaar uit 1905 had
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 22 – nr. 4 | 171
11 o k twee m gelijkheden: de trein of e t mna
htb 01. 1 ie na htboot kon avon tuurlijk zij n.
pan i htkaartcn uit die tijd zijn be hrij ingen
van torm en ,eeziekte (d b t er dw:irs o er
de Zuiderzee) geen uitlondering. Van lapen zal
weinig gekomen zijn, al I a het maar door het
geloei van koeien, die ook vaak met de sto 1116001
werden vervoerd. Behalve de na ht to mb ot
waren er o
■ ■■■
11 11-
126 | jrg. 21 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 nnèt Boot maan
Hulten en
im Huij man
.\
A lg ■
z..,
(Co/Ie tie Vn11 Egtc11)
■ ■■■
Groeten uit Zwolle
eeralléc bij Zwoll
Post tempel 29 maart 1 02
‘Zwol/ 27 111mm ’02
Ie).
11ze11 11rie11delijke groet 11it het Inge la11d an11 de zee.
Leef gelukkig e11 bloei nis ec11 s /10011e roos i11 J leer
lrich’s hof
w \frie11rl e11 rie11di11 B 1′<111 Egtc11 e11 Ec/11gc11.'
f-zender Berend van Egten ( 1 65- 1935) was bijna
55 jaar in dien. l v:in de firm,1 J. t n L ocs ·hate,
igenaar van de z, ol dr gi. te rij de udc aper.
De firma Ten Doe · hatc onderhield 1_.akclïkc
wecmaal maakte Ber nd e n zaken rei_ naar deze
Duit e relatie; in 1901 . amen m t .). Zclh r 1,
bo khoud r, en in 1911 m t J •• Piqu 1,
zoon van J. ten Do · hatc en toek m~tig firm, nt.
Van Egtcn •en t z er van de1c buitenland e rei zen.
r be tond n hartelijke bctr kkingcn Lus en
de familie. lrich en an Egten. Wanneer lrich
in ederland \ a , logeerde hij bï de an Egtcns
aan de ud Vi markt. Bij zijn gouden jubileum
in 193 kreeg Van Egten van I.Ïjn werkge er een
reis naar Thüringen aangeboden , om amen met
zijn e htgen te nog een de t0cht te maken waaraan
hij i'.Qveel g ede herinneringen had.
Deze kaart met i twat ho gdra nd gelukwen
, rd in 1 2 ver tuurd aan Lina Brü kn r
ter gelegenheid van haar huwelijk met Herman
lrich. prncrkelïk is de adre ering, de impcle
aanduid ing 'i.Th.', wa blijkbaar voldoende om op
de jui t b temming t arri ren. L in dit
nummer me r o r d amili an Egten n de
Oud ap r.
\Nat bctr ft de nfheclding, op pagina 164 treft u
d b . pr king van het onlang er · henen be ck
De Veem/lee aan.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 4 | 127
11 Redactioneel
om t I je al reda ti van dil tijd hrift op een
onverwachte en bijzondere hi tori he bron. Dat
verkwam nn t B t ma-van Hult n ruimt\ ec
jaar geleden. Bij de v orberciding van het tijd -
hrift gewijd aan de Zw I e k pman gee t kr eg
zij een fot album i1 h, nden 111 l ra htig ~ to'
uit het egin an d twintig te eeuw van het
bedrijf van d famil ie Ten Do hate, de ude
ap r. Bov ndien bleek het i torisch entrum
Overijs el een manu cript te ezitten met herinneringen
van teven van gten, de zo n van de
b drijf: leider uit diezelfde peri de. Hij vertelt
v r zï n vad r, di al 1 μjongen bij de fi rma Ten
Do hat b g n, maar vooral v r de beleveni -
en van hemzelf al tienjarig jong n, di pe lde
en de help nd hand b od in d geboll\ en van h t
b drï aan de Di zer traat/Oud i markt en in
de Bitter traat in de periode rond 1909.
Het plan om van d ze tw e bronn neen pe iaal
nummer van het tijd hrift t maken, werd
nel geb ren . teven van gten ha I niet kunnen
dromen dat 7ijn jeugdherinneringen, ge hre en
in 19 2 en bedoeld voor zijn pleegzu je, ruim
twintig jaar later do r de vele leden van de Z\ ol e
H i tori he ereniging gelezen zouden worden.
teven van gten hreef zijn eigen ge chiedeni
op. In Hoc schrijf ikgeschierlenis van Jan van de
Wetering, het b ek dat bij de b ekbe prekingen
w rd t behandeld, kunnen (amatcur)hi torici
lcz n h e zij met de g geven van een hi tori ch
nder,oek, een ok or derd n aantrekkelijke
(familie )ge hiedcni kunnen hrijven.
■ ■■■
Inhoud
Groeten uit ZwoUe
Annèt B ot ma- van Hulten
en im Huij man 126
Inleiding nn t B t ma- van Hult n 128
De Oude Gaper
Heri1111eri11ge11 rond ee11 oude e11
vermaarde drogisterij teven an Egt en 1 3
Loopjonge11 i11 de Oude aper
Van der Laenstraat 9
Wegaa11 verl,uize11
Het 11erloren Toverla11d
Meneer J. te11 Doessc/,ate
Hetpaklrnis
Ee11 nare val
Een middag i11 dienst van de Gaper
Vrijdag marktdag
Kntirlerije11
Watersnood
aders go11de11 jubileum
Brand i11 de Gaper
Boekbe prekingen 164
Recent ver chenen 168
ededelingen 169
Auteur 170
Omslag: Het taplokaal \lal/ olijf- e11 slaolie. Zittend
achter rle tafel Berend 11a11 Egt en. De l'ierkn111e Te11
Doesschntej1esse11 zijn duidelijk zicht/Jaar. (Fotoalb11111
Ten Does_ hate, parti 1iliere collectie)
11-
128 | jrg. 21 - nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 nnèt Boot ma -
an H ttl ten
Inleiding
Hel fotoalb11111 Te11
Doesschate,fraai i11 leer
gebonden en 11erg11/d op
s11 e. (Partirnliere colIe
tie,folo H 0 )
ij bt geb11djteni&uiering btr.• ~ ··
..,..t•~ tNNna~ing
u11n n1en ijooggeadjten atroo · l<>
eni eer~. tn ~Hs&~atc
en’fJRturouro ~-t.. ‘l>••s~ati
,,l,eHn 11,U,n st.in,
ru rbt ?un bit bum aan5eb ben me ·
be bebe bat b~ ,,sm bfijvtnb Of
en 9un Jlinberm rusten m~,,~.~~~
c.i}t’, ,,c..
‘”1 ,.,,., n. 1 .. ..:.on
~ , . ., 7A .,_. ……. –
Î~: /1:’ ,./· / /170
Het titel/Jlnd i11 het fotonlb11111, 111c1 de 11a111e11 vr111 de elf personeelsleden.
(Fotonll111111 Ten Docssclwte, parti 11/ierecollectie)
■ ■■■
In ptember 20 2 bra ht de redactie an h t
Zwols Historisch Tijdschrift n themanummer
uit onder d tit I Zwolse koop111n11sgees1 (ZHT
19 nr. 3). In dit th manummer I rd n in kort
be t k twaalfZw I eb drïven be hr n. Ik erz
rgde daarin nder me r een artikel o r de
ude aper en de firma J. ten o hate. Tijden
het verzamelen van h t materi , 1 o r dit nder-
1 erp kwamen er tw unieke bronnen aan het
licht. D fami lie Ten D e chate h,d nog een
prachtig fotoa lbum uit h t begin van de twintig te
eeu1 in bezit, met een uitg br ide f, torep rtage
van de ude ap r n de gr i rd rij die daar
d tijd deel an uitmaakte.
Daarnaa t bleek zi h in het H
cript met herinn ringen aan de
be ind n, g hreven d r teven gt n,
zo n van e n o rmalige bedrijf: leider. Deze b ide
bronnen bevatten e n hal a. n materiaal
maar door de opzet an het themanummer uit
2002 kon maar een ki in d el daarvan gebruikt
~ rden. Het wa t en I cl m te n duidelijk dat de
ombinatie an beide bronnen uit tekend
ge chikt I a voor e n latere afz nderlijke publi atie.
let dit niem e th manummer i dat nu ver wezenlijk
t.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 21 – nr. 4 | 129
11 De ude aper n de fami lie Ten Doe chate
1 n het pand Diezer traat 14 wa van 17 2 t t 1990
d vermaarde dr gi terij de ude aper geve –
tigd. en van de bijz nd rheden an de Oude
aper wa dat de winkel in haar ruim tw h nderdjarig
e taan nauwclijk van uiterlijk veranderd
wa . ln ouderwet interieur werd het drogi –
terijvak nog op traditi nelc , ijze uitgevoerd. e
Gaper werd daardo r in de tweede helft van de
t, intig te eeuw leed meer een bezien ·, aardigh
id, maar wa ten I tte niet meer rendabel. Hond
rd jaar eerder wa dat wel ander .
Rond 1900 be t nd de ude Gaper niet alleen
uit en dr gi t rij maar o k uit een gro ierderij
in drogerijen t:n verfwaren. Het bedrijf was in die
tijd eigendom van Jurriaan ten Doe hate (1 42-
1916) en zijne htgcnOLe Jan (je) ten Doe hate –
cl! n t ijn ( 1 -16-19_4). De winkel t nd ekend
al de ude ap r, maar d gro ierderij , erd
gevoerd onder de naam d firma J. t n e schate.
De gro. ierderij mvatl d handel in drogerijen,
spe erijen, hemi aliën, d f, bri ag n handel
■ ■■■
in v rf n de imp rt en handel in levertraan.
B halve d winkel aan de iezer traat ezal de firma
ok n g n akhui aan de Biller. traat, g 1 –
g n re ht tegen v r de oude ut cho 1. De zaak
t lde in di tijd lf per n el leden.
H t chtpaar Ten Doe schate – cllensteijn
wa getrou\ d in 1 7 . Er werden drie kinderen
geb ren, Anton in 1 79, Will mina J hanna in
1881 en ezienu in 1 5. 111011 en ezienu · gin gen
later all b i 111 di ijnen stud ren en werden
art , Will mina J hanna zou met haar e htg noot
Jacque ullï Piquet (1879-192 ) d firma o rt zetten.
In I liet Ten D e hate aan de Oude is –
markt 7, in het verlengde van Diczer lraat 14, een
hui bouwen waar hï m t zijn g zin ging w nen.
Beide panden tonden met elkaar in verbinding,
een ituatie die tegem o rdig n g teed z i .
aa t het hui aan de ude i markt bezat <.Ic
familie Ten D e hate een tuk land met een
z merverblijf, 'de K epel', aan het Klein Wezenland
(nu Burgemee ter an Roijen ingel 9). In
De 'Koepel' vc111 de
fnmilie Te11 Doesschme
ww liet Klein I Ve.:e11-
ln11d / B11rg. 1•n11 Roije11-
si11gd 9. ( Fotoallmm
Ten Docssclwrc, parti wlicrc
collectie)
(Fotoullm111 Ten Docssclwtc,
partirnlicrc collertic
)
KOEPEL- KLEIN WEEZENLAND .
MET ,wsn IS DE GEEST
E OOK HET LIJF GEPAST
E BEIDE DIE VHIGAAN
DOOR AL Ti STAGEN LAST.
11-
130 | jrg. 21 - nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 De 1•iskolk Oldc11eel.
/r1rri11r111 ten /)ocssclintc
was ee11 verwoed l'Î .. er.
Op w11dag1110rge11
begon de dic11s1 i11 de
rotc Kerk 0111 JO 11111".
\lolgC11s de fo111ilicovcr lc1•
cri11g 1wlie1 f 11rrie1011
0111 1 11111111111 m •cr tic11
z~in h111s na11 de 011dl·
\lis111ark1 0111 te gn1111
l'i.se11, hij liep da1111ie1
meer liet risico ortlwdoxc
kln11trm of bekt•11 -
d 11 /('!(CII te komen.
( Foton//,11111 Ten Docs sc/
1e11c, pnrticulicre
collectie)
190 liet en e hat
dit z merverblijf optrek.ken
tot een b tendiger hui met de
bed eling Licl1 daar perman nt te e tigen.
Jurriaan ten oe ch l wa p dat moment 6
jaar, hij nam t n ok wat meer af tand van zijn
Lakelïke be lomm ring n. In het hui aan de
udc Vi markt werd de toenmalige chef van de
winkel B r nd van gten 111 t zijn g zin geîn talleerd.
De dag lijk e gang van zak n in h t bedrijf
, erd t n t ven aan an gten to v rtr u, d.
Het fotoalbum Ten
H te hlpaar Ten Doe llen tcijn tond
in aanzi n bij hun medewerker . Ter gelegenheid
van hun 25 -jarig hll\ el ijk in 1903 kregen ze van h t
gezamenlijke per one 1, elf per onen, e 11 impoant
~ t album adeau , aa rin h t hele bedrijf p
de g v elige laat , a va tgelegd. efot grafe rd
werden de panden aan d Diezer traat en de ude
Vi~m,1rkt en het pakhui aan de Bitter traal. V rder
waren er binnen pnam van de winkel, het
■ ■■■
kanto r, de kruid nzolder n de vern arenzold r,
een verfkamer en een hl raf, eging. e n tap-
1 kaal v or lijf- en ·la li , en taplokaal voor de
levertraan en een ki tenmakerij annex · hafllokaal.
Daarnaa t waren r nog opnamen gemaakt
van het zomerverblijf aan het Klein Wezen land en
de vi kolk ldeneel d fav ri t vi tek van Jurri aan
ten D e s hate.
Het album bevatte in t taal neg 11Lien ~ l • ,
alle in pa e-partout ingepl kt. De bladen met de
foto' war n verlu htigd met fraaie pentekeningen
in Jugend til. orin het album wa e n gekalligrafeerd
til lblad met de opdra ht van h t per oneel
aan h t jubilerend e htpa, ren met per nlijke
ondcrtek ning. In Zwolse Koop111n11sgees1 uit
2002 werden al drie fi t • en een tekening uit dit
album afgedrukt, in dil nummer kunt u prakti h
alle fi t ' en tekening n be, nderen.
Het album bevindt zich n g in famili I zi t,
het H heeft , el k pieën van de afbeeldingen
mogen maken. Het i. onbekend welke ot graaf
de o namen de tijd gemaakt heeft.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 4 | 131
11 Berend van ·gten (1865-19 5)
Beren van gt n w rd op 22 april 1 6- geboren in
A end rp al· oud t van de vier kinderen van
l, ndbou\ er t ven van Egt n (L 3 -19 11 ) en Aaltien
Kroe eman (1 3-1903). Berend moe tal j n
meehelpen op d bo rderï, 1 aardoor hij de lagere
ho I niet helemaal had kunnen afmaken. Op
vij tienjarige I eftijd deed hij zijn intr de in d
ud aper, het begin van een bijna -;-jarig
dien t erband. Ber nd beg n in de aper al
1 opjong n, deed r in de praktijk zijn kenn i p,
werd winkel h f, in 19 bed rï f: leider en ten I tte
pr uratiehouder. Bij deze lo pbaan hi lp d t
hij go d met men en kon omgaan, Ie rgi rig n
ambiti u I a en, la t but not l a t, hij had plezier
in zijn werk. Bï zijn 40-jarig jubileum in 1 20
\ erd hij koninklijk onder cheiden.
B r n \ a niet alleen tr uw aan d ude
aper, maar o kaan zïn hri t lijk g I vertuiging.
Hij behoord in 1 8 t t de opri hter van
de ·ong ling vereni ing ' H r i nz b nier'
en hij wa 47 jaar zondag hoolonderwijz r in
lkrkum. 1-! ï bra ht het zelf tot k rk nraad lid
van de Her ormde erk, een illu t r gez I chap
\ aar an het lidmaat hap do rgaan alleen aan
notabelen\ a orbeh uden.
l erend van Egt n t roU\ de in 1 94 met J ntje
van Ding tee (1 62-1936). it dit hu\ lïk \ erden
vier kinderen geb ren, in 1895 A, ltj , in 1 97 eerrje,
in 1 99 te en en in 190L Hermien. Z al
bo en al opgem rkt, v rhui de het gezin an
gten in 190 naar d ude Vi markt 7, waardo r
d ud ap r een ub tantieel deel an hun
leven ging uitmaken.
teven van gt n (L899-1984)
T n B rend en Jent' van gten naar de ud
Vismarkt verhui den, wa hun derde kind en ni g
z on teven negen jaar ud. en leven lu tig
kind n klaarblijkelijk z ontv, nkelijk voor de in
zijn ·eugd pgeda ne indrukken dat hij later deze
·aren n g zeer beeldend wi t te be hrij en. Daarover
hieronder meer.
1\ I. kind bez ht teven net al · zijn zu je de
r, nje ho 1, de toen nog maar net opgcri ht
hooi oor hri tel ijk Ik nden ijs aan de Juffer
nwa l. Daarna volgde hij de /\!ulo aan d I lar-
■ ■■■
nix ch l. azijn eindexamen volgden nog kort
·t ndige di n tvcrbanden, eer t bij de firma 0. d
eeuw, de handel in ijz nvaren en landb uwgereed
chappen aan d Di zer traat en vervolg n
bij de coöp ra ti ve zuivelfabriek' loop op Zegen'
aan de Phil ofenallee. 1 et kantoorleven wa h m
cht r el te aai en in 1916 vertrok hij p zev nti
njarig I eftijd naar het gnrnizocn in Kampen
m zijn dro m an ber ep militair t • ven ez. nlij-
Bere11rf \ln11 gte11
(1 65-1 5) nlsjo11ge
1111111. ( 'o/li:ctie \/1111
Egtc11 )
tel'e11 11n11 Eg1e11 in
111ilitair 1111ifon11 e11 zij11
verloofde t\111111 Elisnbet/
1 \10/bedc1, begin
jare11 rwi111i ,. (Collectie
V1111 gre11 )
11-
132 | jrg. 21 - nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 ken. teven chopte het tot sergeant, maar de
dien t bracht hem ni t wat hij zich er van had
v rg tcld. Hij verliet het leger in 1922 met antimilitaristi
h g voelen en de re t van zijn leven
bleefhï pa ifi t. azijn militair carr ière ging hij
werken bij h 't K Ml in De Bilt, waar hij bela t
wa met waarnemingen. Hij zou daar tot zijn penionering
blijven. teven van Egten trouwde in
1925 met An na li a eth olbeda (1899-1994), zij
kr g n twee kinderen. Het e htpaar wo nde ook
in De Bilt. teven richtte daar e n padvinder -
groep op, wa ouderling bij d ederland Herormdc
emeentc, ambtenaar van de burgerlijke
tand en hï werkte mee aan een bo k over de
geschiedenis an h t KN ll. eschiedeni had
tevens grote belangstelling.
Het manu cript met de jeugdherinneringen
In 111, art 1992 werd aa n het Gemeentea rchief
Zwolle een manu cript ge chonken met herinneringen
ann de ude Gaper. De sch rijver van deze
herinneringen wa teven van Egten, de chenker
de he r H.T. . Koning uit Putten. Bij de voorbereidi
ng van het themanummer Zwolse Koopmn11sgecs1
namen we ( im Huij man en ik, ABvH) dit
d urn nt do r en het bleek een prachtig tijd -
beeld Ic geven en een geweldige bron van informatie
te zijn ver h t dagelijk leven in de Oude
aper aan het begin van de twintig te eeuw. Het
do ument maakte duidelijk dat teven I tterlijk
een deel van zijn j ugd in de Oude Gaper had
d orgebrach t, maar veel meer dan dat hij in 19 16
uit Zwol le naar Kampen vertrokken wa , wi ten
we I en nog ni t van hem. De heer Koning die het
manu ript in 1992 had ge chonken, bleek inmiddel
overleden. ia de telefoongid op internet
k, amen wc dit najaar in contact met de zoon van
teven, de heer Berend van Egten uit Woudenb
rg. Deze verwees ons naar zijn zuster, mevrouw
)c111je hneider - van Egt n uit Leu den.
cvrou, hneider bezat nog v el meer materi-
• al an haar vader, want Steven van Egten bleek
een gro I deel van zijn leven op chrift g teld te
hebben. De herinneringen aan de Oud Gaper
vormen daar lecht een onderdeel van. an al
■ ■■■
zijn opgetekende memoire zijn vo r Z\ olie
vooral d re t van zijn jeugdherinnering n intere
an t, die hij onder de titel 'Burger in een kleine
tad' heeft be chrev n. \ ij komen daar in een vol gend
nummer van het Zivols Historisch Tijdschrift
zeker nog een keer op terug.
De herinnering n aan de ude aper bleken
peciaal samenge teld te zijn al cadeau voor h t
50-jarig huwelijk jubileum in 1982 van zijn pi gzu
je Emmy \i\l idmann. p h !'titelblad taat ook
d datering 'D Bilt, april 1982 vermeld. Emmy
Weidmann kwam in oktober 1916 al negenjarig
kind uit Duit land in h t gezin van Berend en
Jentje van Egten om a, n te terken. mmy bleef
ech ter in Zwolle bij de an Egten en trouwde in
1932 met de Zwollenaar Piet Koning. Dit huwelijk
bleef kinderl o . a het overlijden van beide echtelieden
schonk Emmy' zwager H.T. . Koning
het manu cript aan het Zwol e eme ntear hief.
Het in dit nummer afged rukte verhaal van teven
van Egten ver de ude Gaper be chrijft met
name de ga ng van zaken in d jar n 1908 en 1909.
Vervolg n heeft hij nog enkele bijzond re
gebeurte ni en b licht, het hoge water in 1916, het
ijftigjarigjubilcum van zijn vader Berend in 1930
en ten lotte de brand in de ude aper in 1934.
mdat teven vooral de situatie in de ude Gaper
rond 1908 be chrijft, het jaar immer waarin het
gezin Van Egten in het hui aan de ude Vi markt
kwam wonen, vormt zijn v -rhaal een bijzonder
g heel met de fo to' uit 1903 uit het fotoalbum Ten
D e scha te.
Het verhaal is licht bewerkt en geannoteerd.
e oorspronkel ijke tit I luidde: 'De kroonde
Oude Gaper', een naam die vroeger ook p de etiketten
an de Ie ertraan fles en van Ten Does h, -
te tond. Omdat de naam ud ,aper' e hter een
begrip i in Zwolle, hebben wij de titel aan •epa t.
Enkele pa sage zijn ge chrapl omdat die nog zu llen
terugkom n bij de publicatie an de overige
jeugdherinneri ngen van Steven van -gten. erd r
betreffi n de aan pa singen vooral gra mmati , Ic en
peiling techni che zak 11.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 4 | 133
11 ■ ■■■
De Oude Gaper
Herinneringen rond een oude en vermaarde drogis terij
'Hebt ij e11ige kwalen of pij 11,
\freest od e11 eert de //lerlicij11.
ezo11d te zijn, va11 leden fris,
De allergrootste rijkdom is'. 1
Loopjongen in de Oude Gaper
De kalend r wees .1 mei I o, to n mijn vader
Berend van Egten2 op vijftienjarige leeftijd zijn
intrede deed in de Oude aper. Het wa een wat
ongewone tap voor deze boerenzoon, die op de
boerderij van zijn vader maar node gemi t kon
word n. Maar het , aren bar I ht tijden. De
landbouwcri i van de tachtiger jaren tei terde de
bo ren tand. Ze hadden het moeil ijk, de boeren.
H t lot trof mijn grootvader te en van Egten3 in
bijzondere mate. Hij had n boerderij aan de
A ndorper traat. Maar het , aren niet alleen de
lechte tijden, die zijn Ie en moeilijk maakten. In
de kracht van zijn leven was grootvader blind
geworden, doordat van beide ogen het netvlies
lo liet. Daar wa to n nog geen kruid tegen gewa -
en. H t wa in 1880 nog onvoorspelbaar dat een
kleinzoon van vad r baa , professor Ten Doe -
hate4, al direct ur van het oglijdersga thuis in
trecht tiental! n jaren later h nderden men en
van deze k, aal zou verlos en. Maar op dat
moment wa de weten chap nog niet zover, zodat
grootvader in diepe dui terni het leven door
moest.
een wonder dat de boerderij achteruit holde.
Dit t me r omdat gr otmoeder een hartkwaal
had. T ten wa er, el, maar al het jaar ver trek
n wa moe ten rent en aAo . ing van de hypoth
ek klaar liggen. Er moe t dan ook op een of
andere man ier geld binnenkomen. ociale hu lp
6 tond ni ten mensen op hun geld laten wachten,
dat tro kte niet met de geldende moraal. De
oudste zoon Berend moe t geld verdienen. Jammer,
want door de narigheid thui had hï zelf de
lagere chool niet helemaal kunnen afmaken.
Maar er wa geen ander mog lijkheid.
Berend probeerd he in de ude aper, de
bekende drogi terij aan de iezer traa1 14. De
ude aper had een goede naam. 'Al je in de
Ga per werkt, dan ben je goed af', z iden ze in
Zwolle. De eigenaar, meneer Ten Does hate5, z g
blijkbaar wel wat in dat pientere joch en hij nam
hem aan als loopj ngen. Het loon wa wel niet
hoog, maar in deze benarde tijden hielpen alle
beetje .
Het was geen licht baantje. De werkdagen
waren lang. 111 zes uur ging de winkel open en hij
ging' avond laat dicht. Boven de winkel waren
drie grote zolder . Daar lagen de voorraden van de
talloze artikelen opge lagen. Daaruit moe t dagelijk
de winkelvoorraad worden aangevuld. Talloz
malen per dag rende de loopjongen met een
paar winkelladen ond r de arm de trappen op en
af 0111 te zorgen dat alle laden gevuld bleven, zoda l
de klanten nel en goed bediend werden. \ rijwel
alle ging met handkracht. AJ onces· ie aan de
moderne tijd wa er in het plafond van de wink 1
een luik. Al de vrach ten te omvangrijk ent zwaar
waren om te dragen, konden ze hierdoor naar
boven worden getakeld.
' Morgen vroeg, lang voor de aper zijn deuren
opende, was de jonge Berend al uit de eren.
Hij wandelde dan met zijn moeder naar e n wei land
in Dieze om daar de koeien te melken.
Berend droeg de volle emmers naar d rand an de
tad, waar zijn moeder het juk met de emmer
overnam en ze verder naar de A ndorperstraat
dr eg.
Om klok lag ze uur tond Berend voor de
Gaper om aan zijn lange werkdag daar te beginteven
van gten
11-
134 | jrg. 21 - nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 ■ ■■■
IND ÜVDE. 6APER DIE:ZERSTRAAT.
De O,ulc nper, Diezerstmnt 14, in 1903. /11 de de11rope11i11g stnnt Berend vn11 Egt en. ( Foton/1111111 Ten Doe-sclwrc,
pnrtirnliere collectie)
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 4 | 135
11 nen. Maar het werk , a voor hem bepaald geen
traf. e oude h er Ten Doe chate wi t zijn menn
t in pireren. Vele jar n la r prak vad r nog
met veel re peet o er meneer Ten Does chate, van
wie hij zo veel geleerd had.
Het leven van de loop·ongen, a niet gemakk lijk.
Fiet n gold al e n lu · . Alles werd te voet w ggebrach
t. En die ra htcn mochten er zijn. Al de
vrijdag in zi ht kwam, mo ten er me het oog op
de markt t vor n ve I zakken word n gevuld n
uitgewogen. Een artikel waar in de Gaper veel
vraag naar wa , wa bleekpoeder. Met het uit, egen
an bleekpoeder werd Berend opge cheept. In
het begin was dat afwegen wel een aardig werk,
maar naarmat het vat I g r werd, moe t de jongen
dieper in d ton duiken. Jui t nderin bleef
het ont napte chi rga hangen. Hij ademde het
ont napte gas in, tot hij bloed pgaf. it was het
ignaal dat de werkwijze veranderen moe t.
Meneer Ten Doesschate schrok er erg van. Gelukkig
heeft Ber nd er geen blijvend nadeel van
ndcr ondcn.
Berend wa leergierig. Mogelijk dat hij juist
door zïn gebrekkige hoolopleiding pr beerde
de gemi. te kan n in te halen. Hij tak niet al leen
eel op van m n er Ten Do schat . Al hij voor
een bood hap een vierd uitstuk6 of een tui ver
fooi kreeg, ijlde hij naar de boekenkraam op de
markt om een tweedehands boek te kopen.
' Avond lag hij dan in bed bij het gebrekkige licht
van en mpj kaar t leren. En dat na een veerti
n-urige werkdag.
Het bie f goed gaan in d Gaper. Berend kreeg
all ng h t drogi t ak redelijk ond r d kni . Hij
k nde d artikel n. Hij wi t h ede m erseltj en
drank·e gemengd moe t n worden en kon op de
geur de me te kruiden herkennen. Zijn baa zag
dat met genoe 1en en gaf hem de verantwoordelijkheid
voor de winkel. D ude Gaper wa n
wezenlijk tuk an zijn leven geworden.
Toen Berend in 1894 in het huwelijk trad 7, waren
de boekhouder Zei hor ten de reiziger an \ ijhe8
de ceremoniemee ter . In het voor deze gelegenheid
gemaakte gedi ht kwamen de volgende strofen
voor:
'Op ee11 goede vrijdag werd /,ij
lil de Gaper voorgesteld.
Vader 11oe111de l,em: 'schierjonc/1ie11',
Heus, /,et is 011s zo verteld.
Jn, /,et is waar!
Vraag 't /,et klein kantoortje 11,nnr.
Ongelukkig viel hij dik1Vijls
Bove11 vn11 de trnpp II nf,
Wnnr de j11JJromv9 IVel vn11 schrikte
Maar /rij zelf 11ie1 veel 0111 gnf
Alle zake11 i11 de 1Vi11kel
nan 1111 /rnnst door Ber 11ds hm,d.
Ann de tipjes vn11 de 11e11ze11
Ke11t hij bijkans ied re kln111.
Jn, het is wanr,jn, het is wnnr!
Vraag het in de Gaper 111nnr. ' 10
Van der Laenstraat 93
■ ■■■
Voor een burger die zichzelf re pecteerde, en
daartoe reken ik zeker vader en moeder, wa een
huis een hartemven . Ee n ig n hu i i e n bezit en
bezitterzïngeeftstatu. a om. treek d e u, -
, i e!ing het bezit van een hui niet een an de
voorwaarden, waarop iemand als kiezer kon , orden
aangemerkt?
War zou het worden: kop n of zelf bouw n?
Men r Ten Doe schate, die vanwege de op te
nemen hypotheek terecht een inger in de pap
had, ried aan: bouw 11.
a lang b raad werd er en t rr in g koz n
aan de Van der Laenstraat, toen nog As ndorpersteeg
geheten. e As endorper t eg lag in een
ar eidersb uurt, voornamelijk bevolkt do r
'spoorhazen ', arbeid r van de spoorwegen. De
bijnaam 'spoorhaa ' vond zijn re htvaardiging in
het feit dat als even voor het begin an de werktijd
de 'toeter' van de entrale \ erkplaat o er As endorp
loeide, de laatkomer probeerden in een
nelle spurt nog juist op tijd te zï nom een boete te
ontlopen. Er lagen plan nen voor de bo uw van een
nieuw station en dan zou de an der Lacn traat
11-
136 | jrg. 21 - nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 ■ ■■■
Het perso11ee/ vn11 de Oude aper i11 190 • tna11d derde vn11 links Berc11d van Egtrn, rechts ,wast hem
zijn 111i11der begaafde broer Hendrik, die ook bij de aper iverkte. Zittend links l,oekho11der C.J. Zdlior t.
Jnnnrl uit r I rechts ve1f111aker J.l-1.B. Jansen. (Foton//;11111 Te11 Doessclulle, partiwlierecol/ecJie)
n van de to gang , gen worden. ater bleek dat
dit een mi rekening, a , want de plannen gingen
niet d r.
Het , a een terrein dat groot g n eg , a v or
t, ec woningen. aa t on hui 11 bleef er nog e n
breed pad v r, dat teven t egang gaf t l de
m e tuin van het Oude armen- en rouwenhui
12 aan de De enter traat 13• Dat pad, a eigencl
m van vader. it had h\/ee voordelen: we woonden
erg vrï en ht r nze tuin , erd niet
gebou, d.
Het waren v or die tijd mooi huizen, verreweg
d m i te van de traat. Z hadden een gezamenlijke
p r iek van dri treden, wat een bijz nder
a h t gaf. Maar toen vader en m der er eenm
al w nd n, w rd uitgerekend hun porti k de
peelplaats an de buurt. Het wa d verzamelpla
t an altijd ruziënde j ngetjc . die hun pla je
tegen de deur ded n. ' vond zaten er vrijende
paartje crtu ndoor honden die er hun behoefte
deden. Na een paar· , r \ a moeder de ellende za
en, erd d gevel gelijk getr k.k. n. D trapje kwamen
toen in de gang. Het aanzi n werd er wel niet
m p, maar moeder had ru t.
Het hui aan de an der La nstraat , a vo r on
kinderen '~ een heerlijk hui om in te wonen.\,
hadden een tuin met n prieel en het pad naa t
het hui , a een g licfd peel pi, at . Dat 1\/a maar
goed k, \ ant 111 eder zag n niet graag op
traat p I n. erm edelijk p lde in d ze maatregel
de verwegin me dat r in A endorp nogal
eel o iali ten, oonden en o iali ten tonden
er bï het nette burg rdom niet be t op. En een
kinderzi I i gam beïnvloed. Tr uwen ·, r wa. op
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 4 | 137
11 het eigen erf genoeg ruim te om te pelen.
Periodiek kregen wij in de Van der Laen traat
bez k van men en, die waren aangewezen om
on h t lev n aangenamer t maken. Zo kwam een
f tweemaal per week de 'tonneman'. Deze droeg
een, erkpak met een leren pet en op zijn schouder
had hij een leren lap, waar het lege tonnetje op
ru tte. Hij ging achterom, om de pleeton te verwi
len. og g ruime tijd na zijn bezoek was de
traat bez, angerd van vreemde geuren.
nmaal per week k, am de 'körreman', om de
drekbak 15 te ledigen. Aangezien de grootte van
deze bakken nog niet ge tandaardi eerd was,
waren ze vaak nauwelijk te tillen.
erder kwam op gezette tijden een maJrnetje
met een hand, agen, om de traat aan te vegen.
Zo'n nuttig per oon droeg in Zwolle de naam van
' kup-en-be empien'. Af te leiden uit hetgeen ik
hier en daar opving, muntte hij niet uit in ijver. Als
ik het a hieraf goed beoordeel, moe t hij in de
maat chappelijke be ordeling wel onder aan de
lij t taan.
In mijn herinnering is ook blijven hangen een
man met een lok,, aaraan een bos gekleurde bal len
wa beve tigd. Wij noemden hem 'lamperozee'.
Alleng drong tot on door, dat die fel
gekleurd ballen papieren rozen , aren, die
be t md war n om ond r aan de petroleumlamp
al v rsiering te di nen.
Wekelijk k, am ook d wa man met een
wagen waar dri grote honden voor waren
ge pannen. Ze lagen op straat met open bekken te
hijg n en z · blaften a~ chuw lijk. Ik wa er dood -
bang voor en kroop ang tig w g acht r mo ders
rokken.
Al aanvulling op mijn \ oorden chat, die ik
bepaald in de an der Laenstraat heb opgedaan,
111 et genoemd worden het woord: 'ga tert'. Een
ga ·tert wa iemand op wie iet viel aan te merken,
in afkeurende zin dan. Hoe cel op hem wa aan te
merken, wa een gevoel zaak. Je kon het opmaken
uit de intonatie, waarop het woord werd uitgeproken.
Maar al het heel erg wa , dan wa alleen
ga tert niet g noeg. Dan heette zo iemand een
' oele gastert'.
■ ■■■
We gaan verhuizen
De kalender v rmeldde het jaartal 1908. Er · heen
iet bijzonder op til te zijn. ader en m eder had den
telkens ern tige gesprekken. \i\ ij \ erden met
een moes naar buiten gestuurd. Dit was een zaak
van vader en moeder. Toch drong h t g leidelijk
tot ons door, dat wij er ook mee te mak n had en.
De familie Ten Doesschate had grote plannen.
Zoals vele welge telde familie in Zwolle hadden
ze even buiten de tad een plek waar ze ' zomer
met de kinderen heen konden. leneer Ten Doe -
chate had een stuk grond aan hel Klein Wezenland
(later Burgemee ter van Roijensingcl ). Het
was een groot stuk weiland tus en de st, dsgr, cht
en de We terlaan. Een deel ervan had hij laten
omtoveren tot een mooie tuin en daarop had hij
een koepel laten bouwen. Het wa een eenvoudig
bouw el, bijzonder ge chikt tot een aangena:im
verpozen van de familie op m oie zom rdagen.
Het groot te tuk, grenzend aan de Buiten ociëteit,
was weiland gebleven. Elk jaar, erden daar
een paar kne hten heen gestuurd om het gra - te
maaien en later het hooi te oog ten. De vele ne -
sen, die in het pakhui in de Bit ter rraat ge uld
waren met levertraan en and · r zin , , erden in
ki ten verpakt naar heinde en er verz nd n.
Tegen het gevaar van br ken werd n die fl n
met hooi b ch nnd. Hi rvoor war n grote ho -
veelheden hooi onontbeerlijk, hooi dat hier voor
het oprapen lag. Wanneer de tijd voor her oogsten
daar wa , 111 cht ik met vad r mee naar h l land
om te kijken. Als d wagen hoog opgelad n wa
met hooi mocht ik daar bovenop meerijden van
de Westerlaan naar de Bitterstraat.
Op de plaat van de koepel, zo mooi gelegen aan
de ingel om de gra ht, wilde meneer Ten Doesschate
nu een hui laten bouw n om daar met zijn
gezin te gaan wonen. Het wa een lang gekoesterde
wens, die zijn statu van vooraan taand koopman
ongetwijfeld ten goede zou komen.
Hij wilde dat vader en moeder dan in zijn hui
aan de Oude Vismarkt 7 gingen , onen. 16 ooral
moeder had daar nogal z rg over. Ge n , onder:
dat hui was vergeleken met het hui ~ aar , e
woonden erg groot. We hadden geen meubel die
11-
138 | jrg. 21 - nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Het Klein \ \'ezenlmul !
B11rg. vn11 Roijc11 iugcl
omstreeks 1 95. Tweede:
pand l'n11 links was 'de
Koepel' vn11 rlc fn111ilie
Te11 Doe.sclwte. ( ollectic
H )
De B11rgc111ec ter ,,,w
Roijcnsi11gcl 0111$1 reeks
1970. Tweede l111is 1'1111
rechts, ur. 9, is het pm1rl
waartoe de l'oommligc
koepel l'n11 tic fn111ilir
Tc11 Doessclwte in 190
11itgebo111vd werd. ( ollcctic
Il O)
■ ■■■
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 4 | 139
11 ge chikt waren or die grote kamer . B vendien
kreeg moeder de verantw ordelijkheid vo r het
hoonh uden van de winkel en vo r het henken
van thee en koffie voor het per neel in de
winkel. erd r moe t zij de boerenklanten ontvangen,
die op vrijdag in grote getale naar Zw lle
trokken om d markt te bez eken. De va te klanten
ha un pied à terre in de ap r. ce,
v het een zaak die zij rijp lijk
n t n, , alll al ze eenmaal ja had
g niet haar beletten haar w rd
g tan
V Ten D e chatew
delijk zaak: hij kon in zijn zaak u, -
baard r chef zetten dan ader. laar ren
moed r znten er belangrijke consequentie aan
va L. ader kreeg wel een hoger alari , maar an
dat alari moe t m eder een dien tmei je nemen
oor dag en na ht. En ok dan kreeg zij het vre el
ijk druk. Ze had een gezin met vier kjnderen, die
ok haar aanda ht vroegen.
a ampele overwegingen temden ze t e.
ader verhuurde ons hui, aan mee ter nte17 en
■ ■■■
Dr tuin nc/Jtcr
'de Koepel ' na11 liet
Klein \ Vc::c11/c111d /
Burg. 1'1111 Roijensingel.
( Foton/lm111 Ten Doessc/
1111c, pnrtirnlierc collectie)
ÎVIN- KLEIN WEEZENLANO.
we gingen verhuizen naar de Oude Vi markt. \\'ij
kinderen onden het ma htig, dat grote hui midden
in de tad. Het had negen kamer en een grote
z ]der met nog een een kam r. 1 n h t uterrain
wa een grote keuken met een glimmende k peren
p mp. r waren apart kelder v r kolen,
aardappelen en ruit. Er wa ok en wijnkelder,
maar die werd uitsluit nel o r de wink 1
gebruikt. ader en moed r waren wel geen geheclonth
uder, maar t rke drank wa bij on aan huis
nbekend.
Het , a een erg royaal geb uwd hui . In de
kamer wa fraai d coratic, erk met echt bladg
ud. Va naf de k uk n , a een eten lift naar d
w nkamer. or het h Ic hui waren pre kbui zcn
met tl uitje voor het proepen. Dit alle wa in
190 nog een bijzondere nieU\ igheid. ooral de
eer te maand n wa deze voor on onbekende wij ze
van communi eren een bron van vermaak.
oor! pig bleef er een hele erdieping nbew
ond. ic tond tr uwen · vol mei de inb edel
van zu ter ekkcr, die wijk crplceg ·ter wa an de
Prote tantenbond en blijkbaar de prote tie
11-
140 | jrg. 21 - nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 g noot van meneer Ten 1 1;; chate.
Huis OuoE V1s(HMARKT.
Oost-West, Thuis besr-.
Oude l'i 111nrkt 7 i11 1903. J11rrinr111 te11 Doesschate liet dit pand bo11we11 in 1
Hij bcwoo11dc het zelf tot 190 , dnnnw werd liet tot 19 5 het 011derko111e11 vn11 de
Ja111ilic \11111 Egtc11. ! Ict /111is lng i11 hei verle11gdc l'{W de winkel nn11 de Diezerstmnt.
( Foto11lb11111 T, 11 l ocsscl1t1te, pnrtirnliere collectie)
■ ■■■
Het verloren Toverland
H e mooi h t nieuw hui ook wa , n leven wa
er d or v randerd. \Vij waren tad m n en
geworden. Dit maakt dat de herinnering aan hetgeen
v orbij wa hoc langer hoe mooier, hoe langer
hoe romanti her\ erd.
Wat wij in dat grote hui midden in de t d
mi ten dat war n de vriendj met \ ie wc dicht
bij hui k nden p len. Hier wa het op traat
al tijd druk n hi r kon je · pel niet even onderbreken
om n kar te 1, ten pa eren en dan je pel
g w on te vervolgen. \ ij mi ten ok de mogelijkh
id om gauw buiten de huizen te zijn. cc, nze
vrïheid wa een tuk minder ge\ rden. p de
ude i markt w nd n vrijwel uit !uitend
r m e 1-.rink li r en daar hadd n we geen
mgang m e. \ ij war n herv rmd en b vendien
\ a vad r met vertuiging d chri telijk-hi t ri he
begin elen toegedaan. n beide groeperingen
war n niet van anti -papisti che mett n vrij. Je
\ a er in de tad ok meer bij bepaald, dat er all rlei
dingen ni t 'h orden'. n da,. r moest je m e
uitkijken, want het erg te wat je in Zw Il kon
overkomen wa dat je and n erp van ge prek
w rd.
Wat wel fijn wa in de tad, wa dat je overal
dicht bij zat. J\I er i l bijz nder te d en wa , dan
had je er deel aan. Al het K ninginncdag \ a en
de pt ht lr k do r de iezer traat, dan . tand n
wij op een toel p de ï p. In de open rijtuigen
zaten de h r n van het ntralc omité1H. Z had den
~ telijkc h g h den op. Wij waren zo trot
al n pam , al ze vad ren moeder herkend n en
al groet plc htig hun hoge hoeden li htten.
p vrijdag l nd de ud Vi markt vol met kram
n, waar tandwerker ond r t rke verhalen en
kwin ' lagen hun \ aren probeerden t lijten.
or de H fd\ a ht tand een liedje zanger.
T gen de muur tand een groot bord verdeeld in
e n aantal plaatjes, waarop in bloedige taferelen
de gru1 elijkc m rd te Raam donk tond uitgeb
Id. !et een tok wc hij telkcn een plaatj aan
en hij zong het er bijbchor nde c uplct bij. \Vij
lui terden met o en m nden naar het afgrij elijke
kr upelrijm.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 4 | 141
11 Lang de kramen liep een ononderbroken
tr om van boeren n boerinnen in hun fleurige
klederdrachten: uit alland, uit taphor t, van de
eluwe. Z \Varen e ht een dagje uit. En we keken
er niet vreemd van op al een boerin midden in de
tad, do r de nood gedrongen, hurkte boven e n
rio lput"e om haar pla je kwijt te raken.
u wij bij de zaak woonden werd de aper, die
voor on kinder n tot dan toe iet sprookjesachtig
had, een wezenlijke werkelijkheid. De aper
wa niet meer iets ab tra t ver weg, maar het wa
ict geworden \\ aar wij mee te maken hadd n.
lle draaide voortaan m de Gaper. lle moe t
wa h en, de 1i 'den werden vers h en, al het ging
om het belang van de zaak. at d, t betreft zo u het
weinig ver hil hebben gemaakt, al ader eigenaar
z u zijn gewee t. De zaak b paalde de tijd
waar p gegeten werd. Meermalen kwam het voor,
dat het ten al p tafel stond en vader er nog niet
wa . Ik\ erd dan naar de Bitter traat g tuurden
dan bleek vader zo druk b zig te zijn in het pakhui
, dat hï tomweg vergeten wa dat het eten -
tïd wa. Tu en twaalf ent\ ee uur, al de bezetting
v, n de wink 1 minimaal wa en er een spoedbe
telling kwam, dan kon het weer niet zo I cht
zijn ( ik moe. t r do r. De zaak ging voor.
H t bij de winkel wonen veranderde on leven.
Het was er altijd levendig. De beide winkelbedienden,
Land en Wagteveld, hadden het erg druk. Er
wa een goede loop in de winkel. De deur tond
mee topen en de klanten liepen af en aan. rij\ el
alle ;utik !en moesten worden afg wogen. Er hing
n aan de lang boven de toonbank twee weegchalen
met glimmende koperen chalen. I dere
donderdag gi ng al het koperwerk, \ eeg chalen,
ge\ ichten, vijzel n, ar achter naar de keuken en
daar werd alle gepoet t tot er geen vlekje meer
was te zien.
p de IOonbank, a hter in de winkel en dwar
op de andere, prijkt e n grote koffiemolen met
aan beide zijden een groot wiel met een handvat.
en van de artikelen waarvoor de Gap r zich
tere ht een faam in Zwolle had verworven wa
koffie, de heerlijk geurende, ver gebrande koffie
van de aper. Iedere week werden door de firma
■ ■■■
I
( ~- .
I
16 1, ~ --:o 9
d1e2er!'.traat
Go ijen een paar zakk n koffiebonen afgeleverd,
ver van de branderij. H t draaien aan de grote
wielen van de koffiemolen ko tt menige zweetdroppel.
oor ons kinderen wa de \ inkel verb den
gebied. 'Kinderen horen niet in de, inkeL Dat i
geen gezicht voor de klanten', zei ader. elukkig
moest vader zijn tijd v rdelen tu en het pakhuis
in de Bitter traat en de winkel. Behalve op rijd, g,
vroeg het pakhui de mee te tijd, zodat het g b d
door ons nogal eens o ertredcn werd. Het wa p
de zolders bo en d winkel plezierig verto en.
We werden nogaJ een naar boven g tuurd met
melk, om de bakje van de katten te vullen. Di
katten waren met veel succes ingezet voor het
opruimen van de vel muizen die tu en de or
hen makelijke zaken al gedroogde kruiden,
vogelzaad en dergelijke leefd n al in het bel ofde
land.
Pln11egroll(I vn 11 de
p(ll1de11 rm11 de Diezerstmnt
e11 11de is-
111nrk1, rlnnrop is goed te
zie11 ho deze pn 11de11 i 11
elknnrs verle11gde liggen.
(Archief tic/11i11g Oude
,npcr, H 0 )
11-
142 | jrg. 21 - nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Het kantoor vn11 de
Oude apernnn de
Diezerstmat. ( Fotonlbu111
Ten Doesscliatc•,
partirnliere ·ol/ectie)
Het i11terie11r 11n11 de
winkel w111 de Oude
aper nan de Diezerstmnt.
(Fotonlb11111 Ten
Doesschnte, partirnliere
collectie)
■ ■■■
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 21 - nr. 4 | 143
11 p di zo ld er tonden voor kinderen ook vele
heerlijke dingen: diver c soorten drop, pepermunt,
kandij, amandelen, matt n vijgen ... , maar o
, cc al vad r rachter kwam. Dan z, aa ide er, at.
Er t nd zelfs een at m t moten geko nfijte gember.
Er -tond nog veel meer, waar , ij de be temming
niet an kenden, maar, at onze nieuwsgierigheid
prikk Id .
el ukkig waren de bedienden mij nogal genegen,
1 aaraan h t feit dat ik altijd vo r boodschappen
be chikbaar wa waar chijnlijk debet wa . Er
kwamen tenmin te g n bot ingen van belang
voor.
Meneer]. ten Doesschate
AJ woonde de familie Ten Doe schate niet meer
bij d zaa k, meneer Ten Do chate hech tte aan
oude gebruiken, zoals die in vele jar n in de Gaper
wa ren ingeburgerd. l aarbij hoorde de wijze,
waar p de nieuwjaar dag werd beleefd. ok in
1909 verli p de nieuwjaar dag zoal al tijd, met dit
ver chil, dat het p rsoneel wel in dezelfde kamer
bijeen kwam maar dat ze nu door vader en moeder
ontvangen , rd n.
Toen vader en m eder op nieuwjaarsdag uit
d kerk kwamen, zat meneer Ten Doe chate hen
al op te wachten. nder de gegoede burgerij van
Zwoll gold d oudejaa rsavo nddien. t al de voornaa
m te kcrkdi n t van het jaar. Dan wa de Grote
Kerk tamp of. m de weemo dige temming p
te voeren, klonk dan steevast, ondersteund door
h I ma htige chnitgcrorgcl, Rhijnvi Feith ween,
edig : ' ren, dagen, maanden, jaren vlieden
al een had U\ heen.' Dat klonk prachtig door de
hoge gewelven. De nieuwjaar dienst was be temd
voor de kerkenraad en h t meer orthodoxe deel
van d gemeente, waartoe vader en m eder waren
te rekenen.
a de gebruikelijke nieu, jaar begroeting trok
meneer zich terug in het kantoor achter d winkel.
eleidclijk tro mde d voorkamer vol, tot het
hele per neel1 9 ver nigd, a . Het bezoek verliep
nogal hutterig. Er heer te een ang tigc sprm ning.
Je , i I maar nooi t wa t je zou overkomen, als je
trak alleen bï de baas op bezoek moe r. Maar
■ ■■■
een kop koffie met een oliebol en een praatje van
vader en moeder verri hnen ,vonderen. tuk voor
tuk, erd n ze bij de baa p h t kantoor ont angen.
a daar gebeurde? We kunnen er Ie ht
naar gi en. iemand vertelde er wat over. \ aarschij
nlijk na de felicitatie e n nieuwjaar fooi,
mogelijk een toezegging tot een loons erhoging,
een bemoedigend woord, een vermaning? Zonder
uitzondering kwamen ze opgeluch t terug. Het wa.
wel duidelijk dat het niet nodig wa. daar zo t g n
op te zien. Dat kon je m neer Ten Doe cha te w 1
toevertroU\ en.
ok aan interkl aa. , kerst en Pa n w rd bij zo
ndere aa ndacht ge honken. Al weken te oren
had vader e n lij t gemaakt van de bakker die
klant waren van de aper. Bij z 'n gelegenheid
kon dan door een be telling worden g toond, dat
dit op prijs werd gesteld.
Op de dag voor de fee tdag 1110 hr ik mee met
de loopjong n. let een handwag n trokken we
door Zwolle, om de bc. t Id war n bij de bakkers
op te halen. Al naar de aard va n het fee ·t , aren
het: peculaas, boterletters, taaip ppen, paa -
broden, weihnacht tollen, eieren.
Voor de loopjongen en mij wa het een goede
middag. Voor hem vanwege de fooien, die met
milde hand werden ge chonken, voor mï anw -
ge de vele koekje , taai taai en dergelïke, die bij
ons thui bepaald niet tot de dagelijk e ko t gerekend
konden worden.
Voor on kinderen wa meneer Ten Doe chate
van een figuur die wij in onz fanta ie, afgaande
op de v rhal n van vader, hadden g chapen,
ge, orden tot een meneer die , ij kenden en voor
wi wij een onbeperkt ontzag hadden. Hij wa in
deze ja ren een zestiger, een ni t al t lange man,
nogal gezet met een volbloedige gelaatskleur. Hij
liep iets gebogen, schijnbaar in gedachten verdiept.
Al hij on aansprak, dan wa het met een
gezellige bonhomi en in gemoedelijk onverval t
Zwol dialect.
Op zijn verjaa rdag liep hij 's morgen op weg
naar de zaak langs de banketbakkerij van Bag >elaar
aan de Melkmarkt op de hoek van het Rodetorenplein,
een ad res dat beroemd wa om zijn
heerlijke gemberbolu en. Met de gebak doo in
de hand liep hij de winkel door naar a htcr, liet
11-
144 | jrg. 21 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 ■ ■■■
1id1 door moeder feli iteren en trakteerde het hele loden boenen naar het Klein\ czenland. Ik wi t
gezin p gemberbolu en. De herinnering aan
11 11-
134 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Annèt Bootsmavan
Hulten en
Wim Huijsmans
/ “”· •(/ ,
~ -~- – / ·
Groeten uit Zwolle
BR.)EFKAART
(Carte Postale.)
Ulf•Em mm1mIm1 l iNl81 PQSlllE UNIVEISELLE)
( 1 . (<:~ -J>‘• ;\
~-· ‘:Il / ( Zijde voor he, adres be0temd . (Cóté risert•,: a l’adresse.)
~·r – . · ,r.. -J
AAN ~ . ~ ~r~ —–· -~ – ~ – . GEMEENTE m d / / / /~
Z WOLLE c7~ / ) .
.__A_R_C_H_I E_F_, 0 0712 ~ !
( Collectie H CO)
Diezerkade
Zwolle- Utrecht, 6 april 1901
‘Waarde familie!
Gisteren goed overgekomen. Ook het pak is al gearriveerd.
Alles is hier wel. Hierbij kunt ge zien waar ik
uithang. Zoek maar achter de hoornen. De groeten
van allen, waaronder ook uw toegenegen Neef,
H. C. Jr.
Hoe gaat het met Tante??’
Een gezicht op de Diezerkade, met veel afgemeerde
vrachtschepen . Zwolle was voor de Eerste
Wereldoorlog een belangrijk centrum voor de
binnenscheepvaart. De importantie daarvan
begon pas tijd ens het Interbellum afte nemen met
de opkomst van de vrachtauto. Omstreeks 1900
was het, zoals de ansicht toont, nog een drukte van
belang aa n de kade. Er werd hier met name veel
turf geladen, die uit de Overijsselse en Drentse
veengebieden aa ngevoerd werd door de Dedemsvaartse
Stoomtram (DSM). Het eindstation voor
het goederenvervoer van de DSM lag aan het Blekerswegje,
om de hoek bij de Dieze rkade. Het
begin van het Blekerswegje va lt nog net uiterst
rechts op de afbeelding te zien. De goederentram
kon tot 1939 via de paardentramrails nog over de
Diezerkade doorrijden naar de Thorbeckegracht.
Tegen 1910 werd het zo’n gedra ng bij het
laden van de schepen rond de Diezerkade, dat de
DSM pl annen ontwikkelde voor een speci ale steiger
in de gracht. De gemeente Zwol le verklaarde
zich in 1912 bereid ee n houten loss teiger met twee
sporen te bou wen, die door de DSM gehuurd
werd. Dat op deze steiger ook wel andere goederen
dan turf werden verladen, kunt u lezen in het artikel
Een ongewoon transport van Peter Badcock op
pagina 149.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 135
11 Redactioneel
Het is voor een redactie van een histo risch
tijd schrift altijd leuk om ze lf een historisch
moment te beleven. In dit nummer
van het Zwols Historisch Tijdschrift is dat het geval.
Met gepaste trots kunnen wij de winnaar van de
eerste ZHT schrijfwedstrijd 2007 bekend maken.
Het thema van de wedstrijd was Zwolle in de jaren
zestig. De keuze is geva ll en op het artikel van
Albert Veld , waa rin volgens de redactie het
enthousiasme voor het onderwerp duidelijk naar
voren komt. Het prijswinnende artikel, Zwolse
techneuten in de jaren zestig. Herinneringen aan
mijn schooltijd op de Uitgebreid Technische School
en de School voor Scheepswerktuigkundigen kunt u
natuurlijk in deze afl evering lezen .
Dat historisch onderzoek al lang geen zaak is
van alleen maar chrifte lijke b ronnen blijkt uit het
artikel van de heer Veld, dat gebaseerd is op herinneringe
n. Maar ook beeldmateri aal kan een
belangrijke hi sto rische bron zijn. Hoe een aa ntal
foto’s uit het HCO het vertrekpunt kunnen vormen
voor een speurtocht naa r de inhoud van de
op de foto’s afgebeelde contain ers en tot welke
verrassende vondsten dat kan leiden, kunt u lezen
in het artikel van Peter Badcock.
Het cul turele leven in Zwolle kende ook vroe-
Inhoud
Groeten uit Zwolle
Annèt Bootsma – van Hulten
en Wim Huijsmans
Kleurrijk verleden
134
136
Bekroond Artikel••••••••••
Zwolse techneuten uit de jaren zestig
Herinneringen aan mijn schooltijd op
de Uitgebreid Technische School en
School voor Scheepswerktuigkundigen
Albert Veld 137
De Zwolse Nachtegaal
Ans Stroink: een van ’s lands
beste zangeressen Willem van der Veen 144
Een ongewoon transport
Verslag van een bijzondere speurtocht
Peter Badcock 149
Gedichten in het Zwolse dialect
door Leonard van Laar Maria Hansen 156
ger zo zijn hoogtepunten. Soms ontstegen stads- Boekbespreking 162
genoten de plaatselijke cultuurkringen om op
nationaal niveau furore te maken. Zo ook de zan- Recent verschenen
geres Ans Stroink, de nachtegaal van Zwolle. Haar
car rière wordt door Willem van der Veen aan de Mededelingen 168
vergetell1e id on ttrokken. Maria Hansen beli cht
een ander ta lent, de violist en dichter (in het Zwols Kerstwens 173
d ialect) Leonard van Laa r. Het leek de redactie
toepasselijk voor het laatste nummer van 2007 om Auteurs 174
als voorbeeld van de pennenvruchten van meneer
van Laar zijn Nieuwjaarswens uit 1877 te publiceren.
Omslag: Zwolle in kerstsfeer, de kerstboom bij de rotonde op de Grote Markt,
rond 1970. (Fo to M. Wassenaar)
11-
136 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Kleurrijk verleden
(Foto M. Wassenaar)
Bethlehemkerkplein / Bloemendalstraat
Een sfeervo lle opname van de besneeuwde westkant van het Bethlehemkerkplein, waarschijnlijk begin jaren zestig. De foto
moet vanaf het Refter genomen zijn, rechts zie je nog een stukje van de Bethlehemse kerk. Je had destijds nog ruim zicht op de
Grote kerk en de Peperbus, na de bo uw medio jaren zeventig van het nieuwe stadhuis is dit wat minder gewo rden. Het pa nd
links is Bloemendalstraat nr. 2, onder de (J ugendstil)boog bevindt zich tegenwoordig de doorgang naa r het parkeerterrein
achter het stadhu is. In het pand daarnaast, Betlehemkerkplein 34, werd op initiatief van de loge Fides M utua ( vrijmetselarij ) in
1872 d Zwolse gaa rkeuken gevestigd . Volge ns de Zwolse adresboeken was H.J. van Dijk sinds 1924 woo nac htig op dit adres.
Zijn beroep was keuken mee ter en hij werkte voor de gaa rkeuken. Waarschij nlijk heeft dat geduurd tot midden jaren dertig.
Daarna is hij hier blijkbaar voor zich zelf begonnen als hotel en pensionhouder. Tegenwoordig is hi er het Eetcafé Aa ngenaam
gevestigd en daarnaast, op nr. 32, restaurant ’t Wolhuys. In feite loopt de huisnummering van de Sassenst raat aan het Bethl ehem
kerkp lein gewoon door, Beth lehemkerkplein 28 is dus eigen lijk Sassenstraat 28.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 137
11 Zwolse techneuten uit de jaren zestig
Herinneringen aan mijn schooltijd op
de Uitgebreid Technische School en
School voor Scheepswerktuigkundigen
eigen manier van lesgeven. Samen met ons bouw- Albert Veld
Prijswinnaar Albert Veld werd in 1947 geboren te
Wapserveen. Hij verhuisde in 1954 naar De Wijk,
waar hij zijn jeugd doorbracht. Na de lagere
school ging hij naar de LTS in Meppel. In 1964
zette hij zijn studie voort aan de Uitgebreid Technische
School (UTS) en School voor Scheepswerktuigkundigen
(SvS) aan de Blaloweg te Zwolle.
Je werd niet zomaar toege laten. Ik moest ee rst
een toelatin gsexamen doen voor de vakken
rekenen, algeb ra, meetkunde en Nederl andse
taal. Met een gem idd elde van 7,25 werd ik toegelaten.
Dat examen was mijn ee rste kennismaking
met Zwoll e. In augustus 1964 ging ik voor het
ee rst naa r de UTS. ’s Morgens op de fiets van De
Wijk naar Meppel en vandaar af met de trein naar
Zwolle. In ZwoUe aangekomen met de fiets via de
Westerl aa n, Harm Smeengekade en Hoogstraat
naa r de Blaloweg. Soms gingen we met het Kamperlijntje
naa r sta tion Veerallee, stapten daar uit
en liepen via de veemarkt naar school. Zelfs het
po ntje over de Will emsvaart bestond toen nog.
Leraren
Terugdenkend aan mijn UTS-tijd, herinn er ik me
in de eerste plaats natuurlijk de leraren . Ik noem
bijvoorbeeld Cor Luit, de gymleraa r. Hij was klein
van stuk, maar zeer aanwezig. Zijn ‘opvoedkundige’
praatjes aan het begin van bijna iedere les kan
iedere UTS-er uit die tijd zich nog wel herinneren.
Dan was er ‘Kippe’ van Dijk, de leraa r exacte
vakken, zoa ls rekenen en algebra, met zijn ezelbruggetjes
en li edj es om bepaa lde rekenkundige
begrippen te o nthouden. En je had Sattler, de lange,
die geschiedeni s en aa rdrijkskunde ga f. Hij kon
goed volleyball en. Pietje van Harten gaf praktische
vakken, zoa ls elektrische montage. Hij had een
de hij zijn caravan en liet ons er elektriciteit in
aan legge n. Dat was ook kennis overdrage n.
Toen ik in 1965 na de schakelklas de ke uze
maakte voor de School voor Scheepswerktui gkun di
gen (SvS of Zeevaa rtschool), kwam ik in aa nrakü1g
met weer andere leraren. Johnny van Woerkom
bijvoo rbeeld gaf theoreti sche technische vakken,
zoals: stoomketels, stoommachin es, stoomturbines
en motoren. Hij was een fan van Spa rta
en van voetbal in het algemeen. Als je aan voetba l
deed dan had je bij hem een streepje voo r. Van
Woerkoms lessen waren ook bij zo nder. Op zijn
boekenlij st stonden vele boeken. De één nog
choolfoto van Albert
Veld. Op de School voor
Scheepswerktuigkundigen
was het gebruikelijk
dat de leerlingen een
uniform droegen, alvast
als voo rbereiding op
hun zeevaart carrière.
(Collectieau teur)
11-
138 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 UITGETIREJ]) TECENISCBE SCHOOL TE ZWOLLE
C il F E R L il S T
Toel a t i ng examen 19 6.’t SchakelkJ.as/1.sts klaSNaam
1)_ Ueld
Examennummer
Rekenen
Algebra
Meetkunde
Ned. Taal
Duitse Taal
Engel se Taal
UITSLAG : GESLAAGD -~
P . S .
:O e \Jeeleenlijet e.a, .. e’l.’à~a U -1;,.,,t, -eoo g el’lo.,il:el”-
De cijferlijst van het
toelatingsexamen voor
de schakelklas van de
UTS van Albert Veld,
1964. (Collectie auteur)
mooier dan de ander. Welke scheepswerktuigkundige
scholier uit die tijd kent ze niet. Het scheepsmotorenboek
van J.C. Piek. Zuigerstoomwerktuigen
deel l en 2 van ).P.P. en W. Morrée. Of het prachtige
boek Stoomketels scheepswerktuigkundige door
J. Bonselaar en J.L.A. Hey en de Stoomtabellen van
Ir. J.W. Heil.
Eigen werkboeken
Van Woerkom had zo zijn eigen methode. Van
allerl ei vakken , ketels, motoren, zuigerstoommachines
en turbines moesten we eigen werkboeken
maken, gedicteerd door Van Woerkom en
tekenin gen maken die hij zelf eerst op het schoolbord
zette. Ik heb ze all emaa l nog. Met definiti es
en formules. Zoals de fo rmule van Zeuner: C=9 l ,
✓H; C is snelh eid en H de wa rmteva l. En dan
waren er de verschill ende soorten turbin es: De
Lava!, Zoell y, Curtis en Parson. En je lee rde over
stoomketels, Schotse ketels, Cochran, Babcock en
Wilcox en Foster Wheeler. En motoren niet te vergeten:
van Werkspoor/Lugt, Sul ze r, M.A.N, Stork
en Oxford. Ook over zuigerstoommachines, berekeningen
en diagrammen, schuiven, typen condensors
en appendages.
Ik herinner me ook Warmels, de elektroman, die
per definitie een hekel aan machinisten had en
Dekker de natuurkundeleraa r. Ook had je er Wolf
(de PSP’er) waar we later ook gym van kregen. We
speelden met hem honkbal en tra inden voor de
voetbaltoernooien, op een braakliggend stukje
land, waar nu de WRZV-haUen staa n. Legendarisch
waren de voetbaltoernooien van de scholen
uit Zwolle. Deze werden gespeeld op het
Gemeentelijk Sportpark aan de Ceintuurbaan.
Wij, jochies nog, mochten ons omkleden in de
kleedkamers waar de Zwolsche Boys spelers dat
ook deden. Zwolsche Boys speelde toen betaa ld
voetbal in de tweede di visie. Als relatieve kleine
school, de School voor Scheepswerktuigk undi gen,
stonden we in de finale tegen de grote HTS, we
verloren nipt met 2-1 , maar de dag kon ni et meer
stuk. En Johnny van Woerkom trakteerde op een
pilsje, om nooit te vergeten.
Sportdagen
Ook op sportdagen van de Zeevaartscholen van
Nederland deden we altijd aa rdig mee, met voetballen,
zwemmen en atl etiek. We hadden toen een
aa rdig voetbalteam, met jongens als De Groot, van
der Veen, Schoenmaker, Borst, Hoekerd, Post en
ondergetekende. Met zwemmen hadden we een
kanon in huis, namelijk Hans Spijkerman, die
toen Nederlands schoolslag kampioen was en ook
de kogel en discus een heel eind kon gooien. Aan
die Hans Spijkerman moet ik nog wel eens denken.
Zijn ve rhalen waren vaak geweldi g, vooral
over de vrouwelijke zwemkampioenen. Maar ook
over zij n reizen in het buitenland en wat hij daar
mee maakte. Leren was bijzaak voor hem.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 139
11 T ussen de middag gin gen we met zijn all en naar
de zaak van Dijkhof aan de Harm Smeengekade.
Daar waren vaak ook de meiden van de Inasopleiding.
Ee n biertje werd er toen ook al gedronken
en natuurlijk de beroemde gehaktballen met
satésa us. Jeanne bediende ons. Ze sprak onze taal
en wist orde te houden. iet zo lang geleden las ik
in de Stentor dat ze ook een achternaam had, Edelen
bos, nooit geweten . We kwamen daar niet
alleen tussen de middag, maar ook ’s avonds na
schoolfeestjes in de Bu itensoos of bij de Vrolijkheid
aan de Meppelerstraatweg. Als we moesten
overnachten bij schoolfeestj es, ging i_k naar Henk
Moraal, die erge ns in de Boll ebi este woonde.
1 april grappen
Wat ik ook nooit za l vergeten waren de 1 april
grappen di e elk jaar op beide technische scholen
werden geo rga nisee rd. Dan ruilden we met de
Inas-meiden: de helft van de klas naa r de Veemarkt
en de andere helft naar onze school. Kippe
van Dijk, had een dergelijke kl as ’s morgens in zijn
lokaal zitten. H ij vertrok geen spier, deed net of er
n iets aan de hand was. Hij commandeerde ons
naar de PP (proefwerk positie) en gaf een overhoring
rekenen, wiskunde of algebra.
We gingen tussen de middag ook vaak de stad in .
Daar was altijd wel wat te doen. Per fiets of auto
gingen we bijvoorbeeld naa r cafeta ria Wooldhuis
in de Sassenstraat om lekkere nasi-, bami- of eierballen
te eten. Per auto, ja dat was mogelijk. De
klassen op de Zeevaartschool bestonden namelijk
uit leerlingen met een verschillende achtergrond.
Er waren erbij die al een paar jaar hadden gevaren
op de ‘Grote Vaart’. Die moesten van hun maatschappij
naar school om een diploma te halen. Die
jongens hadden nat uurlijk al verd iend en een auto
gekocht. Boonstra uit Harlingen bijvoorbeeld,
zijn voornaam weet ik niet meer, had een prachti ge
Volvo met een kattenrug. De auto werd volgepropt
met zes of zeven man en rijden maar. Die
nasiballen waren voor een jongen als ik, uit het
kl eine dorp De Wijk, iets totaal nie uws. et als die
glazen deurtjes van de automatiek, waar alles achter
zat. Een paar kwartjes er in en hup, daar had je
de bal.
Opmerkelijke medeleerlingen
Waren er ook opmerkelijke medelee rl ingen naast
Hans Spijkerman? Ja, die waren er. Twee in ieder
geval, die al wat ervaring hadden met va ren: John
Westra en De Vries. Die John Westra had al geva-
Schoolreis van de schakelklas
UTS Zwolle,
1965. Vlnr. Holstein,
Veld, De Lange, Everaars.
(Collectie auteur)
11-
140 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Boven: Schoolreis van
de schakelklas UTS
Zwolle, 1965. Op de
achterste rij vlnr.:
Praas, Pasveer, Schoenmaker,
onbekend, De
Lange, onbekend, onbekend.
Zittend vlnr.:
Eshuis, meneer Sa tt ler,
Holstein, Veld,De Lange,
Everaars. Vooraan
vlnr.: onbekend, onbekend,
Van Goor, Everaars.
(Collectie auteur)
ren als stuurman bij zijn vader op de coasters De
IJssel en Overijssel. John moest zijn diploma
scheepswerktuigkundige halen. Dat leverde zijn
vader een flinke besparing van personeel op. John
was stuurman en mach inist in één persoon. De
andere klasgenoot, De Vries, kwam uit Zwartsluis.
Ook zijn fam ilie bezat enkele coaste rs, De Resnova
en Fem. Toen ik dit verhaal opsch reef heb ik mijn
studi eboeken, die op de vliering keur ig in een
sinaasappelkistje liggen, weer eens bekeken. En
wat vond ik er tussen? Boekjes over de kustvaart
en de Appingdammer Bronsmotorenfabrieken
van 1907 tot 1957. Volgens mij zijn die nog van de
fam ilie De Vries.
Twee gebeurtenissen die ik niet snel zal vergeten
hadden te maken met onze leraa r metaa l meneer
De eerste klas Werktuigkundige Theoretisch (WT) van de School voor Scheepswerktuigkundigen, 1965/66.
Vlnr. De Jong, Helders, onbekend, Ruitenberg, onbekend, onbekend, Groenendijk, Schoenmaker, Tehussa,
Op den Weegh, Groothedde, Veld, onbekend, Hoekerd, meneer Bresser, Westra . (Collectie auteur)
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 141
11 Bresser. Geen voornaam, die wist je helemaal niet.
Nee, allee n meneer Bresser. De ene gebeurtenis zal
in mei 1965 plaats hebben gevonden. Het ging om
een tentoonstelling over de Tweede Wereldoorlog,
in de Bethlehemse Kerk aan de Sassenstraat.
Met meneer Bresser zijn we daar heen geweest. En
hij ontmoette daar iemand die hij niet kende,
maar al pratend kwamen ze er achter dat ze beiden
in hetzelfde ‘verzet’ hadden gezeten. In die tijd
wist men kennelijk niet wie wie was, te gevaarlijk.
Wat bleek: meneer Bresser bracht ergens iets naar
toe en de man die hij tijdens de tentoonstelleng na
zoveel jaar weer ontmoette, bracht het vervolgens
weer ergens anders naar toe.
Een bijzondere en emotionele ontmoeting. Niet
lang na die tentoonstelling overleed meneer Bresser.
Hij was een geliefde leraar. Heel ontroerend was dan
ook het afscheid. Een grote stoet van leraren en leerlingen
begeleidde deze bijzondere man naar zijn
laa tste rustplaa ts op Kranenburg. Dat maakte heel
veel indruk op je, want je wist dat hij niet meer terug
kwam en ons nooit meer ui tleg zou geven of dingen
voordoen en je vaderlijk toespreken.
Leraren en auto’s
Leraren en auto’s, dat was ook geliefd onderwerp
op school. Zo reed Cor Luit, de kleine gymleraar,
in een hele grote Amerikaan. Ik heb een verhaal
gehoord, niet zelf meegemaakt, da.teen groep jongens
zijn auto hebben opgetild, vervolgens op een
paa r houten balken hebben gezet. Toen hij onder
veel belangstelling al zwaaiend weg wilde rijden,
kwam hij geen meter vooruit. En dan had je Johnny
van Woerkom met zijn prachtige Fords of
Opeis, nu antiek, toen al prachtig om te zien.
Brink, de jonge leraar Engels, kocht elk jaar een
nieuwe Diane (Luxe Eend), in alle kleuren kan ik
me nog herinn eren: oranje, groen, blauw en rood.
Later heb ik meneer Brink nog wel eens gesproken
en hij vertelde mij dat hij het toch wel bijzonder
vond les te geven aan een stelletje jongens dat wel
van wanten wist (hij bedoelde de jongens die al
hadden geva ren ). Hij kwam er al snel achter dat
zijn manier van lesgeven voor ons jongens niet
even va nzelfsp rekend was. Hij vond ons lastig,
maa r niet brutaa l. We wisten precies hoever we
konden gaan.
~b ~ L l:. ,,Jri
st1~,.,l
‘)\,i,rrl-
H.D 8,,.,, 1J . sed,e k’e lel
Tekening van een hoge druk Babcock en Wilcox sectie ketel uit het schooldictaat
‘Ketels’ van Albert Veld, tweede klas Werktuigkundige Theoretisch (WT) van de
School voor Scheepswerktuigkundigen, 1966/67. (Collectie auteur)
11-
142 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Voetbalteam School
voor Scheepswerktuigkundigen.
De foto werd
genomen op het
Gemeentelijk Sportpark
aan de Ceintuurbaan.
Staand vlnr.: N ijkamp,
De Groot, Van der
Veen, Schoenmaker,
onbekend. Zittend vlnr.:
De Vries, De Jong, Van
Asselt, Borst, Hoekerd,
Post, Veld. (Collectie
auteur)
Een andere bekende figuur was Nieuwenhuis,
de conciërge, beter bekend als ‘Joepi e’. Hij was een
belangrijke man op school, daa r kon geen directeur
Van Welzen, of de onderdirecteuren Luiten
(de houtbewerking leraa r) of Heida (Engels/
ederlands) tegen op. En je had altijd met hem te
maken, voora l als je klassenve rtegenwoordiger
was. Je moest pasjes bij hem halen om veroorloofd
te laat aanwezig te zijn, omdat je van ve rre moest
komen en je zo vroeg van huis moest.
Teun van der Veen
og een greep uit de legendarische leraren. In de
schakelklas van de UTS kreeg je vrij tekenen en
recl ameschilderen en dergelij ke van ni emand
minder dan Teun van der Veen, de bekende Zwolse
kunstenaar. Geweldig, wat kon die man tekenen,
een les bij hem volgen dat was letterlijk en
figu urlijk een feest. Van Sattler heb ik mijn eerste
interesse voor geschiedenis overgehouden. Wat
kon die man prachtig vertellen en wat moesten we
pennen, hele dictaten over het socialisme, communisme,
li beralisme, Mao en alle andere zaken
die hij belangrijk vo nd. Jammer dat ik dat niet heb
bewaard.
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 143
11 Als je in staat was iets te snappen van de wiskundelessen
van Futse laa r, no u dan was je een
bolleboos. Over driehoeken , gelijkvo rmigheid en
all erlei bewij zen. Bij mij ging af en toe het licht
helemaal uit.
Prettige herinneringen
Het was een p rachtige peri ode, die schooltijd op
de UTS en de School voo r Scheepswerktuigkundige
n. Je werd er gevormd en je ve rdere leven kon je
er behoo rlijk op te ren. Waarden en no rmen wa ren
toen gemeengoed.
Tegenwoordig schijnt het iets bijzonders te
zijn. Pre ttige herinneri ngen heb ik aan al die leraren,
die het goed met je voor hadden. Je bent jo ng
en af en toe dwa rs, maa r we wisten wel hoe ver we
ko nden gaa n.
Na deze school ben ik terecht gekomen bij de
Koninklij ke Marin e, daa rna bij de IJsselcentrale in
Henge lo en in 1976 overgeplaa tst naa r de IJssel-
centrale in Harculo en toen was de cirkel weer
rond. Vanaf die tijd wonen we in Zwoll e.
De liefde voor geschiedeni s, die men eer Sa ttler
aan mij heeft overgedrage n, is gebleve n.
Geschiedenis in het algemeen en de laa tste ja ren
de plaatselijke geschiedenis. Lezen over Zwolle,
in dat prachtige boek van Jan ten Hove of in de
boeken van Bert Evenboer, Willem van der Veen
(de zoon van), Ach lieve Tijd en als De dag van
Gisteren en Zwolle mijn Stad. Boeken over het
Oude Eil and, Gedane Zaken van de Hogenkamps.
En n atuurlijk ben ik lid van de Zwolse
Histori sche Vereniging.
Regelmatig ben ik te vinden bij Waa nders en
de Slegte of op boekenmarkten , om iets over
Zwolle te kopen. En de laa tste twee jaa r volg ik de
Zwolse Taal en Cultuur cursus bij Minke Kraa ij er.
Zeg maa r mijn Zwolse inburge rin gcursus.
Want Zwolle is, na een geweldige schoolperiode
van 1964 tot 1968, alweer va naf 1976 mijn Stad.
De tweede klas Werktuigkundige
Theoretisch
(WT) van de
School voor cheepswerktuigkundigen,
1966/67. Staand vlnr.:
Ruitenberg, Veld, Op
den Weegh, Duikers,
Westra, Roelofs, Telussa,
Helders, De Jong,
Schoenmaker. Zittend
vlnr.: Schrier, Boonstra,
Meeuwes, De Vries,
Groothedde, Groenendijk,
Hoekerd. (Collectie
auteur)
11-
144 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Willem van der Veen
Ans Stroink in haar glorietijd,
vlak voor de
Tweede Wereldoorlog.
(Collectie Vis)
De Zwolse Nachtegaal
Ans Stroink: een van ’s lands beste zangeressen
Een bijzonder muzikaal talent ontlook aan
het begin van de twintigste eeuw in de
omvangrijke familie van Doyers en
Stroinks, die in een voorgaande aflevering van het
Zwols Historisch Tijdschrift figureerde. Ans
Stroink heette ze en ze werd in 1898 in Zwolle
geboren . Johan Doyer kon daarom in zijn onlangs
gepubliceerde jeugdherinner in gen nog geen aandacht
aan zijn achternichtje besteden, want hij
beschreef zijn mémoires tot 1885. Maar Ans
Stroink verdient zeker een apa rt verhaal in dit
blad.*
Zoals het publiek aan het einde van de negentiende
eeuw de wereldbefaamde Jenny Lind de eretitel
‘de Zweedse Nachtegaal’ had gegeven, zo werd de
jeugdige Ans een kwart eeuw later bedeeld met
een koosnaam die veel leek op die van de Zweedse
sopraan: de Zwolse Nachtegaal.
Tientallen jaren heeft Ans Stroink als stralende
mezzosopraan een belangrijke rol gespeeld in het
Nederlandse muziekleven. Dat haar naam in de
vergetelheid is geraakt, terwijl vocale evenknieën
als Jo Vincent en Gré Brouwenstein in de herinnering
voortleven, ligt ni et aan haar talent, maa r aan
het misfortuin dat zij al op 44-jarige leeftijd – vlak
na de oorlog – wegens gehoo rstoornissen haar
carrière als concertzangeres moest afbouwen.
Daarna bleef zij de muziek nog tientallen jaren
dienen als lera res aan het Amsterdamse conse rvatorium.
Vooruitstrevend als zij was, kon zij het
Nederlandse muziekleven in deze func tie zelfs
nieuwe impulsen geven.
De oude concertzaal van de nege ntiende-eeuwse
schouwburg Odeon – een nogal aftandse, in 1959
afgebroken pijpenla – was de plek waar Ans
Stroink voor het eerst op het podium stond. Dat
gebeurde in 1916 tijdens de jaarlijkse avond van
de Zwolse Gymnasiastenbond, waarvan zij als
achttienjarige lid was. De Zwolse Courant wijdde
er uitgebreid aandacht aan. De recensent was best
te spreken over haar aandeel: ‘Wij hebben zeer
genoten van de zang van Annie Stroink. Zij heeft
een hele mooie stem en een hoogst muzikale voordracht.
‘
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 145
11 Het meisje Annie of Anna, later Ans geheten,
kreeg muziekles van haar grootmoeder Anna
Piquet-van Kleef, ook verwant aan de DoyerStroink
familie. In haar geboorteplaats kreeg Ans
al spoedig haar flatteu ze bijnaam ‘de Zwolse
achtegaal’ en gaf zij regelmatig concertjes in
Zwolse zalen en kerken. Dat blijkt onder meer uit
een verslag in de Zwolse Courant van een optreden
in 1919 in de doopsgezinde kerk. De scribent stelde
vast dat de 21-jarige Ans Stroink haar eretitel
ten volle waa rd was.
Groot talent
Haar zangtal ent was te groot voor het zo nietige en
wat ingeslapen Zwolle. Ze ging studeren aan het
Amsterdamse co nservatorium – het meest vooraa
nstaande van het land – bij befaamde leraren als
Jos Tijssen en Jac. van Kempen. Ook de bekende
componist Hendrik C. van Oort, eveneens leraar
aa n het conservatorium, had een hoge dunk van
Ans Stroink. Hij schreef een aanbevelingsbrief,
waarin de vo lgende zin snede voorkomt: ‘Ondergetekende
bevee lt mejuffrouw Stroink met warmte
aan voor het geven van concerten. Zij heeft een
mooie stem en weet ook als artieste indruk te
maken.’
In 1923 kreeg ze haar getuigschrift met lof uit
handen van Julius Röntgen, de beroemde componist,
directeur en een van de oprichters van het
con ervatorium. Hij schreef: ‘Zij is een voortreffelijke
zangeres die ik aan alle concertbesturen en
verenigin gen met warmte kan aanbevelen .’
In de tussentijd trad Ans Stroink al met succes
in verschillende ederlandse steden op. Vele critici
waren het er over eens dat deze mezzo-sopraan
een bijzo ndere allure vertoonde en in verscheidene
facetten van de voca le kunst niet te overtreffen
was. In recitals werd ze vaak begeleid door de eerder
genoemde Julius Röntgen, maar ook door een
jonge pianiste, Lien Vitringa geheten, die evenals
zij Zwolse van geboorte was en samen met haar op
het gymnasium had gezeten. Lien was een dochter
van dokter C.L. Vitringa, een bekende huisarts in
de Overij sselse hoofdstad. Ook zij toonde haar
muzikale talent al vroeg, ging piano studeren aan
het Utrechtse conservatorium en vervolgde haar
studie in Parijs. Tot op hoge leeftijd was Lien
Vitringa, die in Bilthoven woonde, actief als lera res
en begeleidster.
Baanbrekend
Ans Stroink, die inmiddels door haar huwelijk als
Ans van der Bilt-Stroink bekend was geworden,
verrichtte in Nederland baanbrekend werk. Zij
vertolkte onder meer muziek van ni euwe Slavische
componisten als Moussorgsky en Strawinsky,
di e zij in het Russisch vertolkte, alsook Sibelius,
die zij in het Fins ten gehore bracht. Zo werkte zij
in 1925 in het Concertgebouw mee aan de eerste
concertuitvoering van
Moussorgsky’s opera
Boris Godounov, samen
met een aantal buitenlandse
solisten van
naam. In een recensie in
een van de landelijke
dagbladen stond:
‘Vooral Ans van der
Bilt-Stroink viel op
door haar muzikaliteit
en begrip voor de rol.’
Anna Piquet-van Kleef
Detail uit een foto van
een muziekgezelschap
in 1875. De volledige
foto stond afgedrukt in
het Zwols Historisch
Tijdschrift van december
2006, dat aan de
Jeugdherinneringen van
Johan Doyer gewijd
was. Anna Piquet zou
haar kleindochter Ans
Stroink later muziekles
geven. (Collectie HCO)
De in Zwolle geboren
Lien Vitringa begeleidde
haar vroegere schoolgenoot
dikwijls op de
piano. (Uit: Zwolse
Courant, 16-7-1983)
11-
146 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Het geboortehuis van
Ans Stroink, ‘De Spiekennand’,
de winkel
van haar vader, Jan
M.D. Stroink, op Diezerstraat
17. In de deuropening
staat haar
oom, medefirmant
Johan Th . Stroink.
Tegenwoordig zit hier
de koffiecorner van de
Hema. (Collectie P.
Jonkers-Stroink)
Ans Stroink met haar
broer en zussen in 191 7.
Vlnr.: To (Cato
Koning-Stroink), Jan
(laan Herbert Herman),
Ans (Catharina
Anna van der BiltStroink),
Saar (Sara
Johanna), Co (Jacoba
van den BerghStroink),
Truus (Geertruid
Kooi-Stroink).
(Collectie P. JonkersStroink)
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 147
11
Onda nks haa r s ti jge nde roe m die haar ove r d e
g re n ze n brac ht, ve rl oo r zij h aa r ge boortesta d
Zwo ll e ni e t uit he t oog. Dat blijkt uit ee n Zwol se
Courant va n 1925. Daari n s t o nd ee n recensie van
haar o ptred en in Odeo n vo or d e Alliance França ise
. Haa r bege leid er aa n d e pia n o was Co r Ponte n,
d e in Zwoll e legend arische toonkunstenaar.
A nd e re optred ende n van di e avo nd waren E. va n
Reed e en M.M. T ie bout.
In d a t ze lfde jaar kreeg An s sa m en me t haa r
begele id ste r Lie n V itr in ga h aa r ee rste optre d en
voor de rad io, ee n m edium dat in di e tijd n og
h oogst o ngewoon en m et ro ma n tiek omgeve n
was. Het was ee n reek s so lo recit a ls die d oo r midd
el va n e th ergolve n h et lan d werd en in gest uurd
en die minn aa rs va n voca le kunst m et hun o r en
aa n d e dikwijls krake nde luid spreke rs d ee d kl even.
Voora l in het beg in va n d e jaren d e rti g zon g
z ij regelm a ti g voor de microfoon s in Hilversum
e n voerd e d aa r hee l bij zo nd e re programma’s uit,
som s in due t m e t H é lèn e Lud o lph, een ander e
beroemdheid uit di e j a ren . Meestal werd Ans
Stro ink bege le id door de Duitse comp o nist en
diri ge nt Wi lh elm Rettich, di e voor d e n az i’s na ar
Ned erl a nd was gevlu c ht.
Veelzijdig
Ans Stroink stond in he t mu ziekl even van h et
vooroorl ogse Ne d erl and bekend o m haar veelzijdi
g h eid. Met h aa r o pvallend grote stembereik kon
ze ee n di epe a lt z in ge n , m aar oo k ee n hoge mezzo sopraa
n . Bovendie n be hee rste ze ve r scheidene
ge nres . Ze ga f li ed e renrecitals, zo ng in o ratoria en
was ook actief als opera za ngeres . Hoofdrollen vert
o lkte ze in Wagner-opera’s, in Carmen van Bizet
en in Samson en Delilah va n Be rli oz. D e kenne rs
waa rd ee rd en h aa r voo rui tstreven de programm akeu
ze. Beke nd e co m pon ist en a ls H e nk Badings en
H e ndrik Andri esse n droege n we rke n aa n haar op.
Ook betoonde z ij zic h ee n a mbassadrice va n h e t
we rk va n a nd e re ed erl a ndse comp o ni s t en als
Alp ho ns D iepenbrock e n Piet Ke tting. Toen zij
a ri a ‘ s uit Lohengrin va n W agn er verto lkt e, oordeelde
d e destijd s gevr eesd e cr iticus Frieso Molen
aa r ove r haa r: ‘A ns va n d er Bilt -Stro ink is ee n
va n d e beste za nge r esse n va n dit mom e nt in o ns
la nd .’
■ ■ ■ ■
Nog ee n gr eep uit h et grote sca la van arti stie ke
uitinge n , waarm ee An s zich in de jare n twinti g e n
de rtig onde rsc h eidde. Ze zo ng bij v rijwe l all e gro te
orkesten in Ned erland, m et vo orop he t Co n ce rtgebouworkest
onde r W ill e m M e n gelb e rg, P ierre
Monteux e n Edua rd van Beinum . Ze trad op me t
in hun tijd befaamde soli st en als Jo V in ce nt, La u r
ens Bogtm an, Annie H e rmes, W ill em Ravelli ,
Herman Sc hey, Louis va n Tuld e r, Ruth H o m a en
Gré Brouwenstein. Ze was de ee rs t e di e Ru ss isc he
opera voo r d e rad io
li et hore n en n am
daarvoor speciaal
Russische les . H aar
commentaar daarop:
‘ H et voo rd eel is
dat er ni ets ve rloren
gaa t va n de kracht
en beklemtonin g
va n het li ed.’ Om die
red en zo n g zij Sibeli
u s ook in de oor spronke
lijke, Finse
ta al.
Ruth Horna, Gré Brouwenstein
en Ans Stroink
in Mozarts opera ‘Die
Zaüberflöte’, 1939.
( Uit: Zwolse Courant
16-7- 198 3)
Ans Stroink in de tijd
dat z ij d e bijnaam ‘De
Zwo lse Nachtegaa l’
kre eg. (Collectie Vis )
11-
148 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 Ans Stroink, in 1978
gefotografeerd in Bilthoven,
bij haar tachtigste
ve1jaardag. (Collectie
Vis)
Lesgeven
Als docente heeft Ans Stroink eveneens een
belangrijke bijdrage geleverd aan het Nederlandse
muziekleven. In 1926 werd ze reeds aangenomen
bij het Amsterdamse conservatorium, waarna in
1928 haa r aanstelling als hoofdlerares volgde.
Deze functie ve rvulde ze vijfentwintig jaar achtereen
tot de pensioengerechte leeftijd in 1963. Ze
vond het hee rlijk om haar gaven aan anderen door
te geven. Daarom had ze tot haar tachtigste jaar
nog verscheidene privé- lee rlingen.
De oorlog betekende een breekpunt in haar
concertca rrière. In 1978 bij haar tachtigste verjaa
rdag zei ze ervan: ‘Er begonnen zich tekenen
van li chte doofheid te vertonen en dat werd langzamerhand
erger. In een concertzaal moet je jezelf
honde rd procent kunnen horen. Zingen is zenuwenwerk.
Je moet er precies op het juiste moment
zijn. En dan ook goed!’
De mooiste zalen vo nd zij destijds de Hannonie
in Groningen en de concertzaal in Haarlem.
En de grote zaal van het Conce rtgebouw in
Amsterdam dan, waar ze regelmatig optrad?
‘Dat is niks. Daar sta je als een roepende in de
woestijn … ‘
Ans Stroink werd heel oud. De Zwolse achtegaal
van weleer overleed in 1994 op 96-jarige leeftijd
in Bilthoven.
Ans Stro in ks officiële naam luidde: Cathari na
Anna. In de fam iliekring werd ze meestal Annetje
genoemd.
De Jeugdh erinneringen va n Johan Doyer werden in
het ZHT23 (2006) nr. 4 gep ubliceerd.
Bronnen
Archief van dr. Pieter Vis te Houten
Zwolse Courant
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 149
11 Een ongewoon transport
Verslag van een bijzondere speurtocht
Lange tijd heeft mij een aantal foto ’s uit de
coll ectie van het Historisch Centrum Overijssel
geïntrigeerd. Op de foto ’s is te zien hoe
containers ui t Groot Brittann ië in de Zwolse
haven bij de Diezerkade ve rladen worden. Hoe
zijn die Britse co ntainers nu in Zwolle verzeild
~ –
… ,
‘ 1 1
geraakt en wat zou er in gezeten hebben. Die vragen
hebben mij jaren beziggehouden. Van mijn
speurtocht daarnaar doe ik in dit artikel verslag.
We zien op de foto ’s het verladen van conta iners
tussen een binnenvaa rtschip en wagons van
de Dedemsvaartse stoomtram aan de ste iger bij de
Peter Badcock
r
Een van de foto’s die de auteur hevig intrigeerden. Omdat de afbeeldingen ongeveer hetzelfde zijn, zijn er bij dit artikel maar twee daarvan
afgedrukt; hier en op pagina 151 . De containers werden met hulp van menselijke spierkracht vanaf het spoor op de juiste plek in het
schip getakeld. Op de achtergrond is de Diezerkade te zien. Ui terst rechts op het chassis van de goederenwagen tussen de spoorbeambte en
de scheepsmast staat het getal 04. Dit zijn de laatste twee cijfers. Het volledige nummer van de wagen was Hl 04, 1931 . (Collectie HCO)
11-
150 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
11 De steiger van de
Dedemsvaartse Stoomtra
mwegmaatschappij
(DSM). Links is het
goederenstation van de
DSM te zien aan het
Blekers wegje, 1914.
(Uit: Zwolle als industriestad
in 1914)
Brink in Zwolle. Maar wat zat er in de containers’
Waar zijn ze vandaan gekomen? Wat was
hun bes temming? De foto ’s zijn ongeveer tachtig
jaa r geleden gemaakt. Enkele fotografen vonden
het blijkbaar toch de moeite waard om dit tafereel
vast te leggen. In Zwolle bestond het vermoeden
dat het turfprod ucten zouden zijn op
weg naar Engeland. Vreemd, want ook daar zijn
uitgest rekte turfgebieden in het ooste n. H.F. van
der Gri endt, nazaat van de bekende turfstrooiselfamil
ie, vond in 2002 dat verhaal onwaarschijn lijk.
Containe rs werden (en worden) voornamelijk
gebruikt voor tran spo rt van hoogwaardige,
tijdgevoelige lad in gen die tevens kwetsbaar zijn
bij het verladen. H.D.J. Krikke, lid van de Historische
Vereniging Avereest, had het vermoeden
dat het iets te maken had met een lading NoordEngelse
naa i- en breimachines op weg richting
Dedemsvaart. In 1925 vond een flin ke uitbreid
ing plaats van het Dedemsvaartse texti elbedrij f
Dela na dat wollen goederen fabr iceerde. Maar
het archief van dat bedrij f is helaas verloren
gegaa n, zodat dat vermoeden niet meer bevestigd
kon worden.
Dedemsvaartse Stoomtram
In 1809 werd in Hasselt de eerste spade in de
grond gestoken voor de aanleg van de Dedemsvaart.
Bij de opening van de taatsspoo rlijn Zwolle
– Meppel in 1867 werd een station gebouwd bij
de overgang over de Dedemsvaart, d icht bij de
Lichtmis en met de naam ‘Dedemsvaart’ . Het sta tion
was voorzien van faci liteiten voor het verladen
van zwa re ladingen, bij voorbeeld balen turfstrooisel.
Dr. J.G.C. van de Meene heeft teken ingen
van het emplacement in zijn bezit uit zowel 1912
als 1937 waarop een loopkraan staat in getekend.
De achttien kilometer afstand naar Dedemsvaart
dorp werd overbrugd door de Dedemsvaartsche
Stoomtramweg-Maatschappij (DSM). De DSM
koos voor een spoorbreedte van 1067 mm en
opende in 1886 lijnen vanuit Avereest (Dedemsvaart
dorp) naar Heemse-Hardenberg en
Dedemsvaa rt SS. In 1895 legde de D Meen brug
over de Vecht in Berkum. De spoordijk is nog
altijd zichtbaar als een zijtak van de Maatgravendijk
tegenover de Berkumer kolk. Op die manier
werd Zwolle bereikt, met eindbestemming de
Vlasakkers voor reizigers en het Blekerswegje voo r
11-
zwols historisch tijdschrift jrg. 24 – nr. 4 | 151
11 goederen. In het stadsverkeer (langs de Thomas a
Kempisstraat) waren de trams verplicht niet harder
dan stapvoets te rijden en bovendien liep er
voor de tram iemand met een luid klinkende bel.
iet all een het vervoer van personen, maar
ook dat van goederen en in het bijzo nder van turf
nam bij de DSM een belangrijke plaats in . Zo ontstond
een net met takken naar Coevord en (1897),
Hoogeveen (1905 ), Klazienaveen (1904) en Ter
Apel ( 1907) en, via dikwijls haa tliefde re laties met
zusterondern emingen, ook naar Meppel, Emmen,
Assen en, vanaf 1925, naar di verse plaa tsen in
Oost-Groningen. Het ro llend materieel bevatte
goederenwagens, ondermeer een aantal platte
zogeheten rongenwagens waarop deze contain ers
vervoerd werden, doorgaans met een lengte van
negen meter, maar enkele ook van twaalf meter.
Op de foto (zie afbee lding) zijn de cij fers 04 te
lezen, namelijk op het chass is van de wagen tussen
het hoofd van de spoorbeambte en de scheepsmast.
De eerste karakters zijn echter niet zichtbaar
door de schad uw van de scheepsmast. We hebben
hier te maken met wagen Hl04: ee n nege n meter
lange, twaalf tons rongenwagen op draaistell en,
geleverd door Pennock en in dienst gesteld in
1912. De DSM had in totaal 114 rongenwagens
van diverse leveranciers voor vervoer van turf,
evenveel als alle overige goederenwagens tezamen.
Trams reden af en aan naar de Diezerkade in
Zwolle, waar vele turfschepen lagen te wachten
om de toen zo belangrijke brandstof naar het westen
te vervoeren . In Holland gebruikte men de
turf ook voor de bollenvelden. Rond 19 l O werd
het zo’n gedrang dat de DSM plan nen ontwikkelde
voor een speci ale steiger in de gracht. De
gemeente Zwolle verklaa rde zich in 1912 bereid
ee n ho uten lossteiger met twee sporen te bouwen,
die door de DSM gehuurd werd. De Maa tschapp ij
moest bovendien in het onderhoud bijdragen.
Drie portaalkranen werd en gebruikt voo r het
overladen van de turf en balen turfstrooisel. De
portaalkranen werden niet gebruikt voor het verladen
van deze containers. Misschien waren die te
zwaar. Een baal turf of strooisel woog circa een
halve ton. Bij het overtak elen van co nta iners
maakte men gebruik van de giek van het schip.
De stoomtram mag dan in o nze ogen een vervoerm
iddel zijn waar je met enige nostalgie aan
terugdenkt, snelheidsduivels waren het zeker niet.
Over de afstand van Dedemsvaa rt dorp naa r
Het verladen van de
Engelse containers aan
de steiger hij het Blekerswegje.
Linksachter
is nog een stukje van de
huizen op de Brink te
zien, 1931 . (Collectie
j.H. S.M. Veen)
11-
152 | jrg. 24 – nr. 4 zwols historisch tijdschrift
Slechts een paar spoorstaven
van het voormalige
goede renstation van
de Dedemsvaartse
Stoomtramwegmaat schappij
(DSM) in het
wegdek va n het Blekerswegje
herinnert Zwo lle
aan de stoom tram , die
in de eerste helft va n de
vo rige eeuw voor plattelandbewoners
het ve rvoe
rsmidd el bij uitstek
was om snel in de grote
sta d te komen . (Foto
redactie )
Z woll e d ee d me n ee n kleine tw ee uur, dikwijls met
vertraging. Personen- en goederenvervoer reden
doorgaans geco mbineerd in dezelfde tram. De
stoomtram bestond, naast de locomotief, meestal
uit een personenwagen en twee goederenwagens.
Het goede renvervoer werd waar mogelijk met
afzo nd e rli jke goe derentrams uitgevoerd, mede
omdat reizigers klaagden over h e t opontho ud
onderweg door het laden en lo ssen van stukgoed
en het rangeren van wagenladingen. De officiële
toegestane snelh eid werd pas in 1925 verhoogd tot
35 km / u (10 à 20 km / u in de bebouwde ko m ) ,
maar h et was al te laat om nog succesvol te conc
urrere n tegen a ndere vormen va n vervoer. De
moeilijkheden ten gevolge van de Eerste Wereldoorl
og konden in de jaren twintig nauwelijks worden
overwonnen. Toen dan ook in 1929 de
were ldrecess ie uitbrak ging het met de DSM,
evena ls met ve le zusterbedrijven, snel bergafwaarts.
Het aantal personeelsleden moest inkrimpen
van 19 7 in 1927 tot 127 in 1934. Het vervoer
van turfstrooisel en andere massa goederen naar
Dedemsvaart SS en Zwolle liep hard achteru it.
Hoewel het personenvervoer lijn voor lijn in de
periode 1933-1935 compleet werd verbust ( de
eigen autobus wa s ander h alf à tweemaal zo sn el )
bleef het goede renvervoer per tramspoor voorlopig
nog wel rendabel. Na ee n korte op leving tij-
■ ■
i.e.o..la Tc.rvuld, \”‘
29e jaargang 2012 nummer 4 – 8,50 euro
Zwols Historisch Tijdschrift
Special
Westenholte – Voorst –
Frankhuis Een geschiedenis
in vogelvlucht
Omslag: Frankhuis ten tijde van de Eerste Wereldoorlog.
(Particuliere collectie)
zwols historisch tijdschrift 143
Inhoud
Groeten uit Westenholte Wim Huijsmans 142
Voorwoord Bert de Vries 144
Westenholte is…?
Een geschiedenis in vogelvlucht
van Westenholte, Voorst en Frankhuis
Frank Inklaar 145
Westenholte – Voorst – Frankhuis;
geografische achtergrond
Gerrit van Vilsteren 162
De cornetmuts
Hoe een modemuts in de streekdracht
terecht kwam Aranka Wijnbeek 171
De Christelijke Mondharmonicavereniging
‘Excelsior’ in Westenholte Wim Huijsmans 179
WVF zal altijd dorpsclub blijven
Steven ten Veen 183
De Nederlandsche Gruyère Blokmelk
Fabriek N.V. Gerrit van Vilsteren 189
Zwolle in de jaren zestig
Aflevering 8: De ontwakende driften van de
Zwolse babyboomers (1962-1963)
Jan van de Wetering 198
Veelomvattende dissertatie van
dr. Philomène Bloemhoff
In anderhalve eeuw veranderde veel aan
het Zwolse dialect Willem van der Veen 200
Mededelingen 202
Auteurs 204
Groeten uit Westenholte
Petuniaplein, 1965
Bij gebrek aan een suikerzakje uit Westenholte
dit keer een prentbriefkaart van het Petuniaplein.
Het plein is ontworpen als winkelcentrum voor
het nieuwe Westenholte. Waar eerst koeien
graasden, moesten winkels komen met een buurtkarakter waar je je dagelijkse inkopen kon doen.
Het zou het dorpse Westenholte allure geven. Het
ontwerp van plein en winkels met bovenwoningen is van de hand van architect W. Geytenbeek,
die ook iets dergelijks aan de Campherbeeklaan
in Berkum had ontworpen. Eind 1964 werd het
complex aan het Petuniaplein opgeleverd.
Op de foto zien we uiterst links de houten noodkerk van de Nederlands Hervormde
Gemeente, de latere Stinskerk. Aan het plein kwamen van links naar rechts: de Centrawinkel van
Mannes Kluin, de Boerenleenbank, de textielzaak
van Johan Spijker, het technisch handelsbureau
van Jannes Willems met gereedschappen en ijzerwaren, de Spar supermarkt en Gosen ten Klooster
met een sigaren- en snoepwinkel. In zijn winkel
zat ook een postkantoortje. Opzij kwam een
snackbar.
Naast de winkels aan het plein had de Centrale
Plattelandsbibliotheek in juni 1964 een nieuw
filiaal geopend. Het gebouwtje rechts met daarop
in neon letters Spaarbank bood onderdak aan de
Raiffeisenbank.
Volgens de plannen van de architect werd het
Petuniaplein dat ongeveer tweeduizend vierkante
meter groot is, ingericht als parkeerruimte en
‘gestoffeerd’ met bloembakken. Het plein waar op
vrijdagmiddag ook een kleine markt gehouden
wordt, is nog steeds het kloppend hart van
Westenholte.
142 zwols historisch tijdschrift
Wim Huijsmans
Het Petuniaplein met vrijdagmiddagmarkt, november 2012.
(Foto Jan van de Wetering)
(Collectie HCO)
144 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 145
Het Historisch Centrum Overijssel heeft in
samenwerking met (oud)bewoners een
unieke tentoonstelling gemaakt over de
Zwolse buurten Westenholte – Voorst – Frankhuis.
De tentoonstelling geeft achtergrondinformatie aan de hand van prachtige door de bewoners
ingebrachte foto’s, maar ook de persoonlijke verhalen en herinneringen hebben een plek gekregen
in de tentoonstelling.
Het unieke van de tentoonstelling is dat mensen tijdens de duur ervan hun eigen foto en verhaal
toegevoegen. Hiervoor is een digitaal fotoalbum
gemaakt, waar foto’s in worden opgenomen en
mensen zelf hun verhaal kunnen plaatsen. Dit
album is ook vanuit huis in te zien en reageren op
foto’s en verhalen van anderen is mogelijk.
Het Historisch Café is toegankelijk op iedere
dinsdagochtend van 10.00 uur tot 12.00 uur
zolang de tentoonstelling loopt, een ontmoetingspunt voor iedereen die geïnteresseerd is in
de geschiedenis van deze Zwolse buurten, maar
in het bijzonder voor degenen die er wonen of
gewoond hebben en samen met anderen herinneringen willen ophalen.
Met de expositie, die loopt tot en met
4 januari 2013, wil het Historisch Centrum Overijssel mensen betrekken bij hun eigen geschiedenis. Je eigen verleden bepaalt immers voor een
groot deel ook je eigen identiteit. Zo willen wij een
bijdrage leveren aan leefbaarheid en welzijn in
buurten en wijken. Het project voegt iets belangrijks toe, namelijk de menselijke dimensie van
beleving en ontmoeting. Eerder door het Historisch Centrum Overijssel gerealiseerde wijkprojecten hebben dit ten volste bewezen!
Dit themanummer van het Zwols Historisch
Tijdschrift is het resultaat van al het moois aan
materialen en informatie dat het Historisch Centrum Overijssel vóór en tijdens de tentoonstelling
Voorwoord
heeft mogen ontvangen. Geweldig dan ook dat de
Zwolse Historische Vereniging een themanummer over deze prachtige Zwolse buurten heeft
willen maken, zodat als de tentoonstelling is
afgelopen, naast het digitaal fotoalbum er ook een
rijk geïllustreerd tijdschrift ligt als resultaat van
hoe samen met bewoners de geschiedenis van hun
eigen wijk in beeld is te brengen.
Zo levert een project met bewoners uit een
wijk ook weer een mooie samenwerking op met
onze aloude partner, de Zwolse Historische
Vereniging, waarvoor ik haar van harte wil
bedanken.
Bert de Vries
Directeur Historisch Centrum Overijssel
Wat zou een oer-Westenholtenaar er
van vinden dat een heel nummer van
het Zwols Historisch Tijdschrift aan de
geschiedenis van zijn woonplek is gewijd? Trots,
omdat er toch maar mooi aandacht is voor dit
unieke plekje? Bevreemding, omdat Westenholte
sinds de opheffing van de gemeente Zwollerkerspel in 1967 weliswaar bestuurlijk onderdeel is
van Zwolle, maar om het nu Zwols te noemen?
En aandacht in het Zwols Historisch Tijdschrift?
Hoe het ook zij, Westenholte (en Voorst en
Frankhuis), de buur(t)schappen ten noordwesten van Zwolle, hebben al eeuwenlang van doen
met deze stad en andersom. Om maar het meest
in het oog springende voorbeeld te noemen:
ongeveer de grootste catastrofe die Zwolle ooit
is overkomen heeft zijn oorsprong in Voorst.
In 1324 brandde vrijwel de hele stad af door
toedoen van de hoofdbewoner van het kasteel
van Voorst, kasteelheer Roderik van Voorst.
Maar het kan ook vreedzamer: in 1994 werd de
honderdduizendste inwoner van Zwolle, Kyra
Mepschen, geboren in Westenholte. Hoezeer
de bewoners van het gebied de eigenheid van
hun buurtschappen ook beleven, er zijn redenen
genoeg voor het Zwols Historisch Tijdschrift om
in de geschiedenis van deze drie buurtschappen
te duiken. Westenholte was oorspronkelijk het
gebied vanaf de Konijnenbelten tot en met de
Zalkerdijk; Voorst lag hier ten zuidoosten van en
Frankhuis meer richting Zwolle, vroeger bij het
Zwartewater, nu aan het Zwolle-IJsselkanaal. De
oude buurtschap Voorst is opgegaan in het huidige Westenholte.
Detail uit de topografische kaart rond 1900
met Westenholte, de
Konijnebelten, Voorst
en Frankhuis. Onder
de (nog zichtbare) letters van Westenholte
ligt de Zalkerdijk, waar
de lagere school staat
aangegeven. Duidelijk
zichtbaar is ook de
Kolk. (Collectie HCO)
Westenholte is…?
Een geschiedenis in vogelvlucht van
Westenholte, Voorst en Frankhuis
Frank Inklaar
146 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 147
Kasteel Voorst
Het vroegste begin van de bewoningsgeschiedenis is niet veel verschillend van andere nederzettingen in dit gebied. In een drassige omgeving
zoeken mensen een hogere plek op om droog en
veilig te kunnen wonen. De in deze buurt gelegen
hogere plekken waren rivierduinen. Daar vestigden zich de oer-Westenholtenaren. Of er sprake
was van een Friese nederzetting in een Saksische
omgeving, of dat de wortels te zoeken zijn op de
Noord-Veluwe is niet bekend. De rivierduinen
werden in de loop der eeuwen door de bewoners
aangeduid als de ‘Konijnenbelten’. De naam Westenholte komt van Wesderawalde. Dat verwijst
naar een bosrijk gebied. In oude archiefstukken
komt de naam al voor. Westenholte, eerst alleen
en later samen met Voorst, vormde al vroeg een
marke. Een marke was een soort middeleeuws
collectief van grotere boeren die gezamenlijk het
beheer en gebruik van hun gemeenschappelijke
gronden regelden. Het centrum van de marke
bestond uit cultuurgrond met boerderijen, omgeven door woeste gronden. De marke Westenholte-Voorst werd pas in 1903 opgeheven.
Aan de zuidzijde van de Konijnenbelten stond de
burcht van de machtigste heren uit de buurt, de
heren van Voorst. In 1224 werd de oude burcht
afgebroken en er kwam een nieuw, zeer imposant
exemplaar voor in de plaats. Net als alle adellijke
families in de Middeleeuwen streefde ook de
familie van Voorst naar een zo groot mogelijke
onafhankelijkheid. Twee obstakels vonden ze
hierbij op hun weg: de landsheer (de bisschop
van Utrecht) en de IJsselsteden in de buurt, die
andere belangen hadden dan de Van Voorsten.
Bij vlagen, als de belangen gelijk liepen, trokken
de bisschop van Utrecht en de steden als bondgenoten op. Voor Zwolle had dat in 1324 onaangename gevolgen. De stad werd toen getroffen door
een razendsnel om zich heen slaande brand en
werd praktisch geheel verwoest, kerk en stadhuis
incluis. Alleen het klooster Bethlehem en vijf
burgerhuizen bleven gespaard. Volgens de overlevering was Roderik van Voorst de aanstichter van
het vuur. In 1361 volgde een herhaling van zetten.
Zwolle wenste een gracht te graven van de stad
naar de IJssel en dat moest gebeuren over het land
van de Van Voorsten. Die waren daar niet blij
mee en weer stak een Van Voorst, nu Zweder, een
stuk Zwolle in brand. De ‘Nijstad’, de bewoning
buiten de Diezerpoort, ging in vlammen op. Het
was duidelijk: Zwolle moest zich ontdoen van de
burcht van de Van Voorsten om verlost te raken
van de machtige arm van deze heren. De stad riep
de hulp in van bisschop Jan van Arkel. Met hulp
uit Deventer en Kampen werd kasteel Voorst
belegerd. Vijftien weken bood de burcht weerstand, maar toen met blijden ‘drek en vuiligheid’
over de muur werd geworpen waardoor er in het
kasteel gebrek aan drinkbaar water en ziekte ontstond, was het afgelopen. Het kasteel werd met de
grond gelijk gemaakt om nooit meer opgebouwd
te worden. De ijzeren deur van het kasteel is nog
steeds te zien in het oude stadhuis van Kampen.
De beste stenen van het kasteel werden in Zwolle
hergebruikt bij de bouw van de toren van de
Grote Kerk. Nog in het begin van de negentiende
eeuw werd het laatste puin aangewend voor de
aanleg van zeeweringen tegen de Zuiderzee en
voor de verharding van de weg naar Kampen.
Het terrein waar eens het kasteel stond is nu rijksarcheologisch monument: het Stinspark. Een
houten speelkasteel is een ludieke herinnering
aan de eens zo machtige burcht.
De familie van Voorst bleef overigens niet
lang ‘dakloos’, de zonen van Zweder sloten een
verzoeningsverdrag met de bisschop van Utrecht
en bouwden vervolgens verderop in de toen net
omdijkte Mastenbroekerpolder een nieuw kasteel,
huize Werkeren. Ruim honderd jaar na de bouw
van Werkeren liet de toenmalige bewoner, Johan
van Ittersum, ook weer een huis in Westenholte
bouwen in de buurt van de plek waar het oude
kasteel had gestaan: Huis Voorst. Het gedeelte
van de Mastenbroekerpolder waar Werkeren
stond is tegenwoordig opgeslokt door Stadshagen. Werkeren werd in het begin, Huis Voorst
aan het eind van de negentiende eeuw gesloopt.
Negentiende eeuw
De zanderige rivierduinen werden eeuwenlang
vooral bewoond door twijgensnijders en landarbeiders, al dan niet met een klein keuterbedrijfje.
Het lagergelegen, vruchtbare land daaromheen
was het domein van enkele grotere boeren. Een
reiziger van Kampen naar Zwolle beschreef in
1819 het landschap als volgt: ‘Er loopen twee
wegen van hier naar Zwolle, de een geheel door
Boven: Luchtfoto van het Stinspark in Westenholte. Het Stinspark is gebouwd
op de plaats waar ooit de burcht van de heren van Voorst stond. Bij de aanleg
van het park is uitgegaan van de contouren van de grachten rond het kasteel.
Rechts zijn de velden van voetbalclub WVF zichtbaar. (Aerophoto Eelde)
Onder: Reconstructie van de plattegrond van het kasteel. (Informatiebord
Stinspark, foto Jan van de Wetering)
Boven: Tegenwoordig is
dit houten speelkasteel
in het Stinspark nog
een bescheiden herinnering aan vervlogen
tijden. (Foto Jan van de
Wetering)
Links: Verbeelding
door Teun van der
Veen van de belegering
van het kasteel in 1362.
(Uit: Zwolle 750 jaar
stad in woord en beeld
gevat, 1980)
148 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 149
de klei, doch te smal voor een gepakt rijtuig met
vier paarden. Ik reed dus den anderen, over den
Konijnenberg, eerst door lage weilanden, dan
heide, wederom weiland, en eindelijk open veld
… Ofschoon de heide hier meestal bedwongen
en vruchtbaar gemaakt is, ontmoet men nogtans
enkele duintjes. Dan ook deze ontsnappen niet
aan dien geest van ontginning, dien ik overal
aantrof, en men ziet dat de zandhoop sedert kort
kleiner is geworden en nog gedurig wordt.’* Desalniettemin zou het nog zeker een eeuw duren
voor de ‘konijnenbelten’ grotendeels verdwenen
waren, ook tegenwoordig vallen er nog rudimenten van terug te vinden. Veel van het land was in
handen van grootgrondbezitters, die meestal tot
de stedelijke elite behoorden. Bij Frankhuis lagen
de drie buitens Twistvliet, Ketelkolk en De Bildt.
De lagergelegen gebieden hadden met enige
regelmaat te maken met overstromingen. In 1825
verdronken bijvoorbeeld enkele van de toen
honderdvijftig inwoners van Westenholte. Toch
brachten de overstromingen niet alleen rampspoed. De vruchtbaarheid van het land werd er
ook door vergroot.
Tot ver in de negentiende eeuw vormden Westenholte en Voorst gesloten gemeenschappen, die
niet veel met de buitenwereld van doen hadden.
Zelfs niet met elkaar. De omwonende boeren
kwamen bijvoorbeeld niet op de volksfeesten in
Westenholte. Maar langzaamaan werden de contacten met de buitenwereld makkelijker en werd
de wereld wat groter, ook voor de buurtschappen. Meisjes gingen uit werken als dienstbode
in de stad, waar de jongens werk vonden in de
opkomende nijverheid. Frankhuis, wat dichter bij
Zwolle en aan doorgaande wegen naar Kampen
en Hasselt gelegen, kende een wat andere economische bedrijvigheid. Tussen Westenholte en
Voorst en Frankhuis hadden diverse tuinders en
warmoezeniers hun bedrijfjes. Zo vlak onder de
rook van de stad Zwolle hadden ze een stabiele
afzetmarkt. In Frankhuis woonden wat ambachtslieden, die vooral gericht waren op het boerenbedrijf. Zo waren er smederijen en wagenmakerijen.
Ook was er verzorgende middenstand: onder
meer een melkboer, een bakker, een kleermaker,
wat kruideniers en natuurlijk een café-tapperij.
Soms werd deze bedrijvigheid gecombineerd met
een klein boerenbedrijfje.
Grote bedrijven
Grotere economische bedrijvigheid buiten de
landbouw was er in Frankhuis. In de negentiende
eeuw ontstonden daar twee bedrijven, die elk
voor zo’n vijftig arbeidsplaatsen zorgden. Veel
inwoners uit de buurt vonden er werk. In 1825
vestigde houthandel Eindhoven en Zoon zich in
Frankhuis. Het bedrijf kwam uit Blokzijl. Door
de aanleg van de Willemsvaart was er een directe
verbinding gekomen tussen het Zwartewater
en de IJssel. Vlotten hout uit Duitsland konden
veel voordeliger via de IJssel naar Zwolle worden
getransporteerd dan via de Zuiderzee naar Blokzijl. Op buitenplaats Twistvliet liet Lambert Eindhoven een houtzaagmolen bouwen, aangedreven
door de wind. Vanaf 1857 werd gebruik gemaakt
van een stoommachine. In 1973 werd het familiebedrijf overgenomen door een van de grootste
Engelse houtimporteurs, The Southern Evans Ltd.
In 1989 kwam het bedrijf in handen van Stiho BV
te Nieuwegein.
Het andere grote bedrijf was de Blokmelkfabriek. In 1895 verleende de gemeente Zwolle
Uitsnede van het gebied
Zwolle, Zwartsluis en
Kampen met de Mastenbroekerpolder uit de
kaart ‘Transisalania
Provincia vulgo Overyssel’ uit 1743.
De kaart is gebaseerd
op de in 1648 vervaardigde kaart door
Nicolaas ten Have.
Zichtbaar zijn (op de
rode lijn) Westenholte,
Voorst en Frankhuis.
(Facsimile bij ‘Een
perfecte Lantcaerte van
Overijssel’ 2012)
Rechts: Boerderij met
hooiberg in Frankhuis.
Anoniem, achttiende
eeuw. (Collectie SMZ)
Frankhuis eind negentiende eeuw. Tekening
door J.W. Meijer. (Collectie SMZ)
150 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 151
een vergunning aan de Stoomzuivelfabriek Mastenbroek VOF voor de bouw van een roomboterfabriek. In 1926 werd de stoomzuivelfabriek
overgenomen door NV Nederlandse Gruyère
Blokmelkfabriek uit Den Haag. De Blokmelkfabriek verwerkte melk van boeren uit de verre
omgeving tot blokmelk. Blokmelk was een mengsel van melk en suiker, dat na afkoeling stijf werd
en in blokvorm in kisten werd verpakt voor
verzending naar Zwitserland. Daar diende het
als grondstof voor chocolade. In 1977 werd het
bedrijf onderdeel van Coberco Isoco BV. Sinds
1999 is het onder de naam Sensus Operations een
producent en groothandel in voedingsmiddelen
en voedingsmiddeleningrediënten.
Frankhuis was inmiddels door de aanleg van
het Zwolle-IJsselkanaal in het begin van de jaren
zestig van de twintigste eeuw compleet veranderd.
Het was de directe verbinding met Zwolle verloren. Een fiets-voetgangerspontje moest dit gemis
compenseren. In 1985 kwam er weer een vaste
verbinding in de vorm van een voetgangersbrug
op de hoogte van zo’n negen meter boven het
kanaal. Het kanaal bracht ook aan de zuidrand
van Westenholte en in Voorst grote veranderingen. Langs het kanaal kwamen insteekhavens en
industrieterreinen, die tot op heden het beeld
bepalen van wat nu bekend staat als het industriegebied Voorst.
Het personeel van de firma Eindhoven in 1905. (Particuliere collectie)
Het personeel van de firma Eindhoven in 1938. De foto werd gemaakt op 14 maart, ter gelegenheid van het vijftig jaar in dienst zijn
van Egbert Drost. Staand achterste rij vlnr.: Jo Drost, Jan Willem ten Hove, Jan Huizen, Gerrit Drost, Dorus Heres, Reindert Drost,
Sip Heres, Albert van Rijssen, Jan Lubbers, Berent Jan Brinkman, Berent Kluinhaar, Wiechert Bastiaan, Rinus van Duuren, Gait Jan
Hultink, Jan Bastiaannet, Frederik Drost, Hein van Leiden, Jaap Schinkel, Roelof Lemstra, Reize Lemstra, Kees van der Molen, Derk
Drost, Mannes Heideveld, Bert Borst, Coen Nijmeijer, Jacob Palm, Albert Dijkslag, Jo Wever. Voorste rij: Jochem Ammer, Herman
Drost, Bos, Wiechert Korpershoek, Henzen, Arend Zijlstra, Van Buren, Herman Halfwerk, Van Hall, Van Hall, ? , Jannes Drost, Gijs
Kloot, Derk Voeten, Jo Korpershoek, Eikelboom. Zittend de jubilaris Egbert Drost. (Particuliere collectie)
Links: Luchtfoto uit
1948 van de houthandel Eindhoven in
Frankhuis. Het water
op de voorgrond is
de Trekvaart, op de
achtergrond is de Blokmelk-fabriek zichtbaar.
(Foto Aviodrome)
De Gasthuisdijk richting Frankhuis. Rechts zijn de
graafwerkzaamheden voor het Zwolle-IJsselkanaal
zichtbaar. Op de voorgrond staan Tonnie en Marja
Hullen, begin jaren zestig (Particuliere collectie)
152 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 153
Keren we terug naar Westenholte rond 1900. Ook
daar drong de moderne tijd steeds meer door.
Niet alleen gingen Westenholtenaren werken in
Frankhuis, of zelfs in de stad, maar ook kwamen
geschoolde arbeiders uit Zwolle in Westen
–
holte wonen. Op kleine schaal werden er nieuwe
woningen gebouwd, oude verhoudingen verdwe
–
nen. Het accent van de nieuwbouw lag vooral in
Voorst. Met name langs de Voorsterweg was wat
middenstand (bijvoorbeeld rijwielhandel Schutte
en kruidenier Kluin) en nijverheid in de vorm
van een smederij, een timmermansbedrijf en een
houtzagerij. Houtzagerij Van Dijk groeide na de
oorlog uit tot een bloeiend bedrijf. Aan dezelfde
Voorsterweg kwam ook het klompenbedrijf van
de gebroeders Van Vilsteren, GeVaVi. Tussen
1962 en 1978 groeide dit bedrijf uit tot een grote
werkgever voor maar liefst zo’n honderd man
personeel. In 1993 werd de productie overgehe
–
veld naar de firma Nijhuis in Beltrum. GeVaVi
is anno 2012 een groothandel in de verkoop van
klompen, klompschoenen, veiligheidssneakers
en trendy slippers. Ook werkkleding en bescher
–
mingsmiddelen behoren tot het assortiment.
Na de aanleg van het
Zwolle-IJsselkanaal
begin jaren zestig was
Frankhuis afgesneden
van Zwolle. Een fietsvoetgangerspontje
vormde toen de directe
verbinding. Deze foto
dateert uit 1985, het
pontje werd een jaar
later vervangen door
een voetgangersbrug.
(Collectie HCO,
Redactiearchief
Zwolse Courant)
De werkplaats en het
woonhuis van Jan Hen
–
drik Schutte, rijwiel
–
handelaar en -herstel
–
ler aan de Voorsterweg.
Het rijmpje:
‘N fietse van Skutte
En loop…’n det dutte
Met de wind in ’e rugge
Over d’Iesselbrugge’
was van deze familie
Schutte afkomstig. De
familie Schutte die de
autobusmaatschappij ging exploiteren
maakte daar later de
veel bekender geworden
variant ‘De busse van
Skutte’ op. (Particuliere
collectie)
De Essopomp aan de Voorsterweg van Schutte, begin jaren zestig.
(Particuliere collectie)
Kapsalon Tielenburg aan de Voorsterweg,
jaren veertig. (Particuliere collectie)
Gerrit van Dijk, met
sigaar in de hand,
met al zijn zonen,
omstreeks 1950. De
houthandel werd opge
–
richt in 1924 en was
gevestigd aan Voorster
–
weg 60. (Particuliere
collectie)
Links: Houthandel van
Dijk, omstreeks 1960.
(Particuliere collectie)
Rechts: GeVaVi in
1982. (Collectie HCO,
Redactiearchief Zwolse
Courant)
154 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 155
Een eigenstandig dorp
Na de Tweede Wereldoorlog werd Westenholte
onbetwist de grootste bevolkingskern. In de jaren
vijftig kwamen er nieuwe huizen, eerst als opvulling tussen de bestaande bebouwing (bijvoorbeeld
langs de Westenholterweg, maar ook in het stukje
van de Korenbloemweg en de Anjerweg tot aan de
Rozenweg) en later op verworven terreinen op de
Konijnenbelten. Er werd gebouwd van de Lupineweg tot aan het Petuniaplein en later tussen de
Ridder Zwederweg en de Papaverweg. Westenholte begon meer en meer op een eigenstandig
dorp te lijken en daar horen ook meer voorzieningen bij. In 1965 kwam er een echt winkelcentrum
op het Petuniaplein. Kruidenier Kluin opende
daar een Centra en er kwam ondermeer een slagerij, een textielwinkel en een sigarenwinkel annex
postagentschap. Ook de bibliotheek kreeg een
vestiging aan het Petuniaplein. Vlakbij werd ook
in 1961 de Stinskerk in gebruik genomen. Deze
kerk was de opvolger van het Eben Haëzergebouw
aan de Westenholterweg. Dit gebouw dat door
de weeks in gebruik was voor vergaderingen en
voorstellingen, bood Westenholtenaren op zondagavond en vanaf 1958 ook op zondagochtend
gelegenheid ter kerke te gaan. De Stinskerk maakte het gebruik van Eben Haëzer voor kerkdiensten
echter overbodig.
Bij een eigenstandig dorp hoort ook een
gemeenschapshuis, zeker in een dorp als Westenholte waar het bruiste van het verenigingsleven.
De verwevenheid van het verenigingsleven en het
gemeenschapshuis blijkt uit de ontstaansgeschiedenis van De Ark. Dit gebouw komt rechtstreeks
voort uit de organisatie van schaatswedstrijden op
De Kolk aan de noordwestkant van Westenholte
bij de Zalkerdijk. In 1939 was de ijsvereniging
WVF opgericht. Tot 1947 werden de schaatswedstrijden op De Kolk gehouden. Hierna kwam er
een ijsbaan, die door de Westenholtenaren zelf was aangelegd. De baan werd in 1968 zodanig vergroot dat er een wedstrijdbaan van vierhonderd
meter kon worden uitgezet. Bij een ijsbaan hoort
een koek-en-zopie tent. Ook deze werd door de
leden van de ijsvereniging in 1953 zelf gebouwd.
Door het groeiend aantal leden werd dit bouwsel
al snel te klein. Opvolger werd De Ark die in 1959
gereed kwam. Naast de ijsvereniging vond ook de
volleybalclub hier zijn onderkomen. Vergaderingen, voorstellingen, bruiloften, feesten en partijen
zorgden ervoor dat De Ark als een echt gemeenschapshuis voor Westenholte diende.
De Ark werd aanvankelijk geëxploiteerd door
de leden van de ijsvereniging, maar dit werd juist
door het succes en de hoge bezettingsgraad van het
gemeenschapshuis voor deze vereniging een veel
te zware belasting. In 1973 werd De Ark vervangen door het moderne ontmoetingscentrum Het
Anker. Dit jaar, 2012, worden plannen ontwikkeld
voor Het Nieuwe Anker, dat moet worden ondergebracht in het nieuwe zorgcentrum Westenhage.
Naoorlogse nieuwbouw, de Lupineweg en
Papaverweg in 1965.
(Particuliere collectie)
In 1961 werd de nieuwe Stinskerk in gebruik genomen. Op de foto staat de leiding van de zondagschool ‘Waakt en bidt’. Staand vlnr.: Rince Pasen, Jan Bos,
Gerrit Zwakenberg, Henk Dol. Zittend de dames: Jennie Bredewout, Dienie
van Voorst, Riek van Weeghel , Anneke Docter en Klaasje Riezebos . (Particuliere collectie)
Gasten op het veertigjarig huwelijksfeest van Geurt
Borst (1899-1976) en Marie Knol (1898-1981).
Zij waren op 23 juli 1925 in het gemeentehuis
van Zwollerkerspel getrouwd. Het huwelijk bleef
kinderloos. Het feest werd in 1965 gevierd in hun
boerderij aan de Zalkerdijk nr. 16. (Particuliere
collectie)
Bouw van De Ark, 1959. (Particuliere collectie)
De Ark. (Collectie
HCO, Redactiearchief
Zwolse Courant)
Opening van het
nieuwe wijkcentrum
Het Anker, door wethouder Ter Bekke,
jaren zeventig. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)
156 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 157
De Kolk was niet alleen de oorsprong van de
ijspret in Westenholte. ’s Zomers was het de plek
om te zwemmen, te vissen, of bootje te varen. Een
ideale plek voor een echte recreatieplas zou je zeggen. Al in 1959 waren er plannen in deze richting.
Ook de wijkvereniging WVF spande zich in voor
dit idee. Maar er waren ook andere, economische,
belangen. In 1970 bleek dat houthandel Van Dijk
De Kolk nog steeds mocht gebruiken om boomstammen te laten wateren. De wijkvereniging zag
af van verdere plannen tot het maken van een
recreatieplas.
Westenholte was (en is) een gemeenschap met veel
reuring. De ijsvereniging WVF en de volleybalclub
kwamen al ter sprake. Op sportgebied is er verder
de voetbalvereniging WVF. Dit jaar bestaat deze
vereniging vijfenzeventig jaar. De club werd opgericht door vijf twaalf- en dertienjarige schooljongens die graag een balletje trapten op het grasveld
naast de openbare school. Binnen een maand hadden ze een voetbalclub met de naam Quick geregeld. En wat is een voetbalclub zonder wedstrijden?
De eerste wedstrijd was tegen het Kampense KHC.
Helaas was het resultaat niet positief… De club
sloot zich aan bij de KNVB en met ingang van
het seizoen 1941-1942 kon het aan de competitie
meedoen. Nog wel een mits: de Duitse bezetter
stelde de eis dat de naam veranderd moest worden.
Zo kwam de naam WVF, naar de buurtschappen
Westenholte, Voorst en Frankhuis. De club kreeg
een nieuw voetbalveld bij boer Jacobs, waar nu
het ontmoetingscentrum Het Anker is. In 1979
verhuisde WVF naar het nieuwe sportcomplex De
Weide Steen. En WVF is nog steeds springlevend,
getuige de 850 leden in 2012.
Ook muzikaal laat Westenholte van zich
horen. De oudste nog bestaande vereniging
in Westenholte is het gemengde koor Zang en
Vriendschap, dat al van 1918 dateert. Maar vlak
daarna, in 1920, is de oprichtingsdatum van
muziekvereniging Excelsior. Weliswaar opgericht
als fanfarekorps in ’s-Heerenbroek, was het toch
al snel een Westenholtense vereniging. Pas bij het
veertigjarig jubileum in 1960 kregen de muzikanten voor het eerst een uniform. Nu is Excelsior
een volwaardige muziekvereniging die heel actief
is. Geregeld worden concerten gegeven en neemt
men deel aan concoursen, festivals en optochten.
De naam Excelsior heeft in Westenholte nog een
muzikale invulling gehad: de Christelijke mondharmonicavereniging Excelsior. Dit Excelsior
werd als onderafdeling van de Christelijke Jongemannenvereniging in 1929 opgericht. Een paar
decennia zat er muziek in de mondharmonica,
maar rond 1960 viel het doek.
Roeien op De Kolk, Eva
Zwakenberg en Janna
ter Stege, jaren dertig.
(Particuliere collectie)
Rechts: Zwemmen in
De Kolk, Eva Zwakenberg en Willem en
Janna ter Stege, jaren
dertig. (Particuliere
collectie)
Schaatsen op de baan van ijsvereniging WVF in 1995. IJsvereniging WVF werd
in 1939 opgericht. Dankzij de belangeloze inzet van veel vrijwilligers leidt de vereniging al jaren een bloeiend bestaan. In de beginjaren werd er geschaatst op De
Kolk. Omdat het ijs daar lang niet altijd betrouwbaar was werd er na de oorlog
een eigen ijsbaan gerealiseerd. De opening vond plaats in december 1946. Eind
jaren zestig kon met medewerking van de gemeente en de eigenaar van een aangrenzend perceel de baan vergroot worden tot een 400 meter baan, deze werd in
jan. 1970 in gebruik genomen. (Collectie HCO, Redactiearchief Zwolse Courant)
Meisjes van de ijsvereniging omstreeks 1950.
(Particuliere collectie)
Kortebaanwedstrijd op de ijsbaan Westenholte op
4 januari 1993. (Collectie HCO, Redactiearchief
Zwolse Courant, foto Freddy Schinkel)
Het gemengde koor Zang en Vriendschap in de jaren twintig. Het vaandel
dateert uit 1926, misschien werd toen deze foto gemaakt. Het koor werd in
1918 opgericht. Initiatiefnemers waren drie jongemannen, Van Zuthem,
Heddema en Breunis, leden van de christelijke jongemannenvereniging. Zij
wilden echter een gemengd koor oprichten. Zang en Vriendschap ging van
start met achttien dames en vijftien heren. In 1924 ging men voor het eerst op
concours. Het koor heeft in de loop der jaren veel prijzen in de wacht gesleept.
Er werd en wordt allerlei soorten muziek gezongen, zoals geestelijk, opera, operette, klassiek en musical. (Particuliere collectie)
In 1995 bestond de volleybalvereniging Westenholte veertig jaar.
Daarom werd er een
stratenvolleybalevenement georganiseerd
met 120 teams. Burgemeester Jan Franssen
opende het toernooi
met het oplaten van
ballonnen. (Collectie
HCO, Redactiearchief
Zwolse Courant)
158 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 159
En dan is er nog de actieve buurtvereniging.
Sinds 1954 kende Westenholte de vereniging voor
Plaatselijk Belang die de belangen behartigde van
de buurtschappen Westenholte, Voorst en Frank
–
huis. Zo maakte men het zwemmen in De Kolk
mogelijk en regelde men de eerste telefooncel. De
vereniging stond aan de wieg van de bejaarden
–
sociëteit en van de speeltuinvereniging. En men
richtte een buurtvereniging op, speciaal bestemd
voor het organiseren van jeugdactiviteiten, bin
–
go’s, droppings en de jaarlijkse bejaardentocht.
Men koos hiervoor de originele naam WVF…
maar nu in de betekenis van Wij Vieren Feest.
In 1972 fuseerden Plaatselijk Belang, de speel
–
tuinvereniging en Wij Vieren Feest. De krachten
werden gebundeld in de Wijkvereniging WVF. In
1974 verscheen het eerste exemplaar van het wijk
–
blad De Stins. De wijkvereniging kent tegenwoor
–
dig een groot aantal werkgroepen, zoals de werk
–
groep Badminton, de werkgroep Dierenweide, de
werkgroep Huttendorp, de werkgroep Jeugdland,
de werkgroep Kinderactiviteiten, de werkgroep
Volkstuinen en de Vrouwenwerkgroep. De werk
–
groep Toneel gaf haar eerste voorstelling in 1984.
De toneeluitvoeringen zijn nu een vast jaarlijks
evenement.
Westenholte-Stins
Het is duidelijk dat Westenholte een actief vereni
–
gingsleven kent en dat men veel samen doet. Dat
zelfs nadat eind jaren zeventig, begin jaren tachtig
het dorp naar verhouding explosief is gegroeid
en er veel nieuwe bewoners bij heeft gekregen.
‘Nieuw-Westenholte’, het deel ten zuidwesten van
de Steenboerweg tot aan de Stinsweg heet offi
–
cieel Westenholte-Stins. De uitbreiding was een
voortvloeisel van de gemeentelijke herindeling
van 1967, waarbij de gemeente Zwollerkerspel
werd opgeheven. Westenholte, Voorst en Frank
–
huis kwamen bij de gemeente Zwolle. Onder de
vleugels van Zwolle kreeg Westenholte zijn eigen
variant van de bouwmode uit de jaren zeventig.
Ook hier onder meer een bloemkoolwijk met
woonerven, maar wel op de schaal van Westen
–
holte. Tussen 1978 toen de eerste steen voor de
woning Akkerhoornweg 1 werd gelegd en 1985
verdubbelde in Westenholte het aantal woningen.
Overigens was het niet allemaal steen wat de klok
sloeg. Zoals dat betaamt in een nieuwe wijk kreeg
Westenholte ook een open recreatieruimte, het
Stinspark. Precies op de plek waar eens het mach
–
tige kasteel van de heren van Voorst stond.
Net als in de groeiperiode in de jaren vijftig bete
–
kende meer inwoners meer voorzieningen. De
Stinskerk werd te klein en er kwam een nieuwe,
die in 1992 met een speciale eredienst in gebruik
Zang en Vriendschap
tijdens een optreden in
maart 1993. (Particu
–
liere collectie)
Duivenvereniging
‘De Vriendenkring’
in de jaren dertig.
(Particuliere collectie)
werd genomen. Na een reconstructie breidde het
winkelcentrum Petuniaplein zich in 1983 uit met
een cafetaria, een drogisterij en een bloemen
–
winkel. Dat oud-Westenholte nog niet helemaal
gewend was aan al die nieuwkomers kreeg een
symbolische vertaling in de paaltjes die werden
geplaatst tussen het Petuniaplein en de Arnicaweg
Links: De kinderboer
–
derij in het Stinspark,
1993. (Collectie HCO,
Redactiearchief Zwolse
Courant)
Rechts: De volkstui
–
nen Westenholte aan
de Zalkerdijk, 1983.
(Collectie HCO, Redac
–
tiearchief Zwolse Cou
–
rant)
In 1979 werden de
eerste huurwoningen
aan de Arnicaweg in
Westenholte-Stins
opgeleverd. Op de foto
een van de twee inge
–
richte modelwonin
–
gen. (Collectie HCO,
Redactiearchief Zwolse
Courant)
De scheiding tussen
oud en nieuw Wes
–
tenholte kreeg een
symbolische vertaling
in de paaltjes die wer
–
den geplaatst tussen
het Petuniaplein en
de Arnicaweg om het
doorgaande verkeer te
voorkomen. In 1992
werd het plein opnieuw
heringericht en ver
–
dween deze barrière
die in de volksmond
de ‘Berlijnse muur’
was gedoopt. (Collectie
HCO, Redactiearchief
Zwolse Courant)
160 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 161
om het doorgaande verkeer te voorkomen. In
1992 werd het plein opnieuw heringericht en verdween deze locale variant van de Berlijnse muur.
Westenholte was nu echt één.
Ook voor het onderwijs had de grote uitbreiding gevolgen. In 1979 werd in Westenholte-Stins
een nieuw scholencomplex geopend waar de openbare school en de christelijke school een plekje
kregen. Al op de kadastrale kaart van 1832 staat
een openbare school vermeld aan de Zalkerdijk.
In de jaren zestig van de twintigste eeuw kwamen
er een openbare kleuterschool en lagere school,
de prof. Kohnstammschool en de Knienenbelt
aan de Papaverweg. In 1979 verenigde het hele
openbare onderwijs zich in De Ridderspoor in het
nieuwe schoolcomplex aan het Korianderplein. De
geschiedenis van de christelijke school begon in
1922 toen aan de Westenholterweg een drieklassige lagere school kwam te staan. In 1963 werd
het gebouw zodanig vergroot dat er wel van een
nieuwe school kon worden gesproken. Het bood
huisvesting aan De Wiekslag, zoals de school was
gaan heten. Door het toegenomen aantal leerlingen verhuisde de naastgelegen kleuterschool Het
Hummeltjeshonk naar de Rozenweg en betrok De
Wiekslag de vrijgekomen lokalen. In 1979 opende
een nieuwe christelijke school, De Akker, op het
Korianderplein de deuren. De fusiegolf in het
onderwijs ging ook Westenholte niet voorbij. In
1995 gingen De Wiekslag en De Akker op in De
Morgenster. Waar de openbare en de christelijke
basisschool hun plek hebben gevonden aan het
Korianderplein is de katholieke basisschool gevestigd aan de Papaverweg. De geschiedenis van het
katholieke lager onderwijs in Westenholte is kort.
Pas in 1962 startte men in De Ark. In 1965 nam
De Kerspel een nieuw houten noodgebouw aan de
Korenbloemweg in gebruik. Daar bleef men tot de
verhuizing in 1979 naar het oude schoolgebouw
van de openbare lagere school aan de Papaverweg.
In 1998 ging De Kerspel op in een grote katholieke
basisschool, De Vlieger, die de hoofdvestiging in
Stadshagen heeft.
Met het noemen van Stadshagen is wellicht de
grootste recente verandering genoemd. In een
mum van tijd heeft Westenholte een grote Vinexbuurwijk gekregen. Frankhuis is zelfs grotendeels
door deze wijk opgeslokt. Westenholte is verder
ontsloten met een futuristische fietsbrug en een
fietstunnel naar Stadshagen. In het buitengebied
tussen dorp en IJssel is een prachtig natuurgebied
ontstaan, de Vreugderijkerwaard. De nieuwste
aanwinsten voor Westenholte zijn het woonzorgcentrum Westenhage aan de Voorsterweg en de
biologische schapenboerderij De Vreugdehoeve
aan de Zalkerdijk. Binnenkort zal er een begin
worden gemaakt met de bouw van het nieuwe
ontmoetingscentrum.
Er is veel veranderd, maar ondanks alle veranderingen bestaat het oude dorpsgevoel nog steeds.
Er is een grote betrokkenheid van de gemeenschap bij alles wat er in Westenholte gebeurt,
wat zich uit in het bloeiende verenigingsleven.
De wijkvereniging is buitengewoon actief en er
wordt van alles in Westenholte georganiseerd. Als
de vraag in de titel van dit artikel moet worden
beantwoord, dan is misschien wel het beste antwoord: Westenholte is een Zwols dorp.
* Uit: Mr. C.W. van der Pot, Zwolle’s omgeving
omstreeks 1900, Zwolle z.j.
Koninginnedag in
Westenholte, 1970.
(Particuliere collectie)
Tante Sien
Dan regelde Klaas chocolademelk via de Blokmelkfabriek. Die
verkocht Sien voor de ijsclub, aanvankelijk gewoon op het ijs,
later vanuit een schuurtje en nog later vanuit De Ark. Sien en
Klaas konden erg boos worden als anderen de chocolademelk
met water verdunden om zo meer te kunnen verkopen. Sien
hield zelf ook erg van schaatsen. Dochter Klaasje: ‘Een paar
zwarte gympen aan, een rok en een zwart alpinopetje op en
rijden maar. Mijn ouders schaatsten altijd kruislings. Heel
vroeger deed mijn vader met wedstrijden mee op de sokken op
de schaats.’ In de tijd dat de ijsvereniging De Ark exploiteerde,
hielp Sien ook altijd volop mee bij bruiloften en partijen.
Tante Sien was ondermeer een actief lid van de Plattelandsvrouwen Zwollerkerspel. Zij en Klaas werden medio
jaren negentig door carnavalsvereniging ‘De Knienebelters’
gehuldigd omdat ze zoveel voor Westenholte hadden gedaan.
Bij de viering van hun 50-jarige en 55-jarige bruiloft in respectievelijk Wientjes en Het Anker kwam muziekvereniging
Excelsior hen ook huldigen. Klaas overleed op 13 augustus
1995. Sien woonde daarna alleen op de Tippe. Ze vierde haar
negentigste verjaardag nog uitgebreid bij Krisman in het
Engelse Werk. Ze was toen onder de indruk van alle mensen
die speciaal voor haar daar naar toe gekomen waren. Tante
Sien overleed op 5 januari 2004 op 93-jarige leeftijd. Ze was op
dat moment de oudste inwoner van Westenholte.
Sien en Klaas
Riezebos -de
Haan met hun
twee dochtertjes
Gerrie en Klaasje,
eind jaren veertig.
(Particuliere
collectie)
De Tippe aan de voet van de Zalkerdijk omstreeks 1980.
Vanaf de Tippe kon je vroeger, voor de bouw van Stadshagen,
Hasselt zien liggen. (Particuliere collectie)
Gesiena (Sien) Blommetje Riezebos-de Haan werd op 25 oktober 1910 in Amsterdam geboren. Toen Sien acht jaar was verhuisden haar ouders naar Overijssel. Het gezin woonde eerst
in ’s-Heerenbroek en vestigde zich vervolgens in Westenholte.
Sien trouwde op 30 april 1937 met Klaas Riezebos (geb. 25
oktober 1909), de jongste zoon uit het gezin Riezebos-Slendebroek (zie pagina 175). Het jonge stel ging wonen op het boerderijtje van de familie Riezebos, de Tippe, aan de voet van de
Zalkerdijk. Klaas werd overigens geen boer, hij begon in 1926
als gewoon arbeider te werken bij de Blokmelkfabriek en bleef
daar zijn hele werkzame leven. In 1951 ontving hij, samen met
zes andere jubilarissen, een koninklijke onderscheiding bij zijn
25-jarig jubileum. Sien en Klaas kregen twee dochters, Klaasje
in 1940 en Gerrie in 1946. Volgens dochter Klaasje JongmanRiezebos ‘verstonden’ haar ouders elkaar goed, ‘wij komen uit
een warm nest.’ Dat er maar twee kinderen waren had een
praktische reden: ‘Onze ouders gebruikten hun verstand.’
Sien en Klaas waren centrale en graag geziene figuren in
Westenholte, hartelijk, sociaal voelend en zeer actief in het
dorpsleven. Ze stonden bekend als tante Sien en ome Klaas.
Vooral Sien was open, vrolijk, opgewekt en pittig, ze liet niet
over zich lopen. Klaas was wat gemoedelijker. Hij was met
name actief in de schaatsvereniging WVF, hij was jarenlang
bestuurslid en werd daarvoor tot erelid benoemd. Dochter
Klaasje: ‘Hij “kon” nooit vrij krijgen, behalve als er ijs lag.’
162 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 163
Gerrit van Vilsteren
Westenholte – Voorst – Frankhuis;
geografische achtergrond
Het is algemeen gebruik te spreken over
WVF: Westenholte – Voorst – Frankhuis. In deze achtergrondschets over de
geografie van dit gebied draai ik de volgorde van
de kernen graag om: Frankhuis – Voorst – Westenholte. Historisch is Frankhuis/Voorst namelijk
lange tijd van veel groter belang geweest dan Westenholte. In dit gebied, dat vanuit de stad Zwolle
achtereenvolgens ongeveer een kwartier tot een
half uur gaans was, waren behalve in Frankhuis
geen concentraties van huizen en mensen te vinden. In de eerste helft van de negentiende eeuw
telde Frankhuis/Voorst ongeveer 45 huizen en
250 inwoners.1 De buurtschap Frankhuis was
gelegen op het kruispunt van de wegen naar Hasselt en naar Kampen. Frankhuis hoorde deels
tot de gemeente Zwolle. Dat deel werd ook wel
het eerste Frankhuis genoemd. Het andere deel
behoorde tot de gemeente Zwollerkerspel. Beide
delen samen telden toen ongeveer 30 huizen en
160 inwoners.
De buurtschap Westenholte lag op een uur
gaans vanuit de stad. Dit qua omvang veel grotere
gebied telde circa 150 inwoners. Westenholte
omvatte globaal het terrein van de Konijnenbelten
tot aan de IJssel via de Stouwdijk (later Zalkerdijk).2
Ontstaansgeschiedenis
De wording van het gebied is het meest bepaald
door de ‘ontmoeting’ van het water vanuit het
land en het water vanuit de zee. Beide watersystemen kwamen (komen) hier regelmatig met elkaar
in botsing.
De basis van het landschap valt terug te voeren
op de ijstijd, die de stuwwallen van de Veluwe en
Salland naliet en een diep dal waarin de rivier de
IJssel stroomde. Dit stroomdal vulde op en het
overige terrein van Salland werd bedekt met door
de wind aangevoerde lagen dekzand. Droogte en
wind zorgden voor de vorming van stuifduinen
langs en in het rivierengebied van de IJssel. Salland vond zijn afwatering in een groot aantal
van zuidoost naar west en noordwest lopende
beken en weteringen. Enkele daarvan – de Kleine
en de Grote Aa – kwamen bij Zwolle samen en
vervolgden hun weg als Zwartewater naar de Zuiderzee. Deze zee was in de loop van de tijd door de
afkalving van de veenmoerassen in het oorspronkelijke ‘Almere’ een steeds groter wordende open
zee geworden.
De voortdurende wisselende waterafvoer aan
landzijde en de groter wordende zee gecombineerd met een algemene zeespiegelstijging maakten ingrijpen van de mens steeds meer noodzakelijk. Van wezenlijk belang was bijvoorbeeld de
inpoldering van Mastenbroek in de veertiende
eeuw. We moeten ons hiervan overigens ook weer
niet te veel voorstellen. Het ging waarschijnlijk
om niet meer dan de aanleg van een dijk rondom
het gebied, om het gevaar van het water in te dammen. Van belang was daarbij een verkaveling en
toedeling in 1364 aan meerdere eigenaren, waaronder de heer van Voorst.
In dezelfde periode kwam ook de zorg voor
bescherming tegen de rivier op. Langs de IJssel
werden dijken tot stand gebracht. Het begin van
een lange geschiedenis, die uiteindelijk tot waterschappen heeft geleid, begon toen.
Illustratief is dat de westzijde van de polder
van Mastenbroek werd beschermd door de al in
de veertiende eeuw aangelegde Stouwdijk. Het
systeem vanuit landzijde werd beschermd door
een reeks van aaneengesloten dijken. Dit begon
bij de poort en stadsgracht van Zwolle met de
Hoogstraat, overgaand in de Gasthuisdijk en
Frankhuisdijk. In Voorst was er de natuurlijke
bescherming door de stuifduinen – de Konijnenbelten. De polder van Katwolde werd vanaf
de stadsgracht omsloten door de Pannekoekendijk en de Katerdijk en aan de westzijde door de
Hoogstraat en Gasthuisdijk. Die twee laatsten
kwamen bij Frankhuis bij elkaar.
Dit landschap komt duidelijk naar voren op
de kaart van Hottinger.3 Deze kaart is gemaakt
aan het eind van de achttiende eeuw, uiteraard
voor militaire doeleinden. Het geeft een gedetailleerd beeld: wegen, rivieren, dijken, meren,
bebouwing, molens en grondgebruik zijn vrij
nauwkeurig weergegeven. De dijken en de strook
stuifduinen en oeverwallen langs de IJssel (Konijnenbelten, Spoolderberg, Kortenberg) zijn goed
herkenbaar. In de Konijnenbelten is geen dijk
zichtbaar.
Confrontatie met het water
Een en ander hield in dat door de eeuwen heen de
confrontatie met het water het leven van de mensen in deze omgeving voortdurend heeft bepaald.
Vele aspecten hebben hierbij in meer of mindere
Eind achttiendeeeuwse kaart uit de
Hottingeratlas waarop
Westenholte, Voorst
en Frankhuis duidelijk
staan afgebeeld.
(Collectie HCO)
Frankhuis en Westenholte – Voorst, twee
aansluitende fragmenten uit de kaarten 303
en 304 uit de ‘Grote
Historische topografische Atlas 1905 Overijssel’.
164 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 165
mate gespeeld. Zonder op alle details in te gaan,
noemen we enkele. Van grote invloed zijn de zeespiegelstijging vanaf circa het jaar 1000 met minimaal één meter en een voortdurende gronddaling
in de polder Mastenbroek geweest. De afkalving
van het Almere en daardoor de vergroting van de
ondiepe Zuiderzee deden het gevaar toenemen.
De afkalving tot aan de verplichte evacuatie en
ontruiming van het veeneiland Schokland in 1859
is het ultieme bewijs daarvan.
De beteugeling en beheersing van de watertoevoer in de rivier de IJssel zijn evenzeer van grote
betekenis. Overvloedige en snellere aanvoer door
ontbossing in het achterland, kanalisering, regeling
van verdeling over Waal, Rijn en IJssel aan het eind
van de achttiende eeuw spelen alle een rol.
Feitelijk betekende dit voor onze omgeving
een continue bedreiging door het water van twee
zijden. Vluchtige inspectie van literatuur toont
overstromingen in dit gebied in 1774, 1775,
1776, 1784, 1824 en de ‘kampioen’ in deze, die
van 1825. Soms kwam het water van landzijde,
zoals in 1774, soms van zeezijde zoals in 1825. In
het laatste geval vielen er in Overijssel alleen al
305 doden te betreuren. Daarvan woonden 26 in
Zwollerkerspel, waarvan het merendeel in de polder Mastenbroek, 3 in Veecaten en 2 in Schelle.4
Er waren voortdurend aanpassingen, maar steeds
weer bleek het niet afdoende te zijn. Sinds 1776
werd door de provincie het systeem van overlaten
ingevoerd. Dat hield aan landzijde (Salland) in dat
bij Deventer een overlaat in de Snippelingsdijk
werd gemaakt. Dan kon het water zich over heel
Salland verspreiden richting Zwolle. Ook werden
waden in de Konijnenbelten open gelaten en in de
Stouwdijk enkele overlaten gemaakt. Aan zeezijde
gebeurde hetzelfde in de vorm van een overlaat bij
Grafhorst en een bij Genemuiden in de zeedijk.
Zo kon het water enigszins beheerst zowel aan de
ene zijde (Salland 1774 en 1784) als aan de andere
zijde (Mastenbroek 1825), binnenstromen. Overigens, vergeet niet dat het water ook wel gewenst
was voor slibvorming op de weiden, de basis voor
vruchtbare grond.
Ondanks dit ingrijpen, gingen de overstromingen door. In 1835, 1862, 1863 en 1877 kwamen
deze in onze omgeving voor. Na 1835 werd het systeem van overlaten en waden aangepast. De Stouwdijk werd gedicht, evenals de waden in de Konijnenbelten. Na de overstromingen in de tweede
helft van de negentiende eeuw werd de ringdijk van
de polder van Mastenbroek over de gehele lengte
verhoogd tot 2.90 m boven NAP. In Frankhuis
werd het dijkvak in 1888/1889 verhoogd.5
Waakzaamheid voor het water was in het leven
van onze grootouders verankerd en overgeleverd.
Zij hebben de betekenis van de ‘bescherming’ door
de ophoging van terpen – in Mastenbroek in de
loop van de tijd wel 8 keer 30 centimeter6 – van
de dijken en overlaten mee gemaakt. Zij hebben
aan de generatie van mijn ouders (begin twintigste
eeuw) de grote betekenis van de afsluiting van de
Zuiderzee met de Afsluitdijk, 1927-1932, mee kunnen geven. De laatste grote overstroming was in
1926. Het was een koud kunstje voor de Duitsers
om de polder van Mastenbroek in 1944 nog te laten
vollopen met water.
Ondanks de vele maatregelen is er een hogere
mate van garantie van veiligheid nodig gebleken.
Het gevaar vanuit zeezijde, nu het IJsselmeer,
is bestreden door de aanleg van de balgstuw bij
Ramspol in 2002. Deze opblaasbare dam tussen
het Ketelmeer en het Zwarte Meer is al twee keer
nodig geweest tegen het opstuwende water van
een noordwesterstorm (2007, 2012). Het gevaar
van de landzijde is nog eens aangetoond door de
gevaarlijk hoge waterstanden in 1995 en 1998.
Dijken zijn nu op deltahoogte gebracht en met
het huidige project ‘Ruimte voor de rivier’ zijn
nieuwe antwoorden op de bedreigingen gegeven.
Bewoning
In deze context van water, dijken en bedreigingen moeten we in het begin van de negentiende
eeuw de bewoners van ons gebied plaatsen.
Een periode, direct na de Franse tijd, van grote
armoede. Het hele land telde toen ongeveer twee
miljoen inwoners. Verharde wegen waren er
nauwelijks, transport en vervoer ging over het
water, met paard en wagen, met hondenkar en
te voet. Iedereen was druk doende om aan de
kost te komen. Eigen of gepachte grond vormde
de basis voor zelfvoorziening. We kunnen de
samenleving in Westenholte en Voorst globaal
typeren als een omgeving van dagloners, al dan
niet met een eigen keuterbedrijfje, van ambachtsDe overstroming van
1825, hier de dijkdoorbraak bij Hasselt, op
4 februari 1825. Gravure, anoniem.
(Collectie HCO)
Biezensnijders in
Westenholte, omstreeks
1910. (Particuliere
collectie)
Veel kleine (keuter) en
enkele grote(re) boerderijen in Westenholte.
(Particuliere collecties)
166 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 167
lieden, al dan niet met een boerenbedoening, en
van enkele grote boeren, die ook voor de markt
werkten met verkoop van boter en vlees. Veel van
de betere grond was in handen van grootgrond
–
bezitters, meestal behorend tot de stedelijke elite.
In de structuur van Frankhuis zien we dat heel
duidelijk terug. Ambacht en verzorging met een
boerenbedoening en ook warmoezerij bevonden
zich langs de dijkwegen. Rondom het gehucht
Frankhuis lagen drie buitens van elite uit de stad
(Twistvliet, Ketelkolk, De Bildt). Het gehucht lag
tegen het grote open gebied van de polder van
Mastenbroek, dat was verkaveld in grote percelen
en met ‘grote’ boeren. In de Konijnenbelten was
het overheersende beeld dat van dagloners of dag
–
huurders, keuterboertjes op de schrale zandgron
–
den en enkele grotere boeren bij de laaggelegen
wei- en hooilanden. Dat beeld treffen we ook aan
langs de Stouwdijk: een afwisseling van kleine
keuterbedrijfjes (van arbeiders en dagloners) met
enkele grotere boerderijen.
Opkomende nijverheid
Het geschetste beeld ondergaat nauwelijks ver
–
andering in de negentiende eeuw. Beweging
komt er pas aan het einde van de negentiende en
het begin van de twintigste eeuw. De groeiende
bevolking was meer en meer aangewezen op de
opkomende nijverheid en industrie. De betekenis
van de stad Zwolle als bron van werkgelegenheid
nam toe. Naast het beroep van boerenarbeider en
boerenmeid werden meisjes van het platteland nu
dienstbode in de stad, jongens werden arbeider
in de industrie. Dichtbij huis was dat in de tweede
helft van de negentiende eeuw de houthandel
en houtzagerij Eindhoven en Zn, en vanaf circa
1900 de melkfabriek ‘Mastenbroek’, die in 1926
werd overgenomen door de NV Nederlandsche
Gruyère Blokmelkfabriek. Zo bleven de mensen
in de eigen omgeving en bleef de sociale horizon
beperkt tot de grens van het eigen dorp.
Er veranderde wel wat. De stoomtrein kwam
eind negentiende eeuw op, de stoomtram begin
twintigste eeuw. Deze werd al vrij vlug door de
auto(bus) afgelost.
Kenmerkend is dat er vanaf ongeveer 1930 in
sociaal-economisch opzicht niet veel verandert.
Alom in Nederland komen we in een periode
van stilstand en achteruitgang, die inclusief de
Tweede Wereldoorlog tot zo ongeveer 1950
voortduurde.
Frankhuis was toen de locatie van twee grote
bedrijven – de Blokmelkfabriek en Eindhoven en
Frankhuis in 1914- Zn – , beide goed voor meer dan vijftig arbeids
–
1918. Vooraan een
petroleumboer met
hondenkar. Rechts
met smokmuts staat
Elsemeuje (Elsje) van
Munster, voor haar
café annex winkel. Na
het overlijden van haar
man Harm in 1919
was het alleeen nog een
winkel. Hij werd later
voortgezet door haar
dochter Jans. (Particu
–
liere collectie)
Werknemers van de
houthandel Eindhoven
en Zn in 1905. (Parti
–
culiere collectie)
168 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 169
plaatsen. Frankhuis was ook een concentratie van
verzorgende en ambachtelijke bedrijfjes. Denk
daarbij aan enkele kruideniers, een bakker, enkele
smederijen, enkele wagenmakerijen, kappers,
een schoenmaker, een timmerman en aannemer,
een fietsenwinkel/fietsreparatie en verkoop, een
tabakswinkel, een tapperij en café, een bloemisterij. Frankhuis telde daarnaast een concentratie
van tuinders en warmoezeniers, alle gericht op
Zwolle en de coöperatieve groenten- en fruitveiling. Gelegen aan de doorgangsroute was het van
centrale betekenis voor Voorst en Westenholte.
Ook in Voorst en Westenholte was de tijd natuurlijk niet blijven stilstaan. Naast enkele verzorgende bedrijfjes – een kleine concentratie langs
de Kamperweg voorbij de Werkerallee – was het
overheersende beeld dat van verspreide keuterbedrijfjes van arbeiders met een baan elders. Langs
de Kamperweg bestond nog enige nijverheid in de
vorm van een smederij, een timmermansbedrijf
en een houtzagerij. Werkgelegenheid op wat grotere schaal kwam voor in de klompenindustrie,
het snel groeiende bedrijf van de Gebroeders Van
Vilsteren (GeVaVi). Daarnaast waren er enkele
grotere boerenbedrijven.
Draaipunt jaren vijftig
Na lange tijd van langzame verandering – stilstand
zelfs – kwam er een periode van snelle en grote veranderingen. Dit liep uiteraard parallel aan de nationale ontwikkelingen van verandering en vooruitgang. Ons gebied werd meer en meer onderdeel
van de ontwikkeling van de stad Zwolle. Aanvankelijk nog als woongebied van eigen aanwas werkzaam in de stad, vrij vlug daarna als voorstad van
Zwolle met nieuwe bewoners van elders, die werkzaam waren in de stad. Dit kwam tot uitdrukking
in de nieuwbouw van woningen. Eerst waren dat
nog nieuwe woningen als opvulling langs bestaande wegen (met name de Westenholterweg), daarna
werd gebouwd op bouwrijp gemaakte verworven
terreinen in de Konijnenbelten met projecten van
tien tot twintig woningen. Er werd gestreefd naar
een ‘compleet’ dorp, met een eigen winkelcentrum,
kerken, scholen, dorpshuis en voetbalvelden. Dat
was echter nog lang niet het einde.
De aanleg begin jaren zestig van het ZwolleIJsselkanaal met industrieterreinen, de samenvoeging van de gemeenten Zwollerkerspel en
Zwolle in 1967 vormden de basis voor weer een
grote uitbreiding van Voorst en de definitieve
inkapseling in de nieuwe stedelijke structuur. In
de jaren zeventig werd de woonwijk De Stins met
750 woningen gebouwd, een verdubbeling van de
bestaande huizenvoorraad. Vervolgens werd de
context compleet veranderd met de aanleg van de
Vinexwijk Stadshagen in de polder Mastenbroek.
Het einde hiervan komt nu in zicht.
Huidige situatie
Westenholte is de naam geworden voor Voorst
en Westenholte. Maar het grootste deel van het
oorspronkelijke Westenholte is ogenschijnlijk
niet veel veranderd: verspreide bebouwing langs
de Zalkerdijk, zij het dat het agrarisch karakter
daarvan is verdwenen.
Voorst is van een gebied met verspreide
bebouwing een woonwijk geworden in het
tegenwoordige Westenholte. Het geheel telt circa
tweeduizend woningen met ongeveer vijfduizend inwoners. Het maakt de indruk een dorp
te zijn, wat nog wordt versterkt door de recente
afscherming met geluidswallen en een beperkt
aantal toegangen vanaf de wegen naar Kampen
en Stadshagen. De naam ‘Voorst’ is aan de wandel
Boven: Het klompenbedrijf van de gebroeders
Van Vilsteren, GeVaVi, omstreeks 1950.
(Particuliere collectie)
Onder: De smederij
van A. Hullen op de
kruising Hasselterdijk
en Frankhuisweg. Op
de achtergrond ligt
Twistvliet. Jaren vijftig.
(Particuliere collectie)
De Ridder Zwederlaan
en omgeving in Westenholte, gebouwd op
de voormalige Konijnenbelten. 2005 (Particuliere collectie)
De Knoopkruidweg
in Westenholte-Stins,
2004. (Particuliere
collectie)
De cornetmuts
Hoe een modemuts in de streekdracht terecht kwam
170 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 171
geraakt als aanduiding van de uitgestrekte industriegebieden ten westen van de stad. Frankhuis is
na stilstand in de jaren zestig, grote achteruitgang
en verwaarlozing door bewoners en overheid tot
in het begin van de eenentwintigste eeuw, een
vergeten, geïsoleerd woongebiedje geworden, aan
de rand van Stadshagen. De historie is er op vele
plekken nog zichtbaar.
Noten
1. In de eerste registraties van huizen in de gemeente
Zwollerkerspel omvatte het gebied Voorst/Frankhuis Frankhuis tot in Voorst aan de Werkerallee,
thans het Westenhage
2. Van der AA, 1851, pag. 19, deel XII pag. 288
3. Versfelt, 2003, Kaarten van Overijssel en Gelderland, pag. 31
4. Ter Pelkwijk, 2002, p. 164
5. Van der Schrier, 1995, p. 219
6. Boerderij Nieuwe Wetering 18, J. Kroes. Bijlage van
Tijlsbladen, zaterdag 4 juli 1992
Literatuur
– AA, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek
der Nederlanden, Vierde Deel E-G, Gorinchem,
1843
– Drupsteen, Th.G., H.J.M. Havekes, H.F.M.W. van
Rijswick (red.) Weids water. Opstellen over waterrecht. Den Haag, 2006
– Grote Historische topografische Atlas, 1905 Overijssel, schaal 1 : 25.000. Tilburg, 2005
– Hove, Jan ten, Geschiedenis van Zwolle, Waanders
Zwolle
– Pereboom, Freek, Jeroen Kummer, Harry Stalknecht (red.) Omarmd door IJssel en Zwartewater,
zeven eeuwen Mastenbroek. IJsselacademie Kampen, 1995
– Pelkwijk, J. ter, Overijssels Watersnood. Een heruitgave van het verslag van de ramp van 1825. Stichting IJsselacademie, Kampen 2002
– Schrier, D.M. van der, Mastenbroek en de strijd tegen het water; in: Pereboom, Freek etc. pp. 195-222
– Spek, Theo, Frits David Zeiler en Edwin Raap, Van
de Hunnepe tot de zee. De geschiedenis van het Waterschap Salland. IJsselacademie. Kampen, 1996.
– Ven, Gerard van de, ‘De dijkzorg in Overijssel
1800-1880’, in: Drupsteen 2006, pp. 39-70.
– Versfelt, H.J., De Hottinger-atlas van Noord- en
Oost-Nederland 1773-1794. Groningen, 2003
– Zeiler, Frits David, ‘1825: de ‘vergeten’ watersnood’, in: Tijdschrift voor Waterstaats Geschiedenis,
16 (2007) 1, pp. 19-26
Boven: Tegenwoordig ligt Westenholte afgeschermd door geluidswallen en zijn
er maar een beperkt aantal toegangen vanaf de wegen naar Kampen en Stadshagen. Hier de aanleg van de fietsbrug naar Stadshagen/Frankhuis in 2006.
(Particuliere collectie)
Onder: De Voorsterweg in 2009, rechts zijn de geluidswallen te zien langs de
weg richting Kampen. (Particuliere collectie)
Klederdracht, ach dat is allemaal hetzelfde,
is een veel gehoorde opmerking. Maar
niets is minder waar. De streekdracht is
wel degelijk door de tijden heen veranderd. Het
vertelde bovendien veel over de drager en draagster. Waar je vandaan kwam, of je rijk of arm was,
getrouwd, of in de rouw. Onze voorouders konden die kledingtaal feilloos lezen. Droeg men een
muts gemaakt van batist en ouderwets opgemaakt
dan was men in de zware rouw. Bij lichte of halve
rouw was de muts van tule gemaakt. De zondagse
muts was van kant.
Het valt nauwelijks meer voor te stellen dat
nog geen honderd jaar terug de vrijdagmarkt in
Zwolle een complete streekdrachtenshow was. Uit
de wijde omgeving kwamen de boeren met hun
familie naar Zwolle om te markten. Maar ook veel
Zwolse vrouwen droegen de streekdracht. Paard
en wagen werden geparkeerd in de Smeden, achter in de Diezerstraat, of bij een van de stalhouderijen in de Hoogstraat of Thomas a Kempisstraat.
Vrouw en dochters gingen naar de vrijdagmarkt
en vader en zoons naar de veemarkt. De vrijdagmarkt kronkelde zich door de hele Zwolse binnenstad. Een feest van fladderende knipmutsen
die het straatbeeld beheersten. Het was een bonte
show van klederdrachten uit Zwolle en omgeving,
de Noordwest-Veluwe en natuurlijk Staphorst en
Rouveen.
Ook door de week maakte de streekdracht
met de cornetmuts een vast onderdeel uit van
het straatbeeld, onder meer op de dagelijkse
Bezoeksters van
de Zwolse markt,
omstreeks 1910.
(Collectie SMZ)
Aranka Wijnbeek
172 zwols historisch tijdschrift zwols historisch tijdschrift 173
warenmarkten, de zogeheten disjesmarkt. Voor
de Harmonie op de Grote Markt werd ’s ochtends
en ’s avonds de melk verkocht door boerinnen uit
de omgeving. Ook op de eiermarkt (Voorstraat),
de botermarkt (Voorstraat, later Nieuwe Markt)
en de groente- en fruitmarkt waren de boerinnen in streekdracht rijk vertegenwoordigd. De
dienstmeisjes droegen ook een cornetmutsje. Het
verbergen van het lange haar was het voornaamste doel. Haren waren vies en zeker die van de
dienstbode.
Waar komt de streekdracht vandaan.
Wanneer de streekdracht precies is ontstaan
weten we niet. Wel kunnen een aantal onderdelen
van de dracht, vooral de vrouwendracht, worden
teruggevoerd op de zestiende- en zeventiendeeeuwse kleding. Zo werd aan het eind van de
zestiende eeuw een klein mutsje gedragen met een
beugeltje voor de stevigheid. Hieruit ontwikkelde
zich later het oorijzer. De kleding bestond uit een
rok met onderrok, een jak met daarover heen een
kraplap, een schort, een schouderdoek en een
muts.
Het in 1857 verschenen boek Nederlandsche
kleederdragten en zeden en gebruiken van Bing en
Von Ueberfeldt laat een kleurrijke dracht zien.
Bonte jakken en kraplappen, kleurrijke schorten
en omslagdoeken. Het geeft ons een goed beeld
van de toen in Overijssel gedragen streekdracht.
De verscheidenheid is groot. Ook de streekdracht
was aan mode onderhevig en veranderde wel
degelijk. In de negentiende eeuw zijn veel invloeden van de op dat moment heersende stadsmode
er in opgenomen.
Terwijl de stadsmode vrij snel veranderde,
bleef de dracht op het platteland vaak lang
nagenoeg ongewijzigd. Veranderingen bleven
niet helemaal uit, maar beperkten zich tot kleinigheden zoals aanpassingen onder de muts en
het jak. De streekdracht was in het begin van de
negentiende eeuw nog kleurrijk. Na 1880 zijn veel
streekdrachten onder invloed van de stadsmode,
maar ook door de nieuwe godsdienstige bezinning uit die jaren, de Doleantie (de kerkscheuring
in de Nederlands Hervormde Kerk in 1886 onder
leiding van dominee Abraham Kuyper), somberder geworden. Vooral het laatste gold sterk voor
Overijssel.
De hoofdkleur van de kleding was zwart. De
vrouwen droegen een jak met een lange schoot die
over de rok viel. De jongere generatie koos voor
een kort jak, een lief, en een rok. Het voorpand
van het jak werd rijk versierd met kraaltjes, kantjes, bandjes en plooien, maar alles in het zwart.
Opvallend is dat in Staphorst en Rouveen de
dracht het minst veranderde en nog altijd kleurrijk is. De meeste veranderingen vonden plaats
in de periode 1850 tot circa 1950. Na de Tweede
Wereldoorlog verdween de streekdracht in snel
tempo.
Wat droeg je waar en wanneer?
Streekdracht kende een soort kleding etiquette.
De dracht valt in drie soorten te verdelen:
1. Het zondagse goed
Dit werd gedragen op zon- en feestdagen en bij
bijzondere gelegenheden, zoals bruiloften, officiële visites en bezoeken. Bij rouw werd de dracht
aangepast. Bij zware rouw was de muts van wit
batist met een stijf geplooide achterstrook. Alle
versiering op de kleding was sober, soms van
crêpe. De hoed was eveneens van crêpe. De sieraden waren van zwart been, ebbenhout of bakeliet.
Bij halve rouw werd de muts van tule gemaakt
in hetzelfde wat ouderwetse model. De kleding
bleef vrijwel ongewijzigd, droeg men een halsdoekje dan kon men nu kiezen voor een patroon
in zwart met een beetje wit. De hoed bleef zwart .
De sieraden daar mocht nu zilver aan toegevoegd
worden.
Was men niet in de rouw dan droeg men een
kanten muts met een breed vallende achterstrook.
‘Wie het breed heeft laat het breed vallen’, zo luidt
het hiervan afgeleide gezegde. Het geheel werd
afgemaakt met sieraden, dat mochten goud en
bloedkoralen zijn.
2. Het opknapgoed
Dit vertoonde veel overeenkomst met de z
Zwols Historisch Tijdschrift
Themanummer
De Zwolse Ziekenhuizen
30e jaargang 2013 nummer 4 – 8,50 euro
ZHT4 2013.indd 1 10-12-13 13:33
Suikerhistorie
R.K. Ziekenhuis te Zwolle
Het Rooms-Katholieke Ziekenhuis, gelegen op de
hoek van het Groot Wezenland en de Blekerstraat,
kreeg in 1967 de toevoeging De Weezenlanden.
Voor die tijd had men het in Zwolle eenvoudigweg
over het Sophia of het katholieke ziekenhuis. Iedereen wist dan welk ziekenhuis bedoeld werd. Anno
1998 zijn beide ziekenhuizen gefuseerd. Ze gingen
verder onder de naam Isala klinieken.
De katholieke ziekenzorg in Zwolle gaat terug
tot circa 1825, toen het Rooms-Katholiek Armbestuur het hoekpand Hagelstraat/Kerkstraat
(nu Morphique Architecten) als zieken- en passantenhuis in gebruik had. Het bestuur droeg de
zorg voor de (arme) zieke medemens rond 1845
over aan de Zusters van Liefde (Sorores Caritatis),
die zich aan het Gasthuisplein vestigden. Voor de
verdere geschiedenis van de katholieke ziekenzorg verwijs ik naar het artikel op pagina 170.
Op het suikerzakje zien we een schild met
daarop de woorden Lampas Charitatis, de toorts
der liefde, verwijzend naar de liefdevolle en
belangeloze inzet en toewijding van de zusters en
andere verplegenden. De vis op het schild is een
bij uitstek Christelijk symbool; op de vis zien we
de Griekse letters X (chi) en P (rho), de eerste twee
letters van het woord Christus. Het geheel werd in
1947 als beeldmerk van het katholieke ziekenhuis
ingevoerd. Het kwam in dat jaar voor het eerst als
embleem voor op de huisspeld van de leerlingverpleegsters. Daarna dook het logo overal op in
het ziekenhuis, zo ook op het suikerzakje.
De geraffineerde kristalsuiker in het zakje
kwam volgens informatie op de achterzijde uit
de fabriek van W. van Oordt & Co te Rotterdam.
Afgaande op kenmerkende elementen (kaderlijnen, fabriekslogo en dergelijke) moet het suikerzakje uit de jaren 1954-1958 dateren.
Omslag: De nieuwe Isala klinieken, of kortweg
de Isala, aan de Dokter van Heesweg 2.
Het ziekenhuiscomplex werd op 17 oktober 2013
officieel geopend door koningin Maxima.
(Foto Elske Bootsma)
166 zwols historisch tijdschrift
Wim Huijsmans
Ziekenhuis De Weezenlanden omstreeks 1970. Linksvoor staat nog een laatste
restant van het oude ziekenhuis. (Particuliere collectie)
(Collectie ZHT)
ZHT4 2013.indd 2 10-12-13 13:33
zwols historisch tijdschrift 167
Inhoud
Suikerhistorie Wim Huijsmans 166
‘Zou er een Zwollenaar zijn die nog
nooit in een Zwols ziekenhuis is geweest?’
Frank Inklaar 168
‘Wat komt ge hier eigenlijk doen in de stad?’
Zusters van Liefde en zusters Onder de Bogen
verpleegden de zieken in Zwolle
Steven ten Veen 170
Gemeenteraad debatteerde jarenlang
over bouw van Sophia Ziekenhuis
‘Aan een nieuw, eenvoudig, maar goed
ingerigt ziekenhuis bestaat werkelijk behoefte’
Steven ten Veen 179
De cardiologie te Zwolle Rob Enthoven 190
Van taakgericht naar modelmatig methodisch
handelen
De verpleging van de jaren tachtig tot heden
Frank Inklaar 198
De eerste kaakchirurg in Zwolle
Annèt Bootsma – van Hulten 206
Nucleaire Geneeskunde Anneke Engelage 212
‘Het is nu veel fijnzinniger allemaal’
Uroloog Tjard de Haan over het moderne
opereren Annèt Bootsma – van Hulten 217
Open, professioneel, met hart en ziel
Ethiek in het ziekenhuis Frank Inklaar 222
Mededelingen 228
Auteurs 230
Herinneringen …
Ouders achter glas
Het was in de eerste helft van 1954 dat ik in het Sophia Ziekenhuis
terecht kwam. Dat moet wel toen geweest zijn, want mijn grootouders
waren veertig jaar getrouwd en mijn oom was onder meer ter gelegenheid daarvan uit Australië gekomen. Dat was nogal wat dunkt me, als
echte katholiek met een huisarts als dokter Van Wiechen naar het Sophia Ziekenhuis.
Ik werd opgenomen vanwege aanhoudende middenoorontstekingen. Wat ik me er van herinner is dat ik heb getracht te ontsnappen. Ik
zie me nog zo het bed uitklimmen, ik dacht midden in de nacht. Ik vond
het eng, al die snoeren en dergelijke. Maar ik ben natuurlijk weer naar
bed gebracht. Mijn ouders mochten mij wel bezoeken maar alleen kijken
achter glas, vertelde mijn moeder mij later. Op een gegeven ogenblik
ontdekte ik mijn moeder en heb het op een enorm brullen gezet. Zo erg,
dat er toestemming werd gegeven aan mijn ouders om toch bij mijn
bed te komen. Mijn oom uit Australië wilde mij ook wel graag bezoeken, maar dat mocht niet omdat hij een oom was. Daarom gaf hij zich
uit voor mijn vader en toen mocht hij komen. Ik kan me nog vaag iets
herinneren van de ruimte waarin ik lag. Ik was toen drie en een half (ik
ben in 1950 geboren). Deze opname heeft overigens niets aan het licht
gebracht. Ik heb nog vaak problemen met mijn oren gehad. Maar het
geheel vond ik wel griezelig als kind.
Els Rademaker – Vos
Els Vos als driejarige
in 1954. De foto is
genomen op de veertigjarige bruiloft van
haar grootouders
Heins, die woonden
op Blijmarkt 12.
(Particuliere collectie)
ZHT4 2013.indd 3 10-12-13 13:33
168 zwols historisch tijdschrift
‘Zou er een Zwollenaar zijn die nog nooit
in een Zwols ziekenhuis is geweest?’
Deze vraag kwam in mij op toen ik stond te
wachten voor een stoplicht met uitzicht
op het nieuwe kleurrijke Isala ziekenhuis.
De redactie van het Zwols Historisch Tijdschrift had
besloten een themanummer over de geschiedenis
van de Zwolse ziekenhuizen te maken en aan mij
de eer om een inleiding te schrijven. Met de vraag
bij het stoplicht kwam eigenlijk meteen de verantwoording voor de onderwerpskeus: ziekenhuizen
staan zo centraal in de samenleving dat vrijwel
iedereen er ooit wel eens mee te maken krijgt.
Alleen dat al rechtvaardigt dat je er aandacht aan
schenkt. En natuurlijk was er de actualiteit: op 17
oktober 2013 opende koningin Maxima het nieuwe
onderkomen van het Isala ziekenhuis aan de Dokter van Heesweg. Al eerder zorgden zulke mijlpalen
voor publicaties over de Zwolse ziekenhuizen. In
1984 verscheen het boek Wil ’t bezoek nu afscheid
nemen naar aanleiding van het 100-jarig bestaan
van het Sophia Ziekenhuis. In 1988 was de opening
van nieuwbouw aanleiding tot het maken van Van
bogen tot rechte hoeken. Kroniek van het ziekenhuis
De Weezenlanden.
Er is gigantisch veel veranderd in de wereld van
de ziekenhuizen. Om een idee te geven een kleine
vergelijking met de situatie rond 1900. Toen
waren er net twee echte ziekenhuizen in Zwolle
gekomen. Op de Bagijneweide stond sinds 1884
het gemeentelijk Sophia Ziekenhuis. Gemiddeld
werden daar in 1900 32 mensen per dag verzorgd.
Het personeel bestond uit een arts, een directrice,
twee hoofdzusters en dertien verpleegsters. Begin
1902 betrok de katholieke ziekenhuiszorg twee
De helikopterlandplaats bij het Sophia Ziekenhuis, midden jaren tachtig. Het Sophia ontwikkelde zich in die jaren tot vooraanstaand
centrum op het gebied van neurochirurgie en neonatale zorg. De snelle aanvoer van patiënten op deze gebieden kan letterlijk van levensbelang zijn. Maar ook andere patiënten en organen voor transplantatie moeten regelmatig heel snel vervoerd worden. (Collectie HCO)
Frank Inklaar
ZHT4 2013.indd 4 10-12-13 13:33
zwols historisch tijdschrift 169
aangepaste herenhuizen met nieuwbouw erachter
aan het Groot Wezenland. Er werden maximaal
45 patiënten verpleegd door een staf van veertien
nonnen.1 Ruim honderd jaar en een fusie later
zijn de Isala klinieken een topklinisch ziekenhuis.
Eind 2012 werkten er 5.577 personeelsleden
exclusief 341 medisch specialisten.2
Maar niet alleen de grootte of het aantal
medewerkers zijn veranderd. Rond 1900 was een
ziekenhuis er vooral om mensen te verplegen.
Mondjesmaat werden er operaties uitgevoerd
door de enkele arts die aan het ziekenhuis verbonden was. De eerste professionele chirurg
in Zwolle verscheen pas in 1890 ten tonele. In
1919 werden in het Sophia bijna 600 operaties
uitgevoerd waarvan driekwart door één arts,
dokter E.T. Spanjaard. Er waren nauwelijks
technische hulpmiddelen, de wetenschappelijke
kennis stond op een zeer laag pitje, specialisaties
bestonden niet of nauwelijks. Zet dat tegenover
het huidige ziekenhuis. Het jaarverslag over
2012 geeft een opsomming van de kernactiviteiten: algemene ziekenhuiszorg; toonaangevende
topklinische zorg; activiteiten op het gebied van
onderwijs, opleiding, innovatie en wetenschappelijk onderzoek; verpleegkundige opleidingen
en medische opleidingen (ondermeer 21 vervolgopleidingen tot medisch specialist). Ook uit
het lijstje met specialismen die per 2012 in het
ziekenhuis zijn gevestigd blijkt de enorme verandering: Anesthesiologie, Algemene heelkunde,
Cardiochirurgie, Cardiologie, Dermatologie,
Gynaecologie, Hematologie, Interne geneeskunde, Kaakchirurgie, Keel-, neus- en oorheelkunde, Kindergeneeskunde, Klinische chemie,
Klinische oncologie, Klinische pathologie,
Maag-, darm- en leverziekten, Medische microbiologie, Mondziekten, Neurologie, Neurochirurgie, Nierziekten, Nucleaire geneeskunde,
Oogheelkunde, Orthopedie, Plastische chirurgie, Pulmonologie, Psychiatrie, Radiodiagnostiek, Radiotherapie, Reumatologie, Revalidatie,
Thoraxchirurgie, Urologie, Vaatchirurgie, Verloskunde. En er is ook nog een categorie ‘overig’!
Bovendien is er binnen elk specialisme ook weer
sprake van vele subspecialismes. Verplegen is
nog altijd belangrijk getuige het aantal klinische
verpleegdagen van 208.157. Maar patiënten blijven niet meer zo lang in het ziekenhuis (gemiddeld ruim vier dagen) en het enorme aantal
polikliniekbezoeken spreekt boekdelen: 210.310
eerste bezoeken en 346.092 overig.3
Meer dan genoeg dus om er een heel dik boek
over te schrijven. Recentelijk is er wel een dunner boek geschreven, Wat is er gebeurd? Kroniek
van de Zwolse ziekenhuizen. Direct vroegen de
samenstellers van dit themanummer zich af of er
nog iets geschreven kon worden dat niet in dat
boek stond. Gelukkig waren er nog onderwerpen genoeg die niet uitvoerig in het boek waren
behandeld. Een paar van die onderwerpen staan
in dit tijdschrift, zoals de verpleging, ethische
dilemma’s in het ziekenhuis en de nieuwste operatietechnieken. Ook geven we aandacht aan
enige specialismen: de cardiologie, de nucleaire
geneeskunde en de kaakchirurgie. De artikelen
zijn grotendeels gemaakt op basis van interviews
met betrokkenen, of door ervaringsdeskundigen zelf geschreven. Deze allesbehalve complete
dwarsdoorsnede van de ziekenhuiswereld wordt
voorafgegaan door twee artikelen over de beginperiode van het Sophia Ziekenhuis en van De
Weezenlanden. En wat is een ziekenhuis zonder
patiënten en verpleegsters? Zij komen aan bod via
de inzendingen voor de schrijfwedstrijd waarin
we naar herinneringen aan de Zwolse ziekenhuizen hebben gevraagd. De oogst was zeer boeiend,
we zijn de dames Carla Johnson-Cairo, Ria Knolle
en Els Rademaker-Vos en de heren J.M.J. Alferink, Bert J. Davidson, Johan Rijfkogel en H. Timmerman zeer erkentelijk voor hun inzendingen.
Ze zijn in dit nummer steeds opgenomen onder
de kop: Herinneringen. En zo is er een palet ontstaan waarop alle geledingen van het ziekenhuis
een plaats hebben gekregen en waarin de lezer van
alles zal herkennen. Want zeg nu zelf, zou er een
Zwollenaar zijn die nog nooit in een Zwols ziekenhuis is geweest?
Noten
1. Jan ten Hove, Geschiedenis van Zwolle, 494-495
2. www.isala.nl Jaarverslag 2012, 23
3. www.isala.nl Jaarverslag 2012, 20, 22-23
ZHT4 2013.indd 5 10-12-13 13:33
170 zwols historisch tijdschrift
Het bestuur van de Rooms Katholieke
Stichting Ziekenverpleging Zwolle
besloot in de jaren zestig om de naam
van het ziekenhuis te veranderen in De Weezenlanden. Voor veel Zwollenaren bleef het daarna
echter nog jarenlang het katholieke ziekenhuis,
ondanks alle inspanningen om het religieuze imago naar de achtergrond te dringen. Als in die tijd
in de Zwolse Courant over een verkeersongeval
werd gemeld dat het slachtoffer naar het katholieke ziekenhuis was gebracht, kon op de redactie
steevast op een telefoontje van de secretaresse
van de directie worden gerekend: ‘Het is niet het
katholieke ziekenhuis, het is het ziekenhuis De
Weezenlanden…’, werd er dan gezegd.
De keuze om de katholieke identiteit althans
voor de buitenwereld kwijt te raken, had niets
te maken met afstand nemen van het verleden,
waarin de zusters ‘Onder de Bogen’ vanaf de
stichting van het ziekenhuis in 1896 zieken uit
Zwolle en omgeving liefdevol verpleegden. De
ontzuiling in ons land en het beleid van bestuur
en directie om een ziekenhuis voor mensen van
alle gezindten te zijn, had van het katholieke
ziekenhuis in feite een algemeen ziekenhuis
gemaakt. Nonnen waren er nog altijd te vinden,
maar hun aantal daalde gestaag. In 1961 waren
het er 58, tien jaar later nog slechts 27. Bovendien waren de religieuzen steeds minder zichtbaar aanwezig, omdat de kledingvoorschriften
van de congregatie soepeler werden. In 1939
was de oude, ronde en gesloten kap al vervangen
door een open model, in 1953 werd het habijt
gemoderniseerd, in 1959 werd het stijve bavet
vervangen door een wit boordje en het zwarte
lint, dat het kruisje droeg, door een zilveren
kettinkje. Eind 1965 maakte de kap plaats voor
een sluier en vanaf 1967 was het de zusters toegestaan zelf hun kleding te kiezen. De meeste
nonnen die nog in het ziekenhuis werkten, lieten
toen sluier en uniform achterwege. Op 5 oktober 1990, op de dag af 94 jaar nadat ze naar de
Overijsselse hoofdstad waren gekomen, werd de
Zwolse gemeenschap van de Zusters van Onder
de Bogen officieel opgeheven. Bij die gelegenheid
reikte burgemeester Loek Hermans de erepenning van de stad Zwolle uit aan de tien overgebleven religieuzen, waarvan er twee, zr. Anacleta
en zr. Gerda Bosch, nog in actieve dienst waren.
Bosch, die in 1994 afscheid nam, was de allerlaatste Bogenzuster die in het ziekenhuis De
Weezenlanden heeft gewerkt.
Twee bogen
De congregatie werd in 1837 in Maastricht opgericht door Maria Elisabeth Gruyters, een zeer
gelovige en vrome vrouw. Paus Pius IX wees de
heilige Carolus Borromeus, die leefde van 1538
‘Wat komt ge hier eigenlijk doen in de stad?’
Zusters van Liefde en zusters Onder de Bogen
verpleegden de zieken in Zwolle
Afscheid van zuster
Gerda Bosch in 1994.
Links patiënt-assistent
Hans Mulder, rechts
cardioloog Bloemers.
(Foto Frans Paalman)
Steven ten Veen
ZHT4 2013.indd 6 10-12-13 13:33
zwols historisch tijdschrift 171
tot 1584 en aartsbisschop van Milaan was, aan als
patroon van de congregatie. Acht jaar na de stichting nam de nieuwe kloostergemeenschap haar
intrek in de Proosdij van de Sint-Servaas Kerk,
die met twee bogen met de kerk was verbonden.
Het klooster kreeg daardoor de naam ‘Onder
de Bogen’. Aanvankelijk hielden de zusters zich
bezig met het geven van les aan arme kinderen en
het verzorgen van weeskinderen, maar vanaf 1843
kwam het accent te liggen op het verplegen van
behoeftige zieken.
Dat de Bogenzusters in 1896 naar Zwolle
kwamen, was te danken aan Judith Helmich,
dochter van een van de eigenaren van de ijzergieterij Schaepman en Helmich. In het begin
van de jaren negentig van de negentiende eeuw
was zij ingetreden in de congregatie, waar zij de
naam Margaretha had aangenomen. Toen haar
ouders stierven, erfde zij hun huis aan de Melkmarkt, het zogeheten Drostenhuis op nummer
41 waarin tegenwoordig het Stedelijk Museum
Zwolle is gevestigd. Zr. Margaretha schonk het
kapitale pand aan de congregatie met het verzoek
om er een inrichting voor ziekenverpleging van
te maken. Resultaat daarvan was, dat op 2 oktober 1896 moeder Lamberta en zuster Theresia,
gewapend met Gods vertrouwen, naar Zwolle
kwamen om vanuit huize Helmich zieken te gaan
verplegen.
Twee weken later, op 15 oktober, kwam de
generale overste van het klooster, moeder Maria,
hoogst persoonlijk nog vier zusters brengen. Zij
had ook een beurs met 130 gulden meegenomen, waarmee de volgende dag inkopen werden
gedaan: een fornuis, katoen voor gordijnen,
emmers, stokken, dweilen en niet te vergeten een
beeld van Sint Jozef, dat een ereplaats kreeg in het
pand en voor bescherming moest zorgen. Voor
het noodzakelijke opknappen van het huis, dat
een paar jaar niet bewoond was geweest, bleef er
toen nog tachtig gulden over. Een beurtschipper bracht enkele weken later vanuit Den Haag,
waar de Bogenzusters al in 1890 met hun werk
waren begonnen, huisraad mee dat daar overtollig
was. Plus een rekening van zestien gulden voor
de vrachtkosten, waardoor de beurs steeds leger
werd.
Kerk was vol
Op veel medewerking konden de Bogenzusters
aanvankelijk niet rekenen. De pastoor van de
Onze Lieve Vrouwekerk stelde zich zelfs vijandig
op toen hem gevraagd werd een paar plaatsen in
de kerk voor de zusters te reserveren. ‘Mijn kerk
is vol. Wat komt ge hier eigenlijk doen in de stad?
Wie heeft u hier geroepen?’ Slechts af en toe werd
de hulp van de zusters ingeroepen en ontvingen
ze een kleine vergoeding. Niemand was echter
bereid om voor een dag en nacht verpleging 1,50
gulden te betalen. Een mandje eieren, daar moesten ze het mee doen. Dat de Bogenzusters min of
meer werden genegeerd, had niets te maken met
de godsdienstige identiteit van Zwolle. De hervormden waren weliswaar ver in de meerderheid,
maar zo’n kwart van de bevolking was katholiek.
Voor katholiek Zwolle en dan in het bijzonder de
zogenaamde behoeftigen bestond er sinds 1844
echter al een mogelijkheid om bij ziekte verpleegd
te worden. Daarvoor zorgden de Zusters van
Liefde van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid uit Tilburg.
Gasthuisplein
De ziekenverpleging van deze Zusters van Liefde
ging in 1844 van start. Het Rooms-Katholiek
Armbestuur, dat sinds ongeveer 1825 al een zieken- en passantenhuis in gebruik had in het hoekpand Hagelstraat/Kerkstraat, droeg toen de zorg
voor de (arme) zieke medemens aan de zusters
over. Hun eerste behuizing aan de Rozemarijnstraat werd al snel te klein. In 1846 kon dankzij
een schenking de branderij-brouwerij van de
gebroeders Visscher op het adres Gasthuisplein
10 worden gekocht. Vanaf deze plek breidde het
‘gesticht’ zich steeds verder uit door aankoop van
panden, die vaak werden gesloopt om ruimte
voor nieuwbouw te maken. Financieel werd dit
de zusters mogelijk gemaakt door schenkingen
van particulieren, zoals bijvoorbeeld een bedrag
van liefst 20.000 gulden van de weduwe K.L.A.
van der Horst. Zij voegde daar wel de voorwaarde
aan toe, dat in het Liefdegesticht steeds één kamer
disponibel gesteld moest worden voor de vergadering van de damesvereniging ten behoeve der
arme kerken. Bijna anderhalve eeuw lang zouden
ZHT4 2013.indd 7 10-12-13 13:33
172 zwols historisch tijdschrift
de Zusters van Liefde op het Gasthuisplein hun
domicilie hebben. In 1987 werd het klooster afgebroken om plaats te maken voor onder andere een
bioscoop.
Het Liefdegesticht, zoals het ziekenhuis op het
Gasthuisplein werd genoemd, had een bijzonder
goede naam in Zwolle. In feite was het de enige
ziekeninrichting in de stad die goed functioneerde. Daar kwam het stadsbestuur in 1866 ook achter, toen ons land en ook Zwolle werd getroffen
door een cholera-epidemie. Over de behandeling
en verzorging in het zogenoemde Passantenhuis
van de gemeente kwamen zoveel klachten binnen,
dat burgemeester mr. J.A.G. baron de Vos van
Steenwijk aan moeder-overste Stanislaus vroeg
of haar zusters ook de verpleging van de zieken in
het Passantenhuis van de gemeente zouden willen
doen. Anderhalve maand lang hebben de Liefdezusters zich met hart en ziel van deze taak gekweten. ‘De lijders waren zeer voldaan en het publiek
was hiermede zeer ingenomen’. Als dank kreeg
Moeder Stanislaus van het stadsbestuur een zwart
kruis met zilveren corpus. Ook koning Willem III
toonde zijn waardering. Hij stuurde een medaille
met inscriptie naar de zusters begeleid door een
brief van de minister van Binnenlandse Zaken.
‘Die medaille strekt ten blijke van ’s Konings
goedkeuring voor daden van onverpligte menschlievendheid en zelfopoffering.’
Operatie
In 1888, vier jaar na de opening van het
gemeentelijk Sophia Ziekenhuis, werd het
ziekenhuis op het Gasthuisplein uitgebreid
met nieuwe ziekenzalen en een operatiekamer,
waar dr. N.H. Frank in 1891 voor het eerst
een geslaagde blindedarmoperatie deed op
een vrouw. Deze ingreep maakte diepe indruk
op de Zwollenaren en zorgde er voor dat het
ziekenhuis van de zusters van Liefde steeds
populairder werd. De roem strekte zich tot ver
buiten Zwolle uit. De eerste patiënt die na de
nieuwbouw in 1888 werd opgenomen, was bijvoorbeeld de burgemeester van Borne, de heer
Van Bönninghausen. In 1895 brachten de jonge
koningin Wilhelmina en koningin-regentes
Emma een bezoek aan Zwolle, waarbij ook het
gesticht op het Gasthuisplein op het programma stond. Voor de ingang was een prachtige
baldakijn aangebracht met gordijnen van rood
fluweel en de hele vestibule was gedrapeerd en
met bloemen versierd. Bij het vertrek van de
twee vorstinnen wachtte Moeder Stanislaus een
grote verrassing. Zij kreeg te horen dat zij Ridder in de Orde van Oranje Nassau was geworMoeder Stanislaus
Wilhelmina Agnes Gerardina Henrica van Sonsbeeck werd op 25 juni
1818 op Huize de Gunne bij Heino geboren en trad op 22-jarige leeftijd
in bij de congregatie van Tilburg, waar zij de naam Stanislaus aannam.
In 1844 werd zij samen met zr. Guillianie Aukens naar Zwolle gestuurd
om er voor zieken te zorgen en de kinderen uit arme katholieke gezinnen
onderwijs te geven. Moeder Stanislaus, zij werd al snel moeder-overste van
het gesticht in Zwolle, zou 46 jaar lang in de Overijsselse hoofdstad blijven.
In 1895 werd Moeder Stanislaus koninklijk onderscheiden. Zij was de eerste vrouw in Nederland die Ridder in de Orde van Oranje-Nassau werd.
In 1900 vertrok zij vanwege haar gevorderde leeftijd naar het Moederhuis
in Tilburg, waar zij op 2 maart 1904 overleed. Volgens de overlevering viel
op die dag in de sacristie van het klooster in Zwolle het kruisbeeld uit de
nis, terwijl de rector zijn dankzegging deed na de Heilige Mis. En ’s avonds
om zes uur, het moment waarop Moeder Stanislaus haar laatste adem
uitblies, stond de klok in de gang stil. Dat was te meer opvallend, omdat
moeder overste de klokken van het huis altijd naar die klok geregeld wilde
hebben. Toen de klok werd
aangestoten, liep ze weer
gewoon door…
Rond 1990 werd deze
Zuster van Liefde geëerd met
een straatnaam in de Zwolse
wijk Schellerhoek: Moeder
Stanislausstraat. En in oktober
2013 is een nieuw geopend
zorghuis voor dementerende
ouderen aan de Bagijneweide
naar haar vernoemd: Wilhelmina van Sonsbeeckhuis.
Moeder Stanislaus met
koninklijke onderscheiding.
Foto van haar bidprentje.
(Archief Zusters van Liefde)
ZHT4 2013.indd 8 10-12-13 13:33
zwols historisch tijdschrift 173
den, waarmee zij de eerste vrouw in ons land
was die deze hoge onderscheiding ontving.
De patiëntendruk op het ziekenhuis van de
zusters van Liefde was inmiddels zo groot, dat
besloten werd om voortaan alleen nog maar
katholieken van Zwolle op te nemen. Dit beleid
leverde echter oplopende tekorten op, omdat het
Armbestuur van de parochies voor de verpleging
van arme zieken slechts 35 cent per dag betaalde.
Bij de zusters groeide de vrees dat uiteindelijk
alle zieken naar het in 1884 geopende Sophia Ziekenhuis zouden worden verwezen, maar door de
komst in 1896 van de zusters van Onder de Bogen
zou het heel anders gaan lopen. Terwijl steeds
meer Liefdezusters voor de missie naar de Oost
vertrokken, verplaatste de zorg voor de zieken
zich meer naar huize Helmich op de Melkmarkt.
En toen in 1902 een geheel nieuw rooms-katholiek ziekenhuis van de Bogenzusters in gebruik
werd genomen, hield het ziekenhuis van de LiefAankondiging van
de verhuizing van de
katholieke ziekenverpleging in de Zwolse
Courant van 18 februari 1902.
Het bestuur van het katholieke ziekenhuis bereidde zich al
in een vroegtijdig stadium voor op de gevolgen die een oorlog
voor de instelling zou kunnen hebben. Op 3 april 1939 werd
besloten om op de zolder zandzakken te plaatsen, om in geval
van luchtaanvallen met brandbommen snel in actie te kunnen
komen. Ook werden in het gebouw zwarte verduisteringslampen aangebracht en kregen de zusters ‘draagbare zaklantaarns
met blauw licht’.
Gelukkig is er tijdens de Tweede Wereldoorlog geen bom
op het ziekenhuiscomplex terecht gekomen, maar ongemerkt
gingen de bezettingsjaren allerminst voorbij. Omdat ‘horen,
zien en zwijgen’ voor de zusters het parool was en de medische
dienst van de Wehrmacht in het Sophia Ziekenhuis geconcentreerd was, werd het katholieke ziekenhuis een goede plek om
onderduikers onder te brengen en voor het verzet om er een
geheime zender te installeren. Ongelukkigerwijs werd deze
zender, die verbonden was met het geallieerde hoofdkwartier
in Eindhoven, op 8 februari 1945 door de Duitsers gelokaliseerd. Om half elf die ochtend werd het ziekenhuis omsingeld
en gingen enkele officieren met getrokken pistool naar binnen.
Jan van Tongeren, die toen portier was, vertelde er later het
volgende over. ‘De Duitsers sloegen met de kolf van het geweer
de deur in en liepen rechtstreeks door naar de Josephzolder,
waar de kamertjes van de verpleegsters waren. Daar zat de
Zwolse verzetsgroep met de geheime zender. Doordat ze eerst
de verkeerde deur namen, kon de man die er zat ontsnappen
en in het klooster verdwijnen. Maar Beernink, die naar buiten
liep, werd op het voorterrein neergeschoten. Intussen hadden
de zusters alle mannen op zaal 5 die onderduikers waren bliksemsnel in bed gestopt en van spalken en verband voorzien,
zodat het leek of ze flink ziek waren. De kok, ook een onderduiker, was op de vlucht geslagen en aangeschoten. De Duitsers
volgden zijn bloedspoor en vonden hem in de aardappelschuur
onder het hooi. Hij werd in de polikliniek gebracht en toen hij
stierf lagen de Duitsers met het oor aan zijn lippen in de hoop
dat hij ijlend namen zou loslaten.’
De dood van Henk Beernink, voorman van de verzetsgroep
De Groene, was een zware klap voor de Zwolse illegaliteit.
Moeder-overste Praxedis, die in 1952 het Kruis van Verdienste
kreeg voor haar verdiensten voor de illegaliteit, werd samen
met haar medezusters door de Duitsers verhoord. Zij wisten
aannemelijk te maken dat zij niet op de hoogte waren geweest
van de verzetsactiviteiten in het huis. ‘Horen, zien en zwijgen…’
‘Horen, zien en zwijgen’ in het katholieke ziekenhuis
ZHT4 2013.indd 9 10-12-13 13:33
174 zwols historisch tijdschrift
dezusters definitief op te bestaan. Hun activiteiten
in Zwolle zouden voortaan geheel bestaan uit het
aanbieden van onderwijs.
Kruisbeeld
De echte verpleging van zieken in huize Helmich
was in september 1897 van start gegaan, maar
het pand aan de Melkmarkt was in feite voor dit
doel totaal ongeschikt. Zo waren er bijvoorbeeld
slechts twee waterkraantjes aanwezig. De Stichting Rooms Katholieke Ziekenverpleging, die
inmiddels de zakelijke bedrijfsvoering van de
zusters had overgenomen en dankzij een aantal
forse schenkingen waaronder een bedrag van
30.000 gulden over de nodige financiële middelen beschikte, maakte daarom al snel plannen
voor de oprichting van een nieuw ziekenhuis.
Aan het Groot Wezenland hoek Blekerstraat
werden twee panden aangekocht, voor 21.000
gulden het herenhuis van de heer Godschalk en
voor 19.000 gulden de houtwerf van de firma
Eindhoven en Zn. Het pand aan de Melkmarkt
werd voor 15.000 gulden verkocht aan de posterijen. Met het kruisbeeld in haar armen en
zestien zusters in haar kielzog betrad Moeder
Lamberta op 22 april 1902 het nieuwe ziekenhuis
aan het Groot Wezenland, dat 45 bedden telde
en 135.000 gulden had gekost. Het herenhuis
van Godschalk werd gebruikt voor de eerste
en tweede klasse patiënten, de nieuwbouw was
bestemd voor de derde klasse patiënten.
Het katholieke ziekenhuis mocht zich in
Zwolle en omgeving in een uitstekende naam
verheugen. De goede huisvesting en de prettige
inrichting hadden daar zeker mee te maken,
maar bepalend daarvoor was de liefdevolle
manier waarop de zieken door de zusters werden verpleegd. Bij ernstig zieken waakten en
baden ze. Weinig mensen gingen in de tijd dat
de Bogenzusters het beeld van het ziekenhuis
bepaalden in eenzaamheid dood, er zat bijna
altijd een non aan het bed van de stervende. Een
arts omschreef het werk van de zusters eens op
de volgende manier: ‘Hun roeping tilde hun toewijding boven het gewone menselijke uit. Hun
medemenselijkheid met de patiënt was vaak om
jaloers op te worden.’
Remonstrant Jan Dhont was eerste medisch-directeur
van het katholieke ziekenhuis
Het personeel van het katholieke ziekenhuis was lange tijd in overgrote
meerderheid katholiek. Daarom werden rond twaalf uur op de administratie de luikjes gesloten om de medewerkers de gelegenheid te bieden op
de knieën te gaan omdat vanuit de Paterskerk het ‘Engel des Heren’ werd
geluid. Met Goede Vrijdag ging het voltallig personeel naar de Kruiswegviering. De meeste leden van de medische staf waren echter niet katholiek.
Dat gold ook voor de eerste medisch directeur die het katholieke ziekenhuis kende, dokter Jan Dhont. De in 1909 geboren zoon van een huisarts
uit Meppel was remonstrant. Toen hij in 1957 tot medisch directeur werd
benoemd, waren vijftien van de zeventien leden van de medische staf niet
katholiek. Dhont was een bescheiden en bijzonder innemend persoon, die
binnen de gemeenschap van het ziekenhuis op grote sympathie kon rekenen. Begaafd en belezen als hij was, ging zijn belangstelling uit naar de letteren. Dichters als Victor van Vriesland en J.C. Bloem behoorden tot zijn
vriendenkring. Zelf maakte Dhont ook gedichten, waarvan een selectie in
1988 door Waanders in boekvorm is uitgegeven:
‘Ik ben tot aan de grens gegaan
Van wat de woorden dragen en ben niet verstaan
Het ging ermee als met mijn hele leven;
Men heeft het vreemd gevonden en is doorgegaan.’
Dhont, die ongehuwd bleef, leed aan de slopende oogziekte glaucoom, die
hem uiteindelijk blind maakte. Nadat hij in 1973 met vervroegd pensioen
was gegaan, werd hij nog jarenlang verzorgd door zusters van ‘Onder de
Bogen’. De laatste jaren van zijn leven woonde hij in verzorgingshuis
De Nieuwe Haven, waar hij op 1 februari 1984 overleed.
Jan Dhont, in het midden met donker pak, tijdens de bevrijding in april
1945. (Collectie HCO)
ZHT4 2013.indd 10 10-12-13 13:33
zwols historisch tijdschrift 175
Dagorde
Gemakkelijk was het leven van de religieuzen
bepaald niet. De dagorde zag er bijvoorbeeld als
volgt uit: 5.30 uur opstaan; 5.50 uur lauden in
koor; 6.00 uur meditatie; 6.30 uur Heilige Mis;
6.55 uur reflectie Prime-Terts; 7.05 uur ontbijt;
12.50 uur gewetensonderzoek; 14.30 uur rozenhoedje; 14.45 uur vespers in koor; 19.00 uur
completen in koor; 21.30 uur lichten uit… Op de
afdelingen werd door de zusters met patiënten het
avondgebed gebeden en met veel ceremonie werd
de communie door het ziekenhuis rondgebracht.
De zusters, het zijn ook maar mensen, konden
soms ook wel nukkig, chagrijnig of soms zelfs
bijna onbetamelijk uit de hoek komen. Daarbij
waren sommigen heel erg streng.*
Met de groei van de patiëntenstroom als gevolg
van de toenemende mogelijkheden om mensen
beter te maken en de dalende instroom van novicen in de kloosters deden steeds meer lekenzusters
hun intrede in het katholieke ziekenhuis. De eerste
twee kwamen in 1928, toen hard gewerkt werd
aan uitbreiding van het ziekenhuis. Om leerlingverpleegster te worden, hadden ze een inleggeld
De rooms-katholieke
ziekenverpleging
omstreeks 1920. (Particuliere collectie)
De hal van het oude
katholieke ziekenhuis.
(Collectie HCO)
ZHT4 2013.indd 11 10-12-13 13:33
176 zwols historisch tijdschrift
van 150 gulden moeten betalen. Salaris kregen ze
niet, het verplegen werd als liefdewerk, als roeping
beschouwd. Pas in 1931 kregen de lekenzusters
loon: 50 gulden per jaar voor de eerstejaars, 100
gulden per jaar voor de tweedejaars en 200 gulden
per jaar voor de derdejaars. Plus vrije kost, inwoning en bewassing. Uiteraard moesten de meisjes
uit katholieke gezinnen afkomstig zijn.
Nieuwbouw
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond al snel
behoefte aan uitbreiding. Panden en terreinen
in de omgeving van het ziekenhuis werden aangekocht, waaronder in 1954 het complex van de
azijnfabriek van Heerkens, Schaepman en Co’s.
Het leverde uiteindelijk een compleet nieuw
ziekenhuis op, waardoor de Blekerstraat uit het
stratenregister van Zwolle kon worden geschrapt.
Precies vijftig jaar geleden, op 5 december 1963,
sloeg J.H.J.M. ten Doeschate, die van 1946 tot
1978 voorzitter van de Stichting Rooms Katholieke Ziekenverpleging Zwolle was, de eerste paal
en op 1 oktober 1967 werd het nieuwe ziekenhuis
in gebruik genomen. Dat betrof fase I, want in de
Mooie overzichtsfoto uit 1933 van alle gebouwen waaruit het katholieke ziekenhuis bestond, gelegen tussen het Groot Wezenland en
de Blekerstraat. (Uit: Oud Zwolle vanuit de lucht)
ZHT4 2013.indd 12 10-12-13 13:33
zwols historisch tijdschrift 177
jaren daarna zouden er nog vier volgen voor het
nieuwe ziekenhuis De Weezenlanden, inclusief
verpleeghuis, compleet was.
Toen begin jaren zestig het oude ziekenhuis
met z’n lange donkere gangen en granieten
vloeren werd afgebroken, raakten de lekenzusters langzaam maar zeker in de meerderheid.
De functie van verplegingsdirectrice bleef tot
1973 in handen van een religieuze. De laatste
was zr. Berthilie, die bij haar afscheid zei: ‘Door
gelovig te zijn vind je steeds weer kracht, die je
bij dit belangrijke werk nodig hebt. Omdat je
leven bepaald is door God hoef je geen zwevend
of onzeker gevoel te hebben.’ Op verschillende
plekken in het ziekenhuis bleven daarna nog
Bogenzusters aan het werk. Zoals bijvoorbeeld
zr. Renée, die van de couveusekamer naar het
mortuarium was verhuisd. ‘De overleden mensen die hier worden gebracht, blijven voor mij
patiënten. Iemand die van buiten het ziekenhuis
wordt gebracht, noem ik een logé’, vertelde ze
aan de redacteur van het personeelsblad.
In een tijd waarin de meeste ziekenhuizen een
medicus als directeur hadden, durfde het bestuur
van het rooms-katholieke ziekenhuis in Zwolle
het aan om een man die afkomstig was uit de
horeca en het hotelwezen met de leiding van het
ziekenhuis te belasten. Directeur mocht A.J.J.
Craghs zich in 1947 nog niet noemen, administrateur-econoom stond achter zijn naam. Maar
feitelijk was hij direct al de hoogste man in de
organisatie en in 1951 werd dat bekrachtigd door
zijn benoeming tot algemeen directeur. Spijt van
die beslissing hebben ze bij het rooms-katholieke
ziekenhuis nooit gehad. Toen Craghs in 1976 met
pensioen ging, werd hij niet ten onrechte de ‘pater
familias’ van De Weezenlanden genoemd.
Craghs werd op 5 september 1911 in Roermond geboren als zoon van een bakker. Na drie
jaar HBS ging hij als leerling-kelner werken in
hotel De Keizerskroon in Apeldoorn, tegen een
vergoeding van vier gulden per week plus kost en
inwoning. Vervolgens werd hij commis de rang in
Hotel De Wittebrug in Den Haag, waar hij cocktails voor prins Hendrik heeft gemixt. In 1932
keerde hij terug naar De Keizerskroon, maar nu
als chef van het hotel. Omdat hij meer van de
wereld wilde zien, trok Craghs naar Londen en
Parijs en, leergierig als hij was, ging hij in Leuven
stiekem colleges sociale economie en psychologie
lopen. Na dit korte avontuurlijke bestaan werkte
hij in verschillende rangen in de hotels Terminus
in Utrecht, de l’Europe in Amsterdam en Huis
ter Duin in Noordwijk, om in 1939 in Zwolle aan
de slag te gaan als de baas van de stationsrestauratie.
De overstap van Craghs van de stationsrestauratie naar het rooms-katholieke ziekenhuis
was zoals gezegd tegen de trend in en veel medici
in het ziekenhuis hadden er aanvankelijk dan
ook moeite mee. Maar de scepsis maakte al snel
plaats voor waardering, niet alleen dankzij het
respect dat Craghs voor het werk van de heren
doktoren toonde, maar ook door de manier
waarop hij opkwam voor hun belangen. Bovendien stond hij open voor alle nieuwe ontwikkelingen in de medische sector en was hij bereid om
innovatieve initiatieven te ondersteunen.
Het hart van Craghs, die een diepe religieuze
inslag had en soms urenlang met moeder-overste
Elisabetha over allerlei zaken sprak, lag echter bij
de patiëntenzorg. Zelf zei hij daar later over: ‘De
mensen moeten zich in het ziekenhuis thuis voelen. Daarom moet een sfeer worden geschapen,
waarin goede verpleging en een voorspoedige
genezing mogelijk zijn. Dat moet al beginnen bij
de portier. Daar moet de menselijke benadering
al heel duidelijk aanwezig zijn. Hoe snel voel je je
niet verlaten als je een groot bedrijf binnen komt.
Je krijgt dan het idee een nummer te zijn. Dat heb
ik altijd vreselijk gevonden.’
Craghs overleed op 7 augustus 1977, nog geen
jaar nadat hij afscheid van ‘zijn’ Weezenlanden
had genomen.
Craghs, de ‘pater familias’ van De Weezenlanden
ZHT4 2013.indd 13 10-12-13 13:33
178 zwols historisch tijdschrift
Beeld
De Zwolse gemeenschap van de Liefdezusters van
de Heilige Carolus Borromeus werd in 1993, toen
ze nog tien leden telde waarvan de meesten al ver
over de zeventig en de oudste zelfs negentig jaar
waren, officieel opgeheven. Op 29 april 1994 onthulde zr. Ignace van Heyningen, provinciaal overste van de congregatie, een beeld gemaakt door
Pépé Grégoire, dat de herinnering aan de Bogenzusters levend moest houden. Medisch-directeur
dr. A.G.P. Cremers zei bij die gelegenheid: ‘Wij
hebben als Weezenlanden iemand die niet alleen
de moeite waard is, maar iemand die beslist niet
vergeten mag worden, omdat haar naam in het
steen van dit ziekenhuis is gegrift, omdat de organisatie die de patiëntenzorg hier behartigt naar
mijn overtuiging nog steeds haar geest ademt: de
religieuzen van Onder de Bogen’. Het beeld is dit
jaar met alle artsen, verpleegkundigen en andere
medewerkers van De Weezenlanden verhuisd
naar het nieuwe Isala ziekenhuis. Het zou een
goede gedachte zijn om straks wanneer het ziekenhuis van de Rooms Katholieke Stichting Ziekenverpleging Zwolle is afgebroken en er woningen voor in de plaats zijn gekomen, het beeld
weer terug te halen naar de plaats waar de zusters
Onder de Bogen meer dan negentig jaar lang hun
liefdevolle werk hebben verricht.
* Niet zozeer de patiënten van het ziekenhuis, maar
de leerlingen van de scholen die onder het bewind
van het klooster op het Gasthuisplein vielen, kregen
daar mee te maken. ‘Zusters van Liefde, krengen
van Barmhartigheid’ is een gezegde dat velen van
hen bekend in de oren zal klinken.
Literatuur en bronnen
– F. van Reijendam-van Barneveld en M.P. Pul, Van
bogen tot rechte hoeken. Kroniek van het ziekenhuis
De Weezenlanden. Zwolle, 1988
– Thom. J. de Vries, Geschiedenis van Zwolle, deel II,
Tijl Zwolle, 1961
– Personeelsbladen ziekenhuis De Weezenlanden.
De onthulling van het
monument voor de
Zusters onder de Bogen
in 1994, gemaakt door
de kunstenaar Pépé
Grégoire. Zittend op
de voorste rij de laatste
zusters van de congregatie. Het beeld stond
jarenlang bij de hoofdingang van het ziekenhuis aan het Groot
Wezenland. Het staat
nu een beetje verloren
aan de Ceintuurbaankant van het nieuwe
ziekenhuis. (Foto Frans
Paalman)
ZHT4 2013.indd 14 10-12-13 13:33
zwols historisch tijdschrift 179
Gemeenteraad debatteerde jarenlang over
bouw van Sophia Ziekenhuis
‘Aan een nieuw, eenvoudig, maar goed ingerigt
ziekenhuis bestaat werkelijk behoefte’
Toen de gemeenteraad van Zwolle op
5 juli 1880 met elf stemmen voor en zes
tegen besloot tot de oprichting van een
ziekenhuis, stelde de medische zorg in de ruim
23.000 zielen tellende hoofdstad van Overijssel
weinig voor. Er was een zogeheten Passantenhuis
in de oude militaire ruiterstallen op het Noordereiland, dat werd gebruikt voor mensen die een
besmettelijke ziekte hadden opgelopen.*
Het armbestuur van de Nederlands Hervormde
Gemeente beschikte over een verpleeginrichting
in de Nieuwstraat, in de volksmond bekend als
‘De Infirmerie’, die in alle opzichten ernstig tekort
schoot. Alleen het gesticht van de Zusters van
Liefde van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid op het Gasthuisplein was de naam van
ziekenhuis waardig, maar deze inrichting was in
de eerste plaats voor katholieken bestemd. ‘Aan
een nieuw, eenvoudig, maar goed ingerigt ziekenhuis te Zwolle bestaat werkelijk behoefte. Om er
niet van te spreken hoezeer het te bejammeren is,
dat de gelegenheid tot ziekenverpleging te Zwolle
zoo treurig afsteekt bij de gelegenheden, die daarvoor worden gevonden te Deventer en te Kampen, welke toch nog niet eens als modellen van
ziekenhuizen mogen worden beschouwd’, had
Lubach, de geneeskundig inspecteur voor Overijssel en Drenthe, voorafgaande aan de vergadering van 5 juli aan de gemeenteraad geschreven.
Schaepman
Bezien door de ogen van iemand die anno 2013
een bezoek heeft gebracht aan de gloednieuwe
Isala klinieken, schept de naam ziekenhuis overigens grote verwarring. De stand van de medische
wetenschap was in 1880 nog zo beperkt, dat tegen
de meeste kwalen geen kruid gewassen was. In
1846 was in Massachusetts weliswaar voor de
eerste keer een operatie uitgevoerd waarbij een
patiënt met behulp van ether onder verdoving
was gebracht, maar in Zwolle deed de chirurgijn
nog altijd zijn werk zoals dat in de eeuwen daarvoor ook gedaan was. J.J. Kisch heette de brave
man, wiens patiënten helse pijnen moeten hebben
geleden want narcose of verdovende middelen
waren volgens hem uit den boze. Zijn rol zou overigens spoedig tot het verleden behoren want er
waren grote veranderingen op komst. De bekende
Zwolse genees- en heelkundige dr. Th.A. Schaepman (1834-1908) gaf er in 1880 een ongewilde
demonstratie van, die in de stad wekenlang hét
onderwerp van gesprek was. Zijn dochter werd
ernstig ziek en Schaepman besefte dat alleen een
chirurgische ingreep haar leven kon redden. Dus
legde hij haar in zijn huis annex praktijk aan de
Badhuiswal op een tafel, zette haar een kap op,
bracht haar onder narcose en zette het lancet er in.
Thom. de Vries, die van 1964 tot zijn dood in 1975
gemeentearchivaris van Zwolle was, noemde het
in zijn Geschiedenis van Zwolle een weergaloos
huzarenstukje, want in Zwolle was de narcose nog
Het Sophia Ziekenhuis
kort na de bouw.
(Collectie HCO)
Steven ten Veen
ZHT4 2013.indd 15 10-12-13 13:33
met een krachtig nee beantwoord. ‘Zwolle munt
uit door prachtige scholen, halve paleizen, eene
ruime nieuw gebouwde manege, alles zonder twijfel onbegrijpelijk nuttig, maar… een behoorlijk
ziekenhuis, waar is dat te vinden? Voor ziekte en
ellende van den vreemdeling zorgt in Nederland
het Roode Kruis, voor ondersteuning van den
vreemdeling als gevangene zorgt het Blaauwe
Kruis. Is er dan iets billijks in, dat de gemeente
zorge voor een goed ingerigt ziekenhuis ten
behoeve van den zieken, hulpbehoevende stadgenoot van allerlei klassen, zoowel voor den gegoeden burger als voor den arme?’
Over het Passantenhuis hadden de stedelijke
genees- en heelkundigen weinig goeds te melden. ‘De handwerksman die grof geld verdient,
de fatsoenlijke burger die op eigen kosten ligt en
behandeld wordt, heeft een afkeer van die inrigting, die men hem al spoedig vertelde vroeger een
stal te zijn geweest, waarin ook de syphilitische
vrouwen werden verpleegd. Ook de reiziger die
door eene epidemische ziekte wordt aangetast,
hij moet zijn hotel verlaten, is nu dat ziekenhuis
behoorlijk voor hem ingerigt? Neen. Hij behoort
in een behoorlijk ingerigt ziekenhuis opgenomen
te worden, in een stedelijk gasthuis op eenvoudige
min kostbare wijze daargesteld, zonder Jonisch
of Romeinse kolommen en kapiteelen van arduin
of Bentheimersteen, alleen volledig beantwoordende aan de eischen van de ziekenhuizen van
den laatsten tijd.’
Einde discussie
Zwolle had in 1871 bijna 22.000 inwoners en verwachtte een opbloei mede dankzij de komst van
de Centrale Werkplaats der Staatsspoorwegen,
die in de volksmond de constructiewinkel werd
genoemd. Het bedrijf was in 1870 geopend en
het aantal werknemers zou in de richting van de
duizend gaan, waarvan velen met hun gezinnen
in de nieuwe stadswijk Assendorp gingen wonen.
Alle redenen dus, zo zou men denken, om positief
te reageren op de oproep van de stedelijke medici.
De politiek reageerde echter helemaal niet zo
enthousiast, zoals bleek tijdens de raadsvergadering van 18 augustus 1871. De heer Van Kerckhoff deed een poging om naar aanleiding van de
nooit toegepast: ‘Dr. Schaepman redde zijn dochter en als een lopend vuurtje ging het nieuws door
de stad: narcose is mogelijk, men kan gered worden! Tot dan toe waren de ziekenhuizen sterfhuizen geweest, waarin de arme patiënten gebracht
werden wanneer ze onmogelijk meer thuis konden worden verpleegd. Nu zou de gemeenteraad
wat beters maken.’
Brief
De opzienbarende actie van Schaepman vond
waarschijnlijk plaats nadat de raad al een besluit
over de oprichting van een gemeentelijk ziekenhuis had genomen. In de vele debatten die aan
deze zaak werden gewijd, is er namelijk nooit over
gesproken. Schaepman was wel een van degenen
die het ziekenhuis op de agenda van de stedelijke
politiek had geplaatst. Samen met zijn collega’s
dr. J. Moll jr., dr. S.P. Kros, dr. J.T. Meinesz, J.J.
Kisch en S.S. van Raalte stuurde hij op 28 januari
1871 een brief naar de gemeenteraad, waarin de
oprichting van een ziekenhuis werd bepleit. Niet
voor de eerste keer overigens, want al vaker hadden de stedelijke genees- en heelkundigen gewezen op het ontbreken van een ‘goed ingerigte,
doelmatige en regt eenvoudige ziekenverpleging
of gasthuis.’
De directe noodzaak daartoe vormden de
uitbraken van besmettelijke ziekten als pokken en
tyfus, waardoor ons land geregeld geteisterd werd
en die veel dodelijke slachtoffers eisten. Ook in
1871 waarde het spook van de tyfus weer rond en
de gevolgen die dat zou kunnen hebben, werden
in de brief van de heren medici beschreven al was
’t het scenario van een horrorfilm: ‘Geeft niet het
onmerkbaar langzaam naderende voorjaar de
zekerheid, dat die heuvelen en bergen van rottende en grootendeels onbegraven lijken, wier stank
en pestlucht nu reeds ondragelijk is, smetstoffen
zullen ontwikkelen, die de moorddadigste ziekten
zullen doen ontstaan en sommige jaren welligt
zullen blijven heerschen?’
Allerlei klassen
De vraag of Zwolle bij de verschijning van epidemieën een behoorlijk ingericht ziekenhuis
had om de lijders te verplegen, werd in de brief
180 zwols historisch tijdschrift
ZHT4 2013.indd 16 10-12-13 13:33
van Overijssel en Drenthe. ‘Ik heb vernomen dat
in uwe vergadering een voorstel is gedaan tot het
stichten van een stedelijk ziekenhuis. Ik kan dit
voorstel niet anders dan toejuichen.’
Bouwplan
Tijdens de begrotingsvergadering van 29 oktober 1877 maakte burgemeester Van Nahuys
bekend, dat de gemeentearchitect een bouwplan
had gemaakt, dat ‘eerstdaags’ zal worden ingediend. Waarop raadslid mr. S.J. van Roijen zich
geschrokken afvroeg of Zwolle dat wel zou kunnen betalen. ‘Blijkt het dat de uitgaven de financiële draagkracht der gemeente niet te boven gaan,
dan worde tot de uitvoering besloten. Blijkt echter
brief van de Zwolse genees- en heelkundigen
een discussie op gang te brengen, maar toen hij
uitgesproken was diende zijn collega Scriverius
een motie van orde in, waarin werd bepaald dat de
raad verder zou gaan met de behandeling van de
aan de orde zijnde zaken en zich niet verder zou
verdiepen in beschouwingen over de bouw van
een algemeen ziekenhuis. Einde discussie, want
bij een groot deel van de raad, die bijna volledig
uit liberalen bestond, was het ziekenhuis geen
onderwerp waar veel gewicht aan werd toegekend. Daar heerste de opvatting dat de overheid
zich niet te veel moest bemoeien met de leefomstandigheden van haar burgers. En de praktijk
van die tijd was, dat zieken die tot de klasse van
de gegoede stand behoorden, thuis werden verpleegd. Alleen de allerarmsten die in bekrompen
huizen in achterbuurten zoals de Kwade Negen
(nu Van Nahuysplein) of de Mussenhage woonden, zouden op een ziekenhuis zijn aangewezen.
Meer dan vijf jaar bleef het stil. Pas op 18
december 1876 kwam het ziekenhuis in de Zwolse
politiek weer ter sprake. Aanstichter was het
raadslid mr. P.J.G. van Diggelen, die de wens
uitsprak dat in Zwolle een algemeen ziekenhuis
zou worden opgericht en onmiddellijk steun
kreeg van de heer Van der Voort, die zelf geneesheer was geweest. Maar in de wandelgangen en
wellicht ook in de Groote Sociëteit die door veel
raadsleden frequent werd bezocht (het verhaal
ging dat burgemeester jhr. W.C.T. van Nahuys de
stad vanuit de Groote Sociëteit bestuurde), was
het onderwerp ongetwijfeld al veelvuldig besproken. Bovendien stuurde het gemengd armbestuur
van de Nederlands Hervormde Gemeente op 29
januari 1877 een brief naar de raad, waarin steun
aan zo’n initiatief werd betuigd. Het opknappen
van het eigen ziekenhuis in de Nieuwstraat (‘Ook
met den besten wil kan daarin geene verpleging
overeenkomstig de eischen van den tegenwoordigen tijd worden gedacht’) was geen optie en
nieuwbouw veel te duur. Een ziekenhuis voor
verschillende klassen van de maatschappij had
daarom de voorkeur van het armbestuur en men
was ook bereid daarvoor een financiële bijdrage te
verlenen. Voor extra druk op de ketel zorgde vervolgens de arts Lubach, geneeskundig inspecteur
zwols historisch tijdschrift 181
Boven: De nieuwe
mannenzaal (zaal 25)
na de uitbreiding in
1915. (Collectie HCO)
Onder: De nieuwbouw
uit 1915, met de mannenzaal (zaal 25) links
en de vrouwenzaal
(zaal 20) rechts. Daarboven was de klasse
verpleging. (Collectie
HCO)
ZHT4 2013.indd 17 10-12-13 13:33
In de vergadering van 17 juni 1878 presenteerde het college twee plannen. De bouwkosten
van het eerste, opgesteld door de gemeentearchitect, werden geraamd op ƒ 120.000 en de
inrichting zou ƒ 24.889 gaan kosten. Voor het
salaris van een geneesheer-directeur was 2.000
en voor dat van verder dienstdoend personeel
1.800 gulden begroot. Het tweede plan was ontworpen door G.J. Collard, 1e luitenant ingenieur
en W. Kam, architect en leraar aan de Hogere
Burgerschool in Amersfoort. Zij kwamen op een
bedrag van ƒ119.000 aan bouwkosten en ƒ 9.000
voor het meubilair. ‘De raad heeft, met het oog
op de genoemde kolossale cijfers, alzo te dezer
zake geen voorstellen van Burgemeester en Wethouders te verwachten’, aldus burgemeester Van
Nahuys!
Kolossale cijfers
Die mededeling lokte uiteraard de nodige reacties
uit. Bijvoorbeeld van de heer Van Diggelen die
anderhalf jaar daarvoor de wens voor de bouw
van een ziekenhuis had uitgesproken. ‘De voorstelling van Burgemeester en Wethouders, het op
de voorgrond plaatsen van de kolossale cijfers, is
dodend voor de zaak en leidt tot de conclusie, dat
het tegendeel, dan moet men de zaak laten rusten
en zich behelpen met de inrichtingen die er zijn.
In elk geval zijn er drie in de gemeente, die der
katholieken, die van het Hervormd Armbestuur
en het Passantenhuis en voor mingegoeden is er
dus in elk geval gelegenheid om hulp te vinden als
dit nodig blijkt.’
182 zwols historisch tijdschrift
Verpleegsters die net
hun diploma hebben
gehaald in 1915. (Collectie HCO)
Het Sophia beschikte
na de uitbreiding van
1915 ook over een
prachtige tuin langs
de Rhijnvis Feithlaan.
(Collectie HCO)
ZHT4 2013.indd 18 10-12-13 13:33
Koppen geteld
Op 5 juli 1880 werd het laatste hoofdstuk van
de jarenlange discussie over het gemeentelijk
ziekenhuis geschreven. Dat het voorstel om tot
de bouw daarvan over te gaan zou worden aangenomen, stond vast. De koppen waren geteld.
De meerderheid van het college was echter tegen.
‘Als men een volksstemming hield, dan zou de
meerderheid zich tegen de oprichting verklaren’,
aldus wethouder Roijer, die als bewijs voor die
stelling kwam aanzetten met de verklaring van
een geneesheer die dagelijks met de mindere
klasse in aanraking kwam. ‘Wat was zijn advies?
Een ziekenhuis is heel mooi, mits gij mij daarbij
de macht verleent de zieken te noodzaken er heen
te gaan, want dat wil men niet omdat men de
familieleden van de patiënten niet kan toelaten
de zieken te verplegen en op te passen. Men acht
het een schande de patiënten niet zelf op te passen
en ze aan de zorgen van vreemden over te laten:
men wil ze in huis houden om ze zelf bewijzen
van gehechtheid en trouwe oppassing te geven.’
En dat Zwolle ongezond zou zijn en de toestand
buitengewone zorg vroeg, wilde er bij de wethouder niet in. ‘Een blik op de sterftetafels bewijst dat
Zwolle bij andere plaatsen, bij Kampen en Deventer bijvoorbeeld, niet ten achter staat.’
het maar beter is in het geheel niets te doen en er
niet aan te beginnen.’ Maar daar wilde Van Diggelen zich niet bij neerleggen en daarom stelde hij
voor een speciale commissie te benoemen om de
zaak verder voor te bereiden. Met slechts één stem
tegen werd dit voorstel aangenomen, waarmee
een nieuw hoofdstuk in de ziekenhuiskwestie
werd geschreven. De commissie ging voortvarend
aan het werk, maar toch duurde het nog ruim
anderhalf jaar voor zij haar verslag presenteerde.
Uitgerekend was, dat de exploitatiekosten van een
ziekenhuis hoogstens één gulden per dag en per
zieke zouden belopen. De verpleegkosten van de
armen konden volgens de commissie echter niet
hoger dan op zestig cent per dag worden bepaald
en derhalve zou de gemeente voor iedere arme
ongeveer veertig cent dagelijks moeten bijdragen. ‘Uwe commissie gelooft niet, dat dit offer te
zwaar mag worden genoemd, waar het geldt aan
de behoeftigen bij ziekte, ook in het algemeen
belang, een goede verzorging te verschaffen.’
Nu de raadscommissie een rapport had ingediend, konden de plannen tot oprichting van een
gemeentelijk ziekenhuis niet meer op de lange
baan worden geschoven. Toch werd daar op
5 april 1880, toen het rapport door de raad zou
worden besproken, nog een poging toe gedaan.
Op voorstel van het raadslid L. Roosenburg werd
namelijk besloten om het rapport eerst voor
nader onderzoek naar een zogenaamde tweede
commissie te sturen. Nog geen twee maanden
later, op 1 juni, had die haar verslag al gereed.
‘De vraag is: is de oprichting van een ziekenhuis
zoo noodzakelijk, dat een jaarlijksche uitgave
van ƒ 8000,- uit de gemeentekas daarvoor gewettigd is?’ Ja, vond de meerderheid van de commissie. ‘Goede ziekenverpleging, vooral der mingegoede klasse, is een zorg die op de gemeentebesturen rust, want zij staat in ’t nauwste verband
met de algemeene gezondheid: verpleging van
zieken is geen weelde, niet enkel philanthropie.’
Nee, luidde het standpunt van de minderheid.
‘De oprichting van een ziekenhuis is wenschelijk, maar de noodzakelijkheid daarvoor bestaat
niet in die mate, dat de gemeenteuitgaven jaarlijks met zulk een aanzienlijk bedrag moeten
worden verhoogd.’
zwols historisch tijdschrift 183
De kinderafdeling met
daar boven de reuma
afdeling. Bij mooi weer
werden de patiënten zo
veel mogelijk naar buiten gedirigeerd. (Collectie HCO)
ZHT4 2013.indd 19 10-12-13 13:33
Wethouder D. Wicherlinck verwoordde
het standpunt van de minderheid van het college. ‘Rust op de gemeente de verplichting zorg
voor zieken te dragen, vooral met het oog op de
behoeftige klasse die daarin niet kan voorzien?
Het antwoord is ja, zonder enige twijfel. Even
goed als de gemeente dit doet door gemeentegeneesheren, heelmeesters en vroedvrouwen voor
de armenpraktijk te benoemen. Dit wordt niet
aan de armbesturen overgelaten en waarom dan
’t andere wel? Het beginsel is hetzelfde.’
Urenlang duurden de debatten, waarin de
heer Van der Voort wethouder Roijer voor de
voeten wierp dat hij een goed ingericht ziekenhuis waarschijnlijk nooit had gezien. En met zijn
opmerking dat de Zwollenaren geen gebruik van
het ziekenhuis zouden maken, was hij als oudgeneesheer het absoluut niet eens. ‘Dikwijls is er
als ik op een betere verpleging aandrong en op de
bekrompen woning of de kinderen wees gezegd:
“Och dokter als ik maar in een ziekenhuis konde
gaan.” En ook voor zieke dienstboden heb ik dikwijls van de meer gegoede klassen de verzuchting
vernomen om een ziekenhuis, waar men hen kon
brengen, overtuigd dat zij het goed zouden hebben, want naar de bestaande gelegenheden hier
ter stede willen zij niet.’
Bagijneweide
Tenslotte werd tegen het advies van de meerderheid van het college van burgemeester en wethouders in met elf stemmen voor en zes tegen
besloten tot de oprichting van een gemeentelijk
ziekenhuis. Een plek daarvoor was al gevonden,
namelijk de Bagijneweide die in 1841 voor een
bedrag van ƒ 6.250 door de gemeente was aangekocht om er een marktterrein van te maken. Dat
het ziekenhuis werd vernoemd naar de in 1877
overleden koningin Sophia, de eerste echtgenote
van koning Willem III, was te danken aan het
comité onder voorzitterschap van de Commissaris des Konings, mr. P.C. baron Nahuijs.
Al in 1878 had zij geld ingezameld voor de
oprichting van een ziekenhuis, dat tegelijkertijd
zou kunnen dienen als hulde aan de nagedachtenis van een geliefd vorstin. De actie leverde
ƒ2.665,60 op. In de raadsvergadering van 21 juli
1884 werd dr. C.L. Vitringa tot geneesheer-directeur benoemd op een jaarwedde van 700 gulden
en op 1 oktober van datzelfde jaar werd het
Sophia Ziekenhuis in gebruik genomen.
Kort daarvoor had een redacteur van de Zwolse
Courant een rondgang door het gebouw gemaakt.
Uit zijn verslag in de krant bleek dat er in Zwolle
nog altijd veel weerzin bestond om in een ziekenhuis te worden verpleegd. ‘Die tegenzin zal, evenals
elders, echter gaandeweg wijken, want mag men er
in slagen geschikt personeel te vinden, dan zal de
overtuiging veld winnen, dat het nieuwe ziekenhuis voor de meesten onzer stadgenoten een beter
herstellingsoord kan aanbieden, dan zij in eigen
woning vinden kunnen. De grootste zegen zal het
ziekenhuis aanvankelijk bieden voor hen, die op dit
punt geen keus hebben. De laatste tegenstanders
zullen misschien eerst met de zaak verzoend worden als de stad onzer inwoning door een of andere
epidemie mocht worden bezocht. In die onderstelling besluiten wij met de wensch, dat de oppositie
nog lang moge blijven bestaan.’
Lange werktijden
De wens van de redacteur van het plaatselijk dagblad ging niet in vervulling, want in 1888 werd
Zwolle getroffen door een epidemie van mazelen
en later het jaar ook nog roodvonk. In het Sophia
184 zwols historisch tijdschrift
De keuken van het
ziekenhuis in 1915.
(Collectie HCO)
ZHT4 2013.indd 20 10-12-13 13:33
Ziekenhuis werden 713 mazelenpatiënten opgenomen, waarvan er 43 stierven. De 22 kinderen
die met roodvonk in het ziekenhuis belandden,
werden tijdelijk geïsoleerd. Veel opnames dus
dat jaar, maar toch ging het niet zo goed met het
gemeentelijk ziekenhuis. Wel zeventig bedden,
maar soms slechts zeven patiënten in huis. Uit
een oogpunt van public relations was het ook niet
gunstig dat verpleegsters in 1901 in de krant hun
beklag deden over de lange werktijden. Zes dagen
in de week moest er van half zeven ’s morgens
tot acht uur ’s avonds keihard worden gewerkt.
Waarbij ook nog eens sprake was van strenge
huisregels. Als voorbeeld artikel 11: ‘De zusters
moeten ’s avonds op den door de Directrice te
bepalen tijd te bed zijn en mogen nimmer, te bed
gaande, het licht op harer kamers laten branden.’
In 1908 kreeg het ziekenhuis een draaibare
lighal, waardoor tbc-patiënten maximaal van
zonlicht konden profiteren. Tuberculose was in
die tijd een gevreesde volksziekte, die heel veel
slachtoffers eiste. De lighal deed tot 1923 dienst
en kreeg daarna de bestemming van fietsenstalling. Het ziekenhuis beschikte inmiddels ook over
barakken, die in 1918 waren geplaatst om mensen
op te vangen die vanwege het oorlogsgeweld vanuit België en Frankrijk naar het neutrale Nederland waren gevlucht. Na het einde van de Eerste
Wereldoorlog bleven de barakken in gebruik voor
patiënten die besmettelijke ziekten als roodvonk
en difterie hadden opgelopen. Pas in 1953 werden
de barakken afgebroken.
In 1915 was al een nieuwe vleugel van het
ziekenhuis in gebruik genomen. Nieuw ruimtegebrek leidde in het begin van de jaren dertig tot een
volgende uitbreiding van het ziekenhuis. Architect J.G. Wiebenga, aanhanger van het zogenaamde Nieuwe Wonen, maakte een gedurfd plan met
een gevel van louter glas en staal. Dat ging de
meeste Zwollenaren echter veel te ver, zodat het
plan tot teleurstelling en frustratie van Wiebenga
aangepast moest worden. In 1935 werd de nieuwe
vleugel in gebruik genomen.
Protestants ziekenhuis
Na de moeilijke bezettingsjaren, de Duitsers eisten de hele tussenverdieping van de nieuwe vleuzwols historisch tijdschrift 185
Blindedarmoperatie van dr. Frank zorgde voor opwinding
Dr. Naphtali Herman Frank, geboren in 1860 in Veendam, zorgde in
1891 in Zwolle voor opwinding door een (geslaagde) blindedarmoperatie
te verrichten. Die historische gebeurtenis vond niet plaats in het zeven
jaar daarvoor geopende Sophia Ziekenhuis, maar in het ziekenhuis van
de Zusters van Liefde op het Gasthuisplein. Frank, die zijn kennis van de
chirurgie in Duitsland had opgedaan, lag niet zo goed bij dr. Vitringa, de
directeur van het gemeentelijk ziekenhuis. Maar bij de zusters van Liefde
werd de joodse arts met open armen ontvangen. De populariteit van
Frank werd nog groter toen hij met een injectie het leven redde van een
tuinman, die tetanus had opgelopen. Iedere Zwollenaar die ziek, zwak of
misselijk was klopte bij Frank aan de deur om door middel van een injectie genezen te worden. Zijn echtgenote ‘profiteerde’ ervan door gepeperde
rekeningen uit te schrijven, die door de meeste patiënten niet op prijs werden gesteld. Een gemakkelijk man was dr. Frank kennelijk niet. Toen hij
een eigen operatiekamer in het Sophia Ziekenhuis had gekregen, klaagden
de verpleegsters over de lange werktijden, vaak veertien uur per dag, die zij
op gezag van de chirurg moesten maken. Ook in het ziekenhuis van de zusters Onder de Bogen aan het Groot Wezenland kreeg de arts problemen,
die er in 1913 toe leidden dat het bestuur hem een lange brief op poten
stuurde, waarin zijn
‘brutale, onbeschaafde
optreden tegenover
de zusters’ met feiten
en namen werden
gemeld. ‘Wij dulden
eene onbeschaafde
behandeling niet langer. Wij eischen eene
geheele ommekeer’.
Dr. Frank bond in,
maar hij bleef een
moeilijk persoon om
mee te werken. In 1932
vertrok hij uit Zwolle
om in het Zwitserse
Montreux te gaan
wonen, waar hij in
februari van dat jaar
overleed.
Dr. Naphtali Herman
Frank,1860-1932.
(Collectie HCO)
ZHT4 2013.indd 21 10-12-13 13:33
186 zwols historisch tijdschrift
gel op, leek het er even op dat Zwolle een derde
ziekenhuis zou krijgen. In 1948 was de stichting
Het Protestants Ziekenhuis opgericht, die er op
rekende dat het ministerie in Den Haag toestemming zou verlenen voor de bouw van een ziekenhuis met een capaciteit van zo’n vierhonderd
bedden. Bij zowel het rooms-katholieke ziekenhuis als het Sophia Ziekenhuis werd geschrokken
gereageerd. Drie ziekenhuizen in Zwolle, dat zou
toch te veel van het goede zijn. Dat vond ook het
gemeentebestuur, dat veel liever zag dat de twee
bestaande ziekenhuizen konden worden uitgebreid. Na tal van besprekingen werd uiteindelijk
in 1955 een compromis bereikt, waarbij de stichting Het Protestants Ziekenhuis zich in feite aansloot bij het gemeentelijke Sophia Ziekenhuis. Het
akkoord behelsde onder meer, dat in het nieuw
te vormen stichtingsbestuur drie van de negen
leden door Het Protestants Ziekenhuis zouden
worden benoemd en dat er een kapel zou worden
gebouwd. Wellicht als onderdeel van de nieuwbouw, waarover al voorzichtig werd gesproken.
Plannen hebben vaak een lange tijd van voorbereiding en de realisering daarvan loopt dikwijls
ook vertraging op. Een prachtig voorbeeld daarvan waren de nieuwbouwplannen van het Sophia
Ziekenhuis. In 1956 gingen de voorbereidingen
van start, in 1960 gaf de minister van Volksgezondheid het groene licht en in 1965 volgde de
aanbesteding. Bouwbedrijf Moes moest echter
geduld hebben, want de financiering van het miljoenenproject was nog niet rond. Op 1 november
1967 kon op de Oosterenk dan eindelijk de bouw
van het nieuwe Sophia Ziekenhuis van start gaan.
De officiële opening werd op 17 oktober 1972 verricht door prinses Margriet.
Tenslotte nog even terug naar de redacteur
van de Zwolse Courant, die na zijn rondleiding in
1884 door het nieuwe Sophia Ziekenhuis op de
Bagijneweide de hoop uitsprak dat Zwolle nooit
meer door epidemieën getroffen zou worden. Dat
hij geen gelijk kreeg schreven we al, maar uitbraPrachtige luchtfoto
van vlak na de oorlog,
waarop het hele ziekenhuiscomplex mooi te
zien is. (Collectie HCO)
ZHT4 2013.indd 22 10-12-13 13:33
zwols historisch tijdschrift 187
ken van gevaarlijke ziekten als tyfus en pokken