Niemand kent slechter zijn eigen stad dan de inwoners van die stad. Zwolle zit ons gegoten als ons dagelijks pak en huiskamer tegelijk en is zo vertrouwd dat we haar niet meer zien. Makkelijker wordt het als we teruggaan naar de tijd van onze voorouders. We zien op oude foto’s en films een wereld die we niet meer kennen en toch herkennen en dat intrigeert.
Iemand die daar veel over heeft nagedacht, is de schrijver Rudy Kousbroek. In zijn boek Het meer der herinnering wijst hij erop dat wij vaak het gevoel hebben dat het verleden een plaats is. Het bestaat nog ergens, maar ver weg. We worden door het verleden gescheiden door een bijna ondoordringbare muur. Veel historici zien het als hun taak die muur te slechten. Met het woord als sloophamer en beitel. Maar met woorden kun je het verleden wel verduidelijken of tot leven roepen, maar nooit helemaal. Hoe goed een historicus is, het blijft bij het duiden van de aangespoelde papieren scherven uit het verleden, hoe netjes ze hier ook in het archief van een Historisch Centrum zijn gerubriceerd en opgeborgen.
Rudy Kousbroek stelt dat er door een uitvinding van zo’n honderdvijftig jaar geleden een veel directere manier is om een blik op het verleden te werpen. Die uitvinding is de fotografie. Vanaf toen, schrijft Kousbroek, ‘bleek het mogelijk om gaten te maken in die muur op het ogenblik dat hij ontstaat; de naam die wij aan zo’n gat geven is een foto of een film. En, vervolgt Kousbroek, ‘Door zo’n gat kun je naar binnen kijken in het verleden en zien dat het er nog is – de waringin op de weg van Hanoi naar Tuyen Quang. Het houten huisje boven de waterval van de Plivia. Het besneeuwde Turkse kerkhof aan de Gouden Hoorn in de zon.
Je staart door het gat en je ziet het. Het ligt daar roerloos, in een eeuwige stilte, als een huis dat sinds de dood van de bewoner nooit meer is betreden. De sneeuw ligt er nog steeds. Nooit zullen die schaduwen langer worden: zelfs het licht staat er stil. Voor altijd.’ Tot zover Rudy Kousbroek in Het meer der herinnering.
Deze redenatie volgend is het goed ons te realiseren dat wij met onze tegenwoordige foto’s en films een gat in onze eigen tijd maken en volgende generaties een kans geven zich een beeld te vormen van onze stad. De vraag is op welke manier? Misschien wel door Zwolle te laten zien door de ogen van een buitenstaander. Iemand voor wie Zwolle niet vertrouwd is en daardoor oog heeft voor ‘het gewone’, ‘het alledaagse’, wat ons niet meer opvalt. Zie iemand kwam ik tegen op Youtube. Daar staan video’s op die een zekere Wandering Thomas maakte in tal van Europese landen en steden, waaronder Zwolle, één op een mooie zomerse dag en één in de regen. Zelf schrijft hij daarover dat hij de atmosfeer van steden op een realistische manier wil weergeven door het straatbeeld onafgebroken te filmen als een soort virtuele wandeling.
Dat realistische effect bereikt hij door niet in te zoomen op ‘klassieke’ bezienswaardigheden zoals de Peperbus of de Grote Markt, maar onverstoorbaar door te wandelen, per video een half uur. Ik vond het fascinerend om te zien, alleen al om te kijken hoe hij bij kruispunten zijn weg zou vervolgen. Je kunt zijn beelden saai vinden, maar over een X aantal jaren zullen Zwollenaren door het gat in de tijd naar onze gezamenlijke Zwolse huiskamer kijken.
Jan van de Wetering
Zwolle, 3 april 2020
Om de video’s van Walking Thomas te zien klik dan op één van de volgende links.
Zomerse wandeling door Zwolle:
https://www.youtube.com/watch?v=3j177Zh48M4
Regenachtige wandeling door Zwolle:
https://www.youtube.com/watch?v=-CAPhy57trU