Op 9 februari 2019 werden een nieuw busstation en de Schuttebusbrug officieel geopend. Het verkeers- spoorknooppunt Zwolle heeft zicht hiermee verder ontwikkeld. De Schuttebusbrug is een bijzondere en ingenieuze brug geworden. Een paar honderd meter verderop naar het oosten staat de monumentale Hoge Spoorbrug uit 1883. Bij deze brug uit het einde van de 19de eeuw was er ook sprake van een verbetering / uitbreiding van het knooppunt Zwolle. Ook toen kreeg de stad een slim ontworpen brug. In 1875 werd er door de Staat een wetsvoorstel ingediend om voor staatsrekening spoorweglijnen aan te leggen. In dit voorstel was ook de lijn Zwolle-Almelo opgenomen. De aanleg van deze spoorlijn betekende een verbreding het spoor bij het buurtschap Schelle. Een normale spoorweg overgang was daardoor niet meer mogelijk. De bewoners van Schelle, Oldeneel en Ittersum zouden een grote omweg moeten maken om Zwolle te bereiken. B&W eiste bij een rijkscommissie die de spooraanleg begeleide dat op andere wijze een verbinding werd gemaakt tussen Zwolle en de buurtschappen.
In 1877 noemt men voor het eerst de optie van een spoorbrug. Het verzoek van de gemeente is nogal vergaand omdat men een verkeersbrug wil laten aanleggen, die dus geschikt was voor voertuigen. De rijkscommissie die de aanleg van de spoorlijn begeleide , maakte korte metten met het verzoek omdat een verkeersbrug te gevaarlijk zou zijn. De angst bestond dat paarden op hol zouden slaan wanneer er een stoomlocomotief onder de brug reed. Na onderhandelingen werd het geen verkeersbrug maar een voetgangersbrug. In de Zwolse gemeenteraad werd nog gediscussieerd of een tunnel niet wenselijker was. Dit werd afgewezen omdat gevreesd werd dat een tunnel te donker zou zijn en men te veel last zou hebben van hemelwater. Een jaar later wordt er met het ontwerp van de brug begonnen.


De brug is bereikbaar door opritten. De Staat verzoekt de gemeente Zwolle om het onderhoud voor deze opritten voor haar rekening te nemen. De brug zelf met de stenen landhoofden blijven bij de Staat in onderhoud. Op 23 april 1883 meldt B&W dat de brug gereed is. Het is een bijzondere brug geworden en het is niet voor niets vanaf 1990 een rijksmonument. In de 19de eeuw waren de opvattingen over architectuur ingrijpend gewijzigd. Nieuwe materialen als beton en gietijzer gaven architecten en ingenieurs andere en meer mogelijkheden. Bij de Hoge Spoorbrug is er sprake van het gebruik enerzijds van toen moderne technieken en materialen en anderzijds de in traditioneel in baksteen en natuursteen uitgevoerde landhoofden.

 


De brug zelf is uitgevoerd in wellijzer of puddelijzer en is opgebouwd uit vakwerkliggers met een neerwaarts gebogen bovenrand en een opwaarts gebogen onderrand. Deze randen snijden elkaar bij de opleggingen. De vorm die zo ontstaat lijkt op een lens en wordt daarom lensligger genoemd. Het type is een uitvinding van de Duitse spoorwegingenieur August Pauli, die in 1857 hierover publiceerde. Pauli zocht naar een vakwerkligger waarbij de krachten in de onder – en bovenrand over de volle lengte ongeveer gelijk zouden zijn. Door deze uitvinding konden bruggen met relatief slanke profielen en ranke constructies gebouwd worden. In Duitsland en Engeland zijn verschillende spoorwegbruggen gemaakt met lensliggers. In Nederland komt dit type alleen in Zwolle voor.

De Hoge Spoorbrug bestaat uit drie segmenten van 38,50 meter met steunpunten op ijzeren jukken. De hoofdliggers van de overspanningen zijn opgelegd op gietijzeren stoelen. De opleggingen van de eindsegmenten zijn beweegbaar uitgevoerd met rolopleggingen en rusten op uit baksteen opgetrokken landhoofden in neorenaissance stijl met hardstenen hoekblokken en geprofileerde waterlijsten. In het bestek wordt de lengte opgegeven als 107.20 meter. In haar bestaan heeft de brug de nodige veranderingen ondergaan. Zo is de balustrade in het midden van de brug begin 1900 na de nodige discussie in de raad verwijderd. In 1953 is de brug in zijn geheel verhoogd vanwege elektrificatie van het spoorwegnet Bij de aanleg in 1990 van de Van Karnebeek tunnel zijn de oorspronkelijke hoefijzervormige opritten geheel veranderd. Een jaar later werden de landhoofden gerestaureerd. De Hoge Spoorbrug verkeerde toen in slechte staat. Groot onderhoud was noodzakelijk. In 1993 werd de Hoge Spoorbrug voor het laatst gerestaureerd. Nu in 2020 zijn er plannen de brug op details aan te passen om het treinverkeer op veilige wijze de brug te laten passeren.

 

 

Tekst Jan de Jong / Johan Teunis
Bron: Erfgoed / monumentenzorg Zwolle
Foto’s: Kleur: Erfgoed gemeente Zwolle/Hans Westerink; zwart-wit: HCO